Pagina 1
Handleiding Meersporen-sequencer pioneerdj.com/support/ Voor FAQ's en andere supportinformatie voor dit product, bezoek de bovengenoemde website.
Opmerkingen over deze handleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van dit Pioneer DJ-product. Lees zowel deze handleiding als de bijgeleverde "Handleiding (Snelstartgids)". Beide documenten bevatten belangrijke informatie die u moet begrijpen voordat u dit product gaat gebruiken. Lees in het bijzonder het gedeelte "BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES".
Inhoud Opmerkingen over deze handleiding ..........2 Voor u begint ................6 Kenmerken ................... 6 Automatische uitschakelfunctie ............ 7 Namen van onderdelen en functies......... 8 Bedieningspaneel ................. 8 Achterpaneel................16 Aansluitingen................18 Verbinding maken met in- en uitgangsaansluitingen ....20 De gegevensstructuur van het apparaat.......
Pagina 5
Inhoud Aansluiten op externe apparatuur ........159 Het apparaat aansluiten op een extern MIDI-apparaat of op een pc/Mac om te spelen............159 Het apparaat synchroniseren met externe MIDI-apparaten of een pc/Mac ................164 Het apparaat aansluiten op een extern CV/GATE-compatibel apparaat om te spelen ..............
Voor u begint Kenmerken De SQUID is een autonome meersporen-sequencer die verscheidene muziekproductieapparaten kan verbinden en opeenvolgende frasen kan produceren. Frasen kunnen snel achtereenvolgens worden geproduceerd met behulp van de knoppen waarmee elke parameter afzonderlijk kan worden bediend en de sequentiefuncties zoals HARMONIZER en INTERPOLATION.
Voor u begint Automatische uitschakelfunctie Dit apparaat heeft een automatische uitschakelfunctie die standaard is geactiveerd. De stroom wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende ongeveer 4 uur geen signalen worden in- of uitgevoerd of er geen bediening is. Om de stroom opnieuw in te schakelen als het apparaat automatisch is uitgeschakeld, drukt u op de knop [] op het achterpaneel om die in de uit-positie te zetten () en drukt u de knop [] vervolgens opnieuw in ().
Namen van onderdelen en functies Bedieningspaneel 1 Algemeen gedeelte 2 Gedeelte voor frasearrangement 3 Gedeelte voor stapbewerking...
Pagina 9
Namen van onderdelen en functies Algemeen gedeelte 1 Knop SHIFT Wanneer u een knop of regelaar bedient en tegelijk de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt, kunt u een alternatieve functie openen. 2 Knop (opnemen) Hiermee wisselt u tussen spelen met de pads, spelen met de Harmonizer en de status van de realtime-opname van de informatie met betrekking tot automatische acties.
Pagina 10
Namen van onderdelen en functies 5 Knop TAP Hiermee stelt u de BPM van een sequentie in. Tijdens het afspelen van de sequentie knippert deze volgens de BPM. Voor meer informatie, zie "De BPM (Beats Per Minute) van een sequentie instellen" (pagina 30). [SHIFT] + indrukken: Hiermee verandert u het scherm naar de instelling QUANTIZE.
Pagina 11
Namen van onderdelen en functies Gedeelte voor frasearrangement b Regelaar SHAPE c Regelaar MOD LENGTH d Regelaar DEPTH b tot en met d: worden gebruikt om verscheidene acties uit te voeren voor de functie Snelheidsmodulatie. Voor meer informatie, zie "Functie SPEED MODULATION"...
Pagina 12
Namen van onderdelen en functies i Lampje AUTOMATION ON g tot en met i: worden gebruikt om verscheidene acties uit te voeren voor de functie Grooveregeling. Voor meer informatie, zie "Functie GROOVE CONTROL" (pagina 97). j Knop REV k Knop (rechts) l Knop (omlaag)
Namen van onderdelen en functies Gedeelte voor stapbewerking w Knop TRACK x Knop TRK MUTE y Knop PATTERN z Knop SCALE A Knop TRANSPOSE B Knop TRIGGER C Knop TIE D Knop ACTIVE w tot en met D: als u op deze knoppen drukt, verandert de functie van de 16 pads.
Namen van onderdelen en functies E Knop COPY F Knop PASTE E & F: worden gebruikt om specifieke informatie zoals stappen, patronen, patroonsets en noten te kopiëren en te plakken. Als u op beide knoppen tegelijk drukt, activeert u de wismodus. Voor meer informatie, zie "COPY/ PASTE"...
Pagina 15
Namen van onderdelen en functies O Regelaar PITCH/CC 1 P Regelaar GATE/CC 2 Q Regelaar VELOCITY/CC 3 R Regelaar COUNT/CC 4 S Regelaar DIVIDE/CC 5 O tot en met S: worden gebruikt om de parameters van een noot en een stap te wijzigen.
Namen van onderdelen en functies Achterpaneel 1 2 3 4 1 Kabelhaak Haak de netstroomadapter hieraan vast wanneer u het apparaat gebruikt. Zie "De kabelhaak gebruiken" (pagina 21). 2 DC IN-aansluiting Sluit de kabel van de netstroomadapter aan. 3 Knop (aan/uit) Zet dit apparaat aan/uit.
Namen van onderdelen en functies 8 CV OUT1-aansluiting Sluit aan op een apparaat dat CV-signalen ontvangt van dit apparaat. 9 GATE OUT1-aansluiting Sluit aan op een apparaat dat GATE-signalen ontvangt van dit apparaat. a CV OUT2-aansluiting Sluit aan op een apparaat dat CV-signalen ontvangt van dit apparaat. b GATE OUT2-aansluiting Sluit aan op een apparaat dat GATE-signalen ontvangt van dit apparaat.
Aansluitingen • Schakel altijd eerst de stroom uit, koppel de USB-kabel los van dit apparaat en trek de stekker uit het stopcontact alvorens u enige aansluiting maakt of verbreekt. • Sluit het netsnoer en een USB-kabel pas aan nadat alle aansluitingen tussen de apparaten volledig zijn gemaakt.
Pagina 19
Aansluitingen Opmerkingen bij gebruik van de USB-aansluiting • Er bestaan een aantal beperkingen voor functies zoals dimmen van knoppen, led's voor pads en weergave. • Sluit het apparaat met behulp van een USB-kabel rechtstreeks aan op een USB 2.0/3.0-poort op uw pc/Mac. •...
Aansluitingen Verbinding maken met in- en uitgangsaansluitingen 1 MIDI-compatibele synthesizer, drumcomputer, geluidsmodule enz. 2 MIDI-compatibele synthesizer, drumcomputer, geluidsmodule, MIDI-toetsenbord enz. 3 DIN SYNC-compatibele synthesizer, drumcomputer, geluidsmodule enz. 4 Pc/Mac 5 CV/GATE/CLOCK-compatibele synthesizer, drumcomputer, geluidsmodule enz. 6 Netstroomadapter (meegeleverd) 7 Netsnoer (meegeleverd) 8 Naar stopcontact...
Pagina 21
Aansluitingen De kabelhaak gebruiken Haak de aansluitkabel van de netstroomadapter vast om te voorkomen dat die per ongeluk wordt losgekoppeld van het apparaat. 1 Plaats de aansluitkabel van de netstroomadapter in de kabelhaak. 2 Steek de stekker van de aansluitkabel in de [DC IN]-aansluiting (1). Als de kabel links van de kabelhaak te lang is, kunt u die enigszins vastmaken (2).
De gegevensstructuur van het apparaat Hieronder ziet u de gegevensstructuur van het apparaat. Project: Een project is een verzameling van het werk dat de gebruiker heeft gemaakt en bevat verscheidene gegevens. Eén project bestaat uit 16 muziekstukken. Muziekstuk: In elk muziekstuk kunnen tot 64 patronen worden gemaakt. U kunt een muziekstuk toewijzen aan een geluidsbron, zoals bijvoorbeeld muziekstuk 1 aan de drums, muziekstuk 2 aan de bas, muziekstuk 3 aan de synthesizer enz.
Pagina 23
De gegevensstructuur van het apparaat Het maximumaantal van elk element dat op dit apparaat kan worden aangemaakt, is als volgt. • Het aantal projecten: • Het aantal muziekstukken voor één project: 16 • Het aantal patronen voor één muziekstuk: 64 •...
Basisfuncties Projectbeheer Een nieuw project maken 1 Druk op de knop [GLOBAL]. De knop gaat branden en het menu GLOBAL verschijnt. 2 Draai aan de draaiknop om [Create New] te selecteren en druk erop. 3 Draai aan de draaiknop om [OK] te selecteren en druk erop. Er wordt een nieuw project aangemaakt.
Basisfuncties Een project laden 1 Druk op de knop [GLOBAL]. De knop gaat branden en het menu GLOBAL verschijnt. 2 Draai aan de draaiknop om [Open(recent)], [Open(by creation)] of [Open(by name)] te selecteren en druk erop. • Selecteer [Open(recent)] om door de projecten te bladeren in de volgorde waarin u ze hebt geopend.
Basisfuncties Een project een naam geven en opslaan 1 Druk op de knop [GLOBAL]. De knop gaat branden en het menu GLOBAL verschijnt. 2 Draai aan de draaiknop om [Save As] te selecteren en druk erop. • Selecteer [Save] om een project te overschrijven. 3 Druk op de []/[]-knop om de cursor te verplaatsen en draai aan de draaiknop om het karakter te wijzigen.
Basisfuncties De naam van een project wijzigen en overschrijven 1 Druk op de knop [GLOBAL]. De knop gaat branden en het menu GLOBAL verschijnt. 2 Draai aan de draaiknop om [Rename & Save] te selecteren en druk erop. 3 Druk op de []/[]-knop om de cursor te verplaatsen en draai aan de draaiknop om het karakter te wijzigen.
Basisfuncties Transport In dit hoofdstuk worden de functies van de knoppen en de regelaars in het Algemeen gedeelte (pagina 9) verklaard. Een sequentie afspelen 1 Druk op de knop [] (afspelen). Het licht in de knop wordt groen en er wordt een sequentie afgespeeld. De 16 pads worden verlicht naargelang de richting van de beweging van de stappen en de status van de stappen die in verscheidene padmodi is ingesteld.
Basisfuncties De speelgegevens in real time opnemen in een sequentie (realtime-opname) De informatie over spelen met de pads, spelen met de Harmonizer en de automatische acties kan worden opgenomen in een sequentie. 1 Druk op de knop [] (opnemen). Het licht in de knop wordt rood en de stand-bymodus voor opname wordt ingeschakeld.
Basisfuncties De BPM (Beats Per Minute) van een sequentie instellen U kunt de BPM aan de hand van de volgende methode instellen: • De BPM instellen met een numerieke waarde • De BPM instellen door op de [TAP]-knop te tikken ...
Gedeelte voor stapbewerking De modus van de 16 pads wisselen U kunt de functies (modi) van de 16 pads indien nodig wisselen. • Modus Muziekstuk (pagina 33): Hiermee selecteert u een van de 16 muziekstukken (huidig muziekstuk) dat u wilt gebruiken of bewerken. •...
Pagina 32
Gedeelte voor stapbewerking • Modus Overbinding (pagina 68): U kunt de overbinding van elke stap (pad) met het geluid van de vorige stap (pad) instellen. • CV-verschuivingsmodus (pagina 69): U kunt de CV-verschuiving instellen voor elke stap. Daarbij wordt de toonhoogte vloeiend naar de volgende stap (pad) toe gewijzigd.
Gedeelte voor stapbewerking TRACK-modus U kunt een van de 16 muziekstukken (huidig muziekstuk) selecteren om het te gebruiken of te bewerken. De verhouding tussen de 16 pads en de 16 muziekstukken is als volgt. (T: Track) Een muziekstuk selecteren 1 Druk op de knop [TRACK]. Het licht in de knop wordt wit en de 16 pads gaan naar de modus Muziekstuk.
Pagina 34
Gedeelte voor stapbewerking 2 Druk op een van de 16 pads. Het bijbehorende muziekstuk wordt geladen als het huidige muziekstuk en het licht in de pad waarop u hebt gedrukt, krijgt dezelfde kleur als die van het muziekstuk. De kleur van de andere pads is ook dezelfde als die van het muziekstuk, maar dan gedimd.
Pagina 35
Gedeelte voor stapbewerking 2 Wanneer u [MIDI1], [MIDI2] of [USB] selecteert, draait u aan de draaiknop om een kanaal te selecteren. U kunt het volgende selecteren. • MIDI1 Ch.1 tot 16 • MIDI2 Ch.1 tot 16 • USB Ch.1 tot 16 Opmerkingen •...
Gedeelte voor stapbewerking TRACK MUTE-modus Hiermee wisselt u tussen aan en uit voor dempen en soleren. De verhouding tussen de 16 pads en de 16 muziekstukken is als volgt. (T: Track) 1 Druk op de knop [TRK MUTE]. Het licht in de knop wordt geel en de 16 pads gaan naar de modus Muziekstuk dempen.
Gedeelte voor stapbewerking • U kunt muziekstukken ook dempen/weer afspelen wanneer u zich in de soleringsmodus bevindt. (Gesoleerde muziekstukken kunnen niet worden gedempt.) • Om de demping of solering van alle muziekstukken in één keer op te heffen, houdt u de [SHIFT]-knop ingedrukt en drukt u op de [TRK MUTE]-knop. Opmerking Tijdens het afspelen van een sequentie wordt het licht in elke geactiveerde pad wit.
Pagina 38
Gedeelte voor stapbewerking De verhouding tussen de 16 pads en de 64 patronen is als volgt. (P: Pattern) (1) Patroonpagina 1, (2) Patroonpagina 2, (3) Patroonpagina 3, (4) Patroonpagina 4...
Gedeelte voor stapbewerking 3 Druk op een van de 16 pads. Wanneer u op een pad drukt waarop een patroon is opgeslagen (fel of gedimd verlicht), gaat het licht in de pad branden en wordt de pad geladen als het huidige patroon.
Gedeelte voor stapbewerking PATTERN SET-modus U kunt een combinatie van patronen die u per muziekstuk hebt geselecteerd, opslaan of ze allemaal samen laden. U kunt als volgt tot 16 patroonsets opslaan in de 16 pads. (PS: Pattern Set) PS10 PS11 PS12 PS13 PS14 PS15 PS16 Een patroonset laden 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [PATTERN].
Gedeelte voor stapbewerking Een patroonset opslaan 1 Druk in de modus Patroonset op een pad waarop geen patroonset is opgeslagen (het licht brandt niet). Het licht in de pad waarop u hebt gedrukt, gaat branden en de combinatie van huidige patronen voor elk muziekstuk wordt opgeslagen. Een patroonset verwijderen 1 Ga naar de modus Patroonset, houd de knoppen [COPY] en [PASTE] samen ingedrukt en druk op een pad met een patroonset.
Gedeelte voor stapbewerking SCALE-modus U kunt toonladders afspelen met de 16 pads. Toonladders afspelen door op de 16 pads te tikken 1 Druk op de knop [SCALE]. Het licht in de knop wordt rood en de 16 pads gaan naar de modus Toonladder. •...
Pagina 43
Gedeelte voor stapbewerking 2 Speel door op de 16 pads te tikken. Het licht in de pad waarop u tikt, wordt wit. De bijbehorende noot wordt afgespeeld. • U kunt voor elk muziekstuk tot 8 noten tegelijk afspelen. • De afgespeelde noot wordt automatisch gecorrigeerd volgens de toonladder die in de functie Melodieregeling is geselecteerd.
Pagina 44
Gedeelte voor stapbewerking Het notenbereik van de 16 pads wijzigen In de modus Toonladder kunt u het bereik van de noten die via de 16 pads worden afgespeeld, wijzigen. 1 Druk op de knop [SCALE]. Het licht in de knop wordt rood en de 16 pads gaan naar de modus Toonladder. 2 Druk op de []/[]-knop.
Gedeelte voor stapbewerking Afspelen met behulp van de functie Noten herhalen Met deze functie kunt u een effect krijgen alsof er herhaaldelijk en met regelmatige tussenpozen op de 16 pads wordt getikt. 1 Druk op de knop [SCALE]. Het licht in de knop wordt rood en de 16 pads gaan naar de modus Toonladder. 2 Draai aan de draaiknop om een positie te selecteren voor de functie Noten herhalen.
Pagina 46
Gedeelte voor stapbewerking • Note Repeat(Bottom pads): de pads met Noten herhalen zijn PAD 13 tot en met PAD 16. (1) Pad met Noten herhalen • De locatie van de pads waarop Noten herhalen is toegepast, is als volgt: (1) 1/8 (achtste noot), (2) 1/16 (zestiende noot), (3) 1/32 (tweeëndertigste noot), (4) triool U kunt de noten in triolen herhalen door de pad met het triool (4) samen met de pads met Noten herhalen (1) tot en met (3) ingedrukt te houden.
Gedeelte voor stapbewerking Sequentie starten via pad gebruiken om een sequentie af te spelen U kunt de functie Sequentie starten via pad gebruiken om een sequentie af te spelen wanneer op de pad wordt getikt. 1 Druk op de knop [SCALE]. Het licht in de knop wordt rood en de 16 pads gaan naar de modus Toonladder.
Gedeelte voor stapbewerking 5 Druk opnieuw op de knop [] (opnemen). Het licht in de knop gaat uit en het apparaat verlaat de opnamemodus. • Voor één stap kunt u tot 8 noten opnemen. Opmerkingen • U kunt de informatie over de opgenomen noot in stappen bewerken. Voor meer informatie, zie "Stapsgewijze opname op de 16 pads"...
