1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop
2.
Gebruik de pijlknoppen en de knop
a.
Setup (Instellingen)
b.
Energiebeheer
c.
Sluimervertraging (min)
3.
Gebruik de pijlknoppen om het aantal minuten te selecteren dat de printer inactief moet zijn
voordat deze overschakelt naar de sluimermodus en druk vervolgens op de knop
instelling op te slaan.
De optie Uitschakelen na sluimermodus (uur) instellen
Gebruik de menu's op het bedieningspaneel om op te geven hoe lang de printer inactief moet zijn
voordat deze wordt uitgeschakeld.
OPMERKING:
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop
2.
Gebruik de pijlknoppen en de knop
a.
Energiebeheer
b.
Uitschakelen na sluimermodus (uur)
3.
Gebruik de pijlknoppen om het aantal uren te selecteren dat de printer inactief moet zijn voordat
deze wordt uitgeschakeld en druk vervolgens op de knop
De optie Uitschakelen uit instellen
Gebruik de menu's van het bedieningspaneel om te voorkomen dat de printer na een periode van
inactiviteit wordt uitgeschakeld.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop
2.
Gebruik de pijlknoppen en de knop
a.
Energiebeheer
b.
Uitschakelen uit
3.
Gebruik de pijlknoppen om een van de volgende opties te selecteren:
●
Bij poorten
actieve netwerk- of faxverbinding voorkomt dat de printer wordt uitgeschakeld.
●
Nooit: De printer wordt uitgeschakeld na een bepaalde periode van inactiviteit die is ingesteld
bij de optie
OPMERKING:
4.
Druk op de knop
60
Hoofdstuk 5 De printer beheren
Nadat de printer is uitgeschakeld, neemt het stroomverbruik af tot 1 watt of minder.
actief: De printer wordt niet uitgeschakeld tenzij alle poorten inactief zijn. Een
Uitschakelen na sluimermodus
De standaardinstelling is
OK
om de instelling op te slaan.
OK
OK
om naar de volgende menu's te gaan en deze te openen:
OK
OK
om naar de volgende menu's te gaan en deze te openen:
OK
OK
OK
om naar de volgende menu's te gaan en deze te openen:
(uur).
Bij poorten
actief.
om het beginscherm weer te geven.
OK
om het beginscherm weer te geven.
om de instelling op te slaan.
om het beginscherm weer te geven.
om de