Aansluiten op externe apparatuur
Voor de instellingen van de tijdkloksnelheid voor DIN SYNC en CLOCK
raadpleegt u het volgende.
– "Instelling [DIN SYNC]" (pagina 131)
– "Instelling [CLOCK]" (pagina 134)
Opmerkingen
• Als u de [MIDI THRU/OUT2]-aansluiting instelt op [THRU (MIDI IN)]
of [THRU (USB IN)], wordt dezelfde tijdklok als die van de [MIDI IN]-
of de [USB-B]-aansluiting verzonden via de [MIDI THRU/OUT2]-
aansluiting.
• Als u de lage tijdklok omzet in de hoge tijdklok (bv. wanneer u invoer
van 1ppqn omzet naar uitvoer van 24ppqn), is het mogelijk dat de
tijdklok niet wordt verzonden totdat het apparaat de BPM in de invoer
van de tijdklok detecteert.
• Afhankelijk van het externe apparaat dat moet worden aangesloten,
kan de BPM die op het apparaat en op het externe apparaat wordt
weergegeven, verschillend zijn.
• Als u de [CLOCK IN]-aansluiting van het apparaat instelt als de
masterklokbron van de lage tijdklok (1ppqn, 2ppqn, 4ppqn) en het
apparaat gebruikt als slave, is het mogelijk dat DIN SYNC-
compatibele apparaten die op de [DIN SYNC OUT1]- of de [DIN
SYNC IN/OUT2]-aansluiting die is ingesteld bij [OUT], zijn
aangesloten, niet langer gesynchroniseerd zijn.
Voor gesynchroniseerd afspelen met DIN SYNC-compatibele
apparaten, raden we u aan de conversie van de snelheid van de lage
tijdklok niet te gebruiken, maar een masterklokbron van 24ppqn
(Sync24) of 48ppqn (Sync48) te gebruiken.
178
Nl