Gedeelte voor stapbewerking Een setnummer instellen Er zijn 18 verschillende sets met akkoorden beschikbaar in de modus Akkoord. 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [SCALE]. Het licht in de knop knippert rood en het licht in de 16 pads wordt roze of gedimd.
Gedeelte voor stapbewerking TRANSPOSE-modus In deze modus transponeert u het huidige patroon in real time door op de 16 pads te drukken. De voor elke pad ingestelde transpositiewaarde is als volgt. - 12 - 10 1 Druk op de knop [TRANSPOSE]. Het licht in de knop wordt rood en de 16 pads gaan naar de modus Transponeren.
Gedeelte voor stapbewerking TRIGGER-modus U kunt frasen aanmaken door middel van sequencing (stapsgewijze opname) van elke pad (stap), de gedempte/niet-gedempte status voor elke noot in de pad en verscheidene parameters. De verhouding tussen de 16 pads en de stap in de TRIGGER-modus Op dit apparaat kunt u stapsgewijs opnemen door voor elke pad verscheidene parameters in te stellen.
Gedeelte voor stapbewerking De parameters voor de TRIGGER-modus U kunt de volgende parameters instellen voor elke pad (stap) en elke noot in de Trigger-modus. De parameters voor elke noot (nootgegevens) U kunt voor elke noot de volgende parameters instellen. •...
Pagina 53
Gedeelte voor stapbewerking De parameters voor elke pad (stap) U kunt voor elke pad (stap) de volgende parameters instellen. • Waarde voor TELLER: Hiermee stelt u het aantal stappen in dat voor elke pad moet worden geteld. Als de waarde voor TELLER [1] is, gaat de pad naar de volgende pad na de duur van één stap.
Pagina 54
Gedeelte voor stapbewerking • Waarde voor DELEN: Hiermee stelt u in hoeveel keer een noot voor elke pad wordt getriggerd. Als de waarde voor DELEN [1] is, wordt de pad één keer getriggerd. Als de waarde voor DELEN [3] is, wordt de pad drie keer getriggerd en wordt de GATE-waarde van de noot automatisch verlaagd naar 1/3 van de lengte.
Gedeelte voor stapbewerking Stapsgewijze opname op de 16 pads 1 Druk op de knop [TRIGGER]. Het licht in de knop wordt oranje en de 16 pads gaan naar de Trigger-modus. • De verlichting van elke pad vormt een indicatie van de statussen wel/niet gedempt, Overbinding, Actief en CV-verschuiving.
Pagina 56
Gedeelte voor stapbewerking • CV-verschuiving kan alleen worden ingeschakeld wanneer de uitgangsaansluiting van een muziekstuk is ingesteld op [CV/GATE1] of [CV/GATE2]. 2 Druk op de 16 pads om elke pad (stap) te dempen/weer af te spelen. Als u herhaaldelijk op de pad drukt, wisselt u tussen de niet-gedempte status (verlicht) van het afspelen van de in de pad ingestelde nootgegevens en de gedempte status (gedimd verlicht) wanneer die niet worden afgespeeld.
Pagina 57
Gedeelte voor stapbewerking Gegevens van één noot (monofone noot) instellen op één pad 1 Houd de pad waarvoor de nootgegevens moeten worden ingesteld, ingedrukt en draai aan de regelaar [PITCH/CC1], [GATE/CC2] of [VELOCITY/CC3] of druk op de []/[]-knop. De nootgegevens verschijnen op het display en u kunt de bijbehorende parameters als volgt instellen.
Pagina 58
Gedeelte voor stapbewerking 2 Blijf de pad ingedrukt houden en druk op de draaiknop. Als u herhaaldelijk op de draaiknop drukt, wisselt u tussen de gedempte en de niet-gedempte status. De status dempen/weer afspelen verschijnt op het display. • Wit vierkant ( ): niet gedempt ...
Pagina 59
Gedeelte voor stapbewerking • Als u geen enkele pad ingedrukt houdt en bovenstaande acties uitvoert, kunt u de parameters van alle pads in het huidige patroon tegelijkertijd wijzigen. Op dit moment kunt u geen andere noot instellen door aan de draaiknop te draaien.
