Opbouw en functie
TIG-lassen
5.3.2
Ontsteking vlamboog
5.3.2.1
HF-ontsteking
De vlamboog wordt contactloos met hoogspanningsontstekingspulsen gestart:
a) lastoorts in laspositie boven het werkstuk plaatsen (afstand tussen de punt van de elektrode en het
werkstuk ca. 2-3 mm).
b) toortsknop bedienen (hoogspanningsontstekingspulsen starten de vlamboog).
c) lasstroom vloeit, afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus, met de ingestelde start- of hoofdst-
room.
Lassen beëindigen: toortsknop loslaten of indrukken en loslaten al naar gelang de gekozen
bedrijfsmodus.
5.3.2.2
Liftarc
De boog wordt door contact met het werkstuk gestart.
a) Plaats de gaskop van de toorts en de punt van de Wolfram-elektrode voorzichtig op het werkstuk en
druk de toortsknop in (liftarc-stroom vloeit, onafhankelijk van de ingestelde hoofdstroom),
b) Kantel de toorts via de gaskop van de toorts tot er zich tussen de elektrodepunt en het werkstuk een
afstand van ca. 2-3 mm bevindt. De lichtboog ontsteekt en de lasstroom stijgt, afhankelijk van de
ingestelde bedrijfsmodus, tot aan de ingestelde start- resp. hoofdstroom.
c) Til de toorts op en draai hem in de normale positie.
Lassen beëindigen: toortstoetsen loslaten of indrukken en loslaten in functie van de gekozen bedrijfsmo-
dus.
5.3.2.3
Automatische uitschakeling
De automatische uitschakeling beëindigt het lasproces na afloop van fouttijden en kan door twee toestan-
den worden geactiveerd:
•
Tijdens de ontstekingsfase
3 sec. na de laststart stroomt er geen lasstroom (ontstekingsfout).
•
Tijdens de lasfase
De vlamboog wordt langer dan 3 sec. onderbroken (vlamboogonderbreking). In het apparaatconfigura-
tiemenu > zie hoofdstuk 5.9 kan de tijd voor een herontsteking na een vlamboogonderbreking worden
uitgeschakeld of tijdsgerelateerd worden ingesteld (parameter
5.3.3
TIG-antistick
Door de lasstroom uit te schakelen verhindert de functie ongecontroleerde herontstekingen na het vast-
branden van de wolfraamelektrode in het lasbad. Bovendien wordt slijtage van de wolfraamelektrode be-
perkt.
Na activering van de functie schakelt het apparaat onmiddellijk over naar procesfase Gasnastromen. De
lasser begint een nieuw proces weer op 1e takt. De functie kan door de gebruiker worden in- en uitge-
schakeld (parameter
40
Afbeelding 5-18
Afbeelding 5-19
) > zie hoofdstuk 5.9.
.
)
099-007033-EW505
4.1.2022