Zorg ervoor dat een ruit op een kier geopend
is om verse-luchttoevoer te verzekeren.
Contacteer een technicus.
F.
Uitschakeling door te hoge rookgas-
temperatuur in "Heating"-modus (22)
Oorzaak:
•
De hoogst toegelaten rookgastemperatuur
werd overschreden.
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:
•
Er werd te veel brandstof aangevoerd in de
brander.
•
Rookgastemperatuursensor defect.
Oplossing:
Contacteer een technicus.
G.
Uitschakeling, deur verbrandingskamer open
(6) of (9)
Oorzaak:
•
De deur is langer dan 1 minuut open tijdens
werking.
•
De demper onderaan de deur zit niet op zijn
juiste plaats.
•
Kabel van de elektrische bekabeling naar
deurcontactschakelaar gebroken.
•
Stekker van deurcontactschakelaar is los.
Oplossing:
Sluit de deur.
Plaats de demper onderaan de deur op zijn
juiste plaats, zodat de deurschakelaar kan
werken.
Controleer de deurcontactschakelaar, kabel
en verbindingsklem.
H.
Onderbreking rookgassensor (7)
Oorzaak:
•
Rookgastemperatuursensor defect of niet
aangesloten.
Oplossing:
Contacteer een technicus.
I.
Kortsluiting rookgassensor (8)
Oorzaak:
•
Rookgastemperatuursensor defect.
Oplossing:
Contacteer een technicus.
J.
Onderbreking kamertemperatuursensor (11)
Oorzaak:
•
Kamertemperatuursensor defect of niet
aangesloten.
Oplossing:
•
Contacteer een technicus.
K.
Kortsluiting kamertemperatuursensor (12)
Oorzaak:
•
Kamertemperatuursensor defect of niet
aangesloten.
Oplossing:
Contacteer een technicus.
L.
Onderbreking vlamtemperatuursensor (23)
Oorzaak:
•
Vlamtemperatuursensor defect of niet
aangesloten.
Oplossing:
Contacteer een technicus.
M.
Rookgasventilator kan doeltoerental niet
bereiken (15)
Oorzaak:
• De rookgasventilator draait niet aan het juiste
toerental
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:
Rookgasventilator defect.
Verbindingskabel van de toerentalsensor
(Hallsensor) is gebroken of slecht contact aan
de aansluitklem van deze kabel.
Stroomvoorziening naar de ventilatormotor
onderbroken.
Oplossing:
Contacteer een technicus.
N.
Geen verbinding met printplaat – Controleer
kabel (17)
Oorzaak:
•
De verbinding tussen de centrale eenheid en
het bedieningspaneel is onderbroken.
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:
•
Verbindingskabel tussen bedieningspaneel
en centrale eenheid is niet aangesloten.
•
Verbindingskabel is beschadigd.
Oplossing:
Controleer of de verbindingskabel
aangesloten is op beide eenheden, de
centrale eenheid en het bedieningspaneel.
Contacteer een technicus.
O.
Uitschakeling na stroomonderbreking (18)
Oorzaak:
•
Een veiligheidsuitschakeling is in werking
getreden na een stroomonderbreking.
Oplossing:
Doe de foutmelding op het bedieningspaneel
weg en herstart het toestel.
23