Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

TRACK SETTING

De standaardinstelling wordt aangeduid met *.
 Track Name
Stel de Muziekstuknaam in. De Muziekstuknaam die u hier instelt,
verschijnt op het display wanneer de 16 pads in de modus Muziekstuk
staan.
• Als de naam van het muziekstuk is ingesteld, verschijnt deze in de
modus Muziekstuk op het display. Wanneer u een nieuw project
maakt, wordt dit ingesteld van Muziekstuk 01 tot Muziekstuk 16.
• Druk op de []/[]-knop om de cursor te verplaatsen en draai aan
de draaiknop om het karakter te selecteren.
• U kunt alfanumerieke karakters, symbolen of spaties gebruiken.
• Om het karakter op de plaats van de cursor te verwijderen, houdt u
de [SHIFT]-knop ingedrukt en drukt u op de knop [BACK].
• Om een spatie in te voegen vóór de cursor houdt u de [SHIFT]-knop
ingedrukt en drukt u op de draaiknop.
 Mono/Poly
Ingestelde waarde: Poly*, Mono
Stel de monofone (Mono) of de polyfone (Poly) noot in voor het
muziekstuk.
• Poly: per stap kunt u tot 8 noten instellen.
• Mono: per stap kunt u slechts 1 noot instellen.
 Track Speed
Ingestelde waarde: x0.25, x0.5, x1.0*, x1.5, x2.0
U kunt de afspeelsnelheid van het muziekstuk instellen. Het huidige
muziekstuk wordt afgespeeld aan de vermeerdering van de ingestelde
waarde volgens de afspeelsnelheid van de ingestelde BPM.
Instellingen aanpassen
153
Nl

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave