Oplossing:
Controleer de kabel tussen het
bedieningspaneel en de centrale eenheid.
Contacteer een technicus.
Y.
Fout, Amtel version ( D3 ) (6100)
Oorzaak:
•
Fout in onderdeel in centrale eenheid.
Oplossing
:
Contacteer een technicus.
11.2 Algemene fouten
Fout:
Kachel ontsteekt niet.
Niets op display.
Vuur brandt met een hoge
gele vlam; houtpellets
stapelen op in de
branderpot en/of het
kijkvenster hangt vol roet.
Vuur gaat uit.
Oorzaak:
1.De doelkamertemperatuur is lager
dan de huidige kamertemperatuur;
Het symbool "STANDBY" verschijnt
op het display.
2. Opslagcontainer is leeg
3. Overdruk in het schouwsysteem.
4. Elektrische ontsteking defect.
5. Stroomvoorziening onderbroken.
6. Foutmelding "OC triggered, check
burner"
1. Zekering defect.
2. Losse of defecte verbindingskabel
tussen bedieningspaneel en
besturingseenheid.
1. De verbrandingsluchttoevoer naar
de branderpot is geblokkeerd door
asrestanten.
2. Branderpot zit niet goed op zijn
plaats.
3. Brandstof van slechte kwaliteit.
4. Dichtingen aan de
verbrandingskamerdeur of aan de
reinigingsdeksels zijn kapot.
5. Rookgaskanalen of –buizen
gedeeltelijk geblokkeerd door vliegas.
1. Opslagcontainer is leeg.
2. De verbrandingsluchttoevoer naar
de branderpot is geblokkeerd door
asrestanten.
3. Pelletreservoir bevat te veel stof.
Z.
Fout, Amtel versie ( D5 ) (6101)
Oorzaak:
•
Fout in onderdeel in centrale eenheid.
Oplossing
:
Contacteer een technicus.
AA.
Fout, Amtel versie ( D6 ) (6102)
Oorzaak:
•
Fout in onderdeel in centrale eenheid.
Oplossing
:
Contacteer een technicus.
Oplossing:
Verhoogd de doeltemperatuur.
Hervul opslagcontainer.
Open eventuele schouwkleppen en verwijder vuil
uit de schouw of het rookkanaal.
Vervang ontstekingszekering (in de
besturingseenheid) of contacteer een technicus.
Steek de voedingskabel in, controleer de zekering
(in besturingseenheid, zie figuur 14), controleer
zekering in de verdeeldoos.
Vervang zekering F1 in de besturingseenheid (T3,
15A)
Vervang zekering F3 in de besturingseenheid (T0,
315 A)
Controleer stekkers en aansluitingen, of neem
contact op met een technicus.
Zet de kachel uit en laat ze afkoelen. Verwijder de
branderpot uit zijn houder en maak de gaten erin
vrij.
Kijk na of de branderpot goed op zijn plaats zit.
Gebruik enkel standaard houtpellets. Zorg ervoor
dat de brandstof droog is en geen vocht kan
opnemen waar ze opgeslagen ligt.
Contacteer een technicus.
Reinig de rookgaskanalen of –buizen.
Hervul opslagcontainer.
Reinig brander.
Leeg het pelletreservoir en reinig het vijzelkanaal
met een stofzuiger.
25