U kunt goede-kwaliteitspellets op zicht herkennen: glad,
glanzend
oppervlak,
Houtpellets van mindere kwaliteit zijn herkenbaar aan:
barsten, een hoog stofgehalte, verschillende lengtes.
Precieze kwaliteitskenmerken kunnen echter enkel
worden bepaald m.b.v. technisch analysegereedschap.
Een eenvoudige kwaliteitstest: steek enkele houtpellets
in een glas water:
Goede kwaliteit:
Slechte kwaliteit:
Het
gebruik
van
slechte-kwaliteitspellets
toegelaten brandstof heeft een negatief effect op de
werking van uw pelletkachel en kan bovendien leiden tot
het vervallen van de garantie en de bijhorende
productaansprakelijkheid. Niet toegelaten brandstoffen
zijn o.a. houtsnippers, stro en maïs. Het verbranden van
slechte-kwaliteitspellets
reinigingsintervals
en
brandstofverbruik, waardoor het pelletreservoir vaker
moet worden bijgevuld.
Houtpellets zijn verpakt in plastieken of papieren
zakken. Om een zo goed mogelijke verbranding van de
pellets te garanderen, is het noodzakelijk de brandstof
zo goed mogelijk te laten drogen en het vrij van vuil te
transporteren en te stockeren. Bij contact met vocht
zullen de pellets aanzienlijk uitzetten.
Wanneer u het pelletreservoir vult met pellets, zorg er
dan voor dat de zakken niet in contact komen met de
oppervlakten van de kachel.
Twee kilogram houtpellets hebben ongeveer dezelfde
energiewaarde als een liter "extra lichte stookolie". In
volumetermen betekent dit dat 3m³ houtpellets gelijk zijn
aan 1000 liter stookolie. Variaties in vermogen van de
kachel worden niet enkel veroorzaakt door de kwaliteit
van de pellets, maar ook door het ruwe materiaal van
het hout (houttype).
7.2. Ingebruikname van uw pelletkachel
Alle materialen onderdeel van de kachel moeten zich
geleidelijk aanpassen aan de warmteontwikkeling. Door
voorzichtig op te warmen, vermijdt u barstjes in de
wanden van de verbrandingskamer, schade aan de
verfbekleding en kromtrekken van materialen. Zet de
doeltemperatuur
dus
bedieningspaneel (zo'n 1,5 tot 2° C hoger dan de hui dige
kamertemperatuur).
•
Verwijder voor de ingebruikname alle stickers en alle
accessoires in de aslade en de verbrandingskamer.
Dit geldt ook voor alle bevestigingselementen voor
transport.
•
Controleer
of
verbrandingskamer goed bevestigd zit (deze kan uit
zijn positie geraakt zijn door transport of installatie
van de kachel).
•
Controleer of de branderpot goed in zijn houder zit.
•
Sluit de deur van de verbrandingskamer.
•
Vul het reservoir met standaard houtpellets (Ø 6
mm).
•
Steek de voedingskabel in.
•
Zet de hoofdschakelaar op "1".
gelijke
lengte,
weinig
pellets zinken
pellets drijven.
leidt
tot
tot
een
verhoogd
niet
te
hoog
op
de
bekleding
van
•
Eenmaal de hoofdschakelaar op ON is gezet, begint
stof.
de bedieningseenheid met de opstart. Dit kan enkele
seconden duren.
•
Na de opstart verschijnt het informatiescherm – druk
de rechter toets (Menu) – beweeg de cursor naar
"Operating mode" (werkingsmodus) – druk de
rechter toets (Select) – selecteer de gewenste
werkingsmodus met de cursor – druk de rechter
toets (Save).
Tip!!
Enkel bij ingebruikname: leg zo'n 30 pellets
of
niet
in de brander; dit zal het opstartproces
versnellen.
Algemeen:
Als de ontstekingsfase niet met succes kon
worden uitgevoerd, m.a.w. wanneer geen
verkorte
vlam ontstaat en de vereiste temperatuur aan
de rookgasthermosensor niet wordt gehaald,
dan wordt een veiligheidsuitschakeling ingezet en
verschijnt een foutmelding ("Ignition phase target temp.
flue gas not reached – check burner – date and time").
De fout verhelpen:
Eenmaal de kachel is afgekoeld, leeg de brander en,
indien nodig, reinig hem. Let op! Er kan nog gloeiende
as overgebleven zijn! Druk vervolgens herhaaldelijk op
de linker toets op het bedieningspaneel tot de
foutmelding verschijnt – druk dan op de rechter toets
(Clear) – nu verschijnt het infoscherm – druk op de
rechter toets (Menu) – beweeg de cursor naar
"Operating mode" (werkingsmodus) en druk de rechter
toets (Select) – het scherm waarin de werkingsmodus
kan worden ingesteld verschijnt – selecteer de
gewenste werkingsmodus met de cursor en druk de
rechter
toets
ontstekingsfase.
Opmerking: Geurvorming veroorzaakt door het verder
uitdrogen van de verf stopt na een korte tijd. Gelieve de
kamer waarin de kachel staat goed te ventileren.
Niettemin bevat de verf geen giftige dampen.
7.3. De werkingsmodus selecteren
De bedieningseenheid maakt een gemakkelijke selectie
het
van de werkingsmodi "Heating" en "Auto" mogelijk
(weekprogramma's).
de
(Save).
De
kachel
begint
de
11