Pagina 60
Gedeelte voor stapbewerking Opmerkingen • Naast de Trigger-modus kunt u ook de volgende modi gebruiken om de lengte van het patroon te wijzigen. – Modus Muziekstuk – Modus Muziekstuk dempen – Scale-modus – Modus Transponeren – CC-modus – CV-verschuivingsmodus • In het algemeen stemt één pad overeen met één stap, maar u kunt het aantal stappen dat met één pad wordt geteld, wijzigen door de waarde voor TELLER (pagina 53) in te stellen voor elke pad.
Pagina 61
Gedeelte voor stapbewerking (1) De maximale waarde voor TOONHOOGTE bereikt noot 127 (2) De minimale waarde voor TOONHOOGTE bereikt noot 0...
Pagina 62
Gedeelte voor stapbewerking GATE-waarde, waarde voor SNELHEID, waarde voor TELLER, waarde voor DELEN De bovenstaande parameters die op meerdere pads zijn ingesteld, worden gelijkmatig gewijzigd. Ook als de maximum- of de minimumwaarde van elke parameter de volgende waarde bereikt, kunt u nog wijzigingen aanbrengen.
Pagina 63
Gedeelte voor stapbewerking Voorbeeld 1: de waarde voor SNELHEID neemt toe (1) Waarde voor SNELHEID neemt gelijkmatig toe (2) Waarde voor SNELHEID kan worden verhoogd tot het maximum Step Step Step...
Pagina 64
Gedeelte voor stapbewerking Voorbeeld 2: de waarde voor SNELHEID neemt af (1) Waarde voor SNELHEID neemt gelijkmatig af (2) Waarde voor SNELHEID kan worden verlaagd tot het minimum Step Step Step...
Gedeelte voor stapbewerking Modus CC (Control Change) U kunt de parameters van externe apparatuur regelen via dit apparaat door tot 5 MIDI-regelnummers aan elk muziekstuk toe te wijzen en de MIDI-regelwaarden in elke pad (stap) te sequencen (stapsgewijs op te nemen).
Gedeelte voor stapbewerking Stapsgewijze opname van de regelwaarde op de 16 pads 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [TRIGGER]. Het licht in de knop [TRIGGER] knippert oranje en de 16 pads gaan naar de CC-modus. Het nummer van de regelaar en de regelwaarde verschijnen op het display.
Pagina 67
Gedeelte voor stapbewerking 3 Druk op de draaiknop. De markering op het display wordt verplaatst naar het nummer van de regelaar. (1) Nummer regelaar 4 Draai aan de draaiknop om het nummer van de regelaar te selecteren. • Als u op de draaiknop drukt, wisselt de markering tussen toewijzen aan de regelaar en het nummer van de regelaar instellen.
Gedeelte voor stapbewerking Opmerkingen • Als u aan de regelaar draait die bij het nummer van de regelaar die u wilt instellen hoort, wordt het nummer van de regelaar onmiddellijk gewisseld. • Als u meerdere pads ingedrukt houdt en bovenstaande acties uitvoert, kunt u de regelwaarden van alle ingedrukte pads tegelijkertijd wijzigen.
Gedeelte voor stapbewerking CV SLIDE-modus In deze modus kan CV-verschuiving voor elke stap worden ingesteld waardoor de waarde voor TOONHOOGTE naadloos overgaat in de waarde voor TOONHOOGTE van de volgende stap (pad). Deze modus is beschikbaar wanneer [CV/GATE1] of [CV/GATE2] is ingesteld.
Gedeelte voor stapbewerking ACTIVE-modus In deze modus kunt u elke stap instellen op Actief of Inactief. Inactieve stappen worden uit de sequentie verwijderd en overgeslagen tijdens het afspelen van het patroon. Een stap instellen op Actief/Inactief 1 Druk op de knop [TRIGGER] of druk op de knop [TRIGGER] terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt.
Gedeelte voor stapbewerking INTERPOLATION Door elke parameter in te stellen voor de stappen op het begin-, middelste en eindpunt, interpoleert het apparaat automatisch parameters voor de stappen ertussen. De volgende parameters kunnen met deze functie worden geïnterpoleerd. • Waarde voor TOONHOOGTE •...
Gedeelte voor stapbewerking • Wanneer er meerdere noten zijn voor een stap is de werking als volgt: – TOONHOOGTE: de geïnterpoleerde waarde voor TOONHOOGTE wordt toegepast op noot 1. De waarden voor TOONHOOGTE voor noten 2 tot en met 8 worden niet gebruikt. –...
