Snelstartgids
7.2 Trimmen met de configuratieknoppen
De nulpuntstrim moet worden verricht met een van de drie mogelijke
combinaties van externe configuratieknoppen onder het naamplaatje bovenop.
Om toegang tot de configuratieknoppen te verkrijgen, draait u de schroef los en
verschuift u het naamplaatje bovenop de transmitter. Controleer de werking aan
de hand van
Afbeelding 14. Externe configuratieknoppen
LOI
A. Configuratieknoppen
Gebruik de volgende procedures om een nulpuntstrim uit te voeren:
Verricht het trimmen met de LOI (optie M4)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Zie
Afbeelding 13 op pagina 16
a. Verricht een analoge nulpuntstrim door Rerange (het bereik anders
instellen) te selecteren.
b. Verricht een digitale nulpuntstrim door Zero Trim (nulpuntstrim) te
selecteren.
Verricht een trim met analoog nulpunt en meetbereik (optie D4)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Houd de nulpunt-knop twee seconden ingedrukt om een analoge
nulpuntstrim te verrichten.
Verricht een trim met digitaal nulpunt (optie DZ)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Houd de nulpunt-knop twee seconden ingedrukt om een digitale
nulpuntstrim te verrichten.
8.0 Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste
systemen
Zie voor installaties met veiligheidscertificering de Rosemount
2051-naslaghandleiding
systeemvereisten.
18
Afbeelding
12.
Analoog nulpunt en meetbereik
voor informatie over de installatieprocedure en
Digitaal nulpunt
voor het bedrijfsmenu.
Februari 2019
A