2. Veiligheid
2.8
Persoonlijke beschermingsmiddelen
12
Tijdens bedrijf en onderhoud van de machine moeten goedge-
keurde persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.
► Veiligheidshelm dragen.
► Oogbescherming dragen.
► Veiligheidshandschoenen dragen
► Gehoorbescherming voor lawaai met hoge frequentie dra-
gen!
► Doelmatige, nauw aansluitende kleding dragen, die niet
door draaiende machineonderdelen of zaagbladen ge-
grepen kunnen worden.
► Draag veiligheidsschoenen met stalen inzetstuk.
► Lichte ademhalingsbescherming dragen.
De beschermingsmiddelen worden bepaald door:
Deze handleiding
•
Nationale veiligheidsregels
•
Regels van de professionele beroepsverenigingen
•
enz.
•
► Bij onderscheidt tussen de bestaande voorschriften in het
geldigheidsgebied van de exploitant en de voorschriften
van de fabrikant en zijn toeleveranciers de op dat moment
strengere bepalingen toepassen.
13.90/3