Pagina 73
Gedeelte voor stapbewerking (1) Parameters van het begin-, middelste en eindpunt 3 Druk op de knop waarop u in stap 1 heeft gedrukt. Het apparaat verlaat de interpolatiemodus en de 16 pads keren terug naar de vorige modus.
Gedeelte voor stapbewerking RANDOMIZER In deze modus kunt u willekeurig dempen/weer afspelen en de waarde voor TOONHOOGTE, GATE of SNELHEID of de regelwaarde instellen voor elke stap in het huidige patroon. De RANDOMIZER-functie gebruiken 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [ACTIVE], [PITCH], [GATE] of [VELOCITY].
Gedeelte voor stapbewerking HARMONIZER Over de HARMONIZER Met deze functie speelt u akkoorden af met de waarde TOONHOOGTE van de parameter als grondtoon. Wanneer u speelt door in de modus Toonladder op de pads te tikken of door een patroon af te spelen, drukt u op een van de [HARMONIZER]-knoppen om akkoorden te spelen met de stap op het punt van de ingedrukte knop als grondtoon.
Gedeelte voor stapbewerking De HARMONIZER gebruiken U kunt de Harmonizer gebruiken tijdens de modus Toonladder (pagina 42) of tijdens het afspelen van een patroon (pagina 28). Opmerkingen • Noten die door de Harmonizer worden getriggerd en boven de bovengrens van het MIDI-nootnummer liggen, worden niet afgespeeld.
Gedeelte voor stapbewerking COPY/PASTE Als u de knop [COPY] of de knop [PASTE] ingedrukt houdt en op de 16 pads drukt, kunt u de volgende functies activeren. • Kopiëren/plakken voor de stap • Kopiëren/plakken voor het patroon • Kopiëren/plakken voor de noot Een stap kopiëren/plakken 1 Druk op de knop [TRIGGER] of houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [TRIGGER].
Gedeelte voor stapbewerking Patronen kopiëren/plakken 1 Druk op de knop [PATTERN]. De 16 pads gaan naar de modus Patroon. 2 Houd de knop [COPY] ingedrukt en druk op de pad die u wilt kopiëren. Het licht in de pad die wordt gekopieerd, wordt blauw. 3 Houd de knop [PASTE] ingedrukt en druk op de pad waarnaar u wilt plakken.
Pagina 79
Gedeelte voor stapbewerking 4 Houd de knop [PASTE] ingedrukt en druk op de pad waarnaar u wilt plakken. Het licht in de pad waarnaar wordt geplakt, wordt blauw en de noot op de gekopieerde pad wordt overschreven. • Wanneer u meer dan één pad kopieert, worden alle op de gekopieerde pad ingestelde noten op de pad waarnaar wordt geplakt, overschreven als akkoorden.
Gedeelte voor stapbewerking DELETE Als u de knoppen [COPY] en [PASTE] ingedrukt houdt en bepaalde acties uitvoert, kunt u de volgende functies activeren. • De op de sequentie opgenomen automatische acties (Transponeren, Groove verbuigen, Snelheidsregeling, Ritmeregeling) verwijderen • De stap initialiseren •...
Gedeelte voor stapbewerking Een stap initialiseren 1 Druk op de knop [TRIGGER] of houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [TRIGGER]. De 16 pads keren terug naar de Trigger- of CC-modus. 2 Houd de knoppen [COPY] en [PASTE] ingedrukt en druk op de pad van de stap die u wilt initialiseren.
Gedeelte voor stapbewerking Een patroon verwijderen 1 Druk op de knop [PATTERN]. De 16 pads gaan naar de modus Patroon. 2 Houd de knoppen [COPY] en [PASTE] ingedrukt en druk op de pad van het patroon dat u wilt verwijderen. Het patroon wordt verwijderd en het licht in de pad gaat uit.
Gedeelte voor stapbewerking STEP SHIFT Met deze functie verschuift u alle stappen (inclusief inactieve stappen) in het huidige patroon voor- en achterwaarts. 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en draai aan de [DIVIDE/CC5]- regelaar. Draai hem naar links om de stappen voorwaarts te verschuiven of draai hem naar rechts om de stappen achterwaarts te verschuiven.
Gedeelte voor stapbewerking FIXED LENGTH Met deze functie legt u de lengte van een patroon automatisch vast met een vooraf bepaald aantal beats. Naar FIXED LENGTH gaan 1 Druk op de knop [FIXED LENGTH]. Het licht in de knop gaat branden en Vaste lengte wordt ingeschakeld. Wanneer u afspeelt volgens de ingestelde lengte wordt de afspeelpositie automatisch naar de eerste stap verplaatst om het afspelen te herhalen.
