INTERPOLATION
Door elke parameter in te stellen voor de stappen op het begin-,
middelste en eindpunt, interpoleert het apparaat automatisch
parameters voor de stappen ertussen.
De volgende parameters kunnen met deze functie worden
geïnterpoleerd.
• Waarde voor TOONHOOGTE
• Waarde voor GATE
• Waarde voor SNELHEID
• De regelwaarden van de nummers van de regelaars die aan de
regelaars CC1 tot en met CC3 zijn toegewezen
Voor de functie Interpolatie gebruikt u de volgende knoppen in het
gedeelte [INTERPOLATION].
Opmerkingen
• Het interpolatieresultaat varieert naargelang de instellingen van de
functie Looprichting (pagina 100).
Gedeelte voor stapbewerking
71
Nl