Gedeelte voor frasearrangement Functie SPEED MODULATION U kunt een unieke groove creëren door de afspeelsnelheid te variëren. Voorbeeld: basissequentie Trigger Time Line Voorbeeld: sequentie met Snelheidsmodulatie (1) Wanneer Depth [32] is, (2) Wanneer Depth [63] is Trigger Time Line DEPTH : 32 Time Line SHAPE : Saw MOD LENGTH : 16 step...
Pagina 86
Gedeelte voor frasearrangement De functie Snelheidsmodulatie bevat de volgende drie instellingen. • Vorm (pagina 87) Draai aan de [SHAPE]-regelaar om te selecteren welke golfvorm moet worden gebruikt voor de modulatie. • Modulation Length (pagina 88) Draai aan de [MOD LENGTH]-regelaar om de modulatiecyclus in stappen in te stellen.
Gedeelte voor frasearrangement Instelling SHAPE 1 Draai aan de [SHAPE]-regelaar om te selecteren welke golfvorm moet worden gebruikt voor de modulatie. Zowel de naam van de golfvorm vóór de wijziging als de naam van de golfvorm na de wijziging worden getoond op het display. (1) Golfvorm vóór de wijziging, (2) Golfvorm na de wijziging •...
Pagina 88
Gedeelte voor frasearrangement MODULATION LENGTH instellen 1 Draai aan de [MOD LENGTH]-regelaar om de modulatiecyclus in te stellen. Zowel de waarde vóór de wijziging als de waarde na de wijziging worden getoond op het display. U kunt het bereik instellen in stappen van [2 step] tot en met [64 step]. (1) Waarde vóór de wijziging, (2) Waarde na de wijziging •...
Pagina 89
Gedeelte voor frasearrangement Voorbeeld: wanneer u de [MOD LENGTH]-regelaar van de zaagvormige golf naar links of rechts draait om de ingestelde waarde te veranderen (1) [32 step], (2) [16 step], (3) [8 step] Time Line 32 step Time Line 16 step Time Line 8 step...
Pagina 90
Gedeelte voor frasearrangement DEPTH instellen 1 Draai aan de [DEPTH]-regelaar om aan te passen in welke mate de modulatie invloed heeft op het patroon. Zowel de waarde vóór de wijziging als de waarde na de wijziging worden getoond op het display. (1) Waarde vóór de wijziging, (2) Waarde na de wijziging •...
Gedeelte voor frasearrangement Functie MELODIC CONTROL Met deze functie kunt u de algemene sfeer van een frase gemakkelijk wijzigen door de toonladder of de toonsoort van het patroon te veranderen of de Arpeggiator te gebruiken. De functie Melodieregeling bevat de volgende drie instellingen. •...
Pagina 92
Gedeelte voor frasearrangement Scale instellen 1 Draai aan de [SCALE]-regelaar om een naam voor de toonladder te selecteren. Zowel de naam van de toonladder vóór de wijziging als de naam van de toonladder na de wijziging worden getoond op het display. (1) Naam van de toonladder vóór de wijziging, (2) Naam van de toonladder na de wijziging •...
Pagina 93
Gedeelte voor frasearrangement Hele toon ([WHOLE T.]): C D E F# Ab Bb Verminderd ([DIMINISH]): C D Eb F Gb G# A B Gecombineerd ([COMBO D]): C Db Eb bF bG G A Bb verminderd Gealtereerd ([ALTERED]): C Db D# E F# Ab Bb Majeur blues ([M.
Pagina 94
Gedeelte voor frasearrangement • Het licht in de pads wijst op de volgende statussen. – Rood verlicht: grondtoon van elke toonladder – Gedimd rood verlicht: constituerende noot van de toonladder – Uit: noot die niet bestaat in de toonladder Huidig patroon Voorbeeld: wanneer u verandert van de chromatische toonladder ([CHROMA]) naar de toonladder mineur blues ([m.BLUES]) in de toonsoort C.
Gedeelte voor frasearrangement De KEY instellen 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en draai aan de [SCALE]- regelaar om de toonsoort te selecteren. Zowel de toonsoort vóór de wijziging als de toonsoort na de wijziging worden getoond op het display. (1) Toonsoort vóór de wijziging, (2) Toonsoort na de wijziging •...
Gedeelte voor frasearrangement De grondtoon van de toonladder van het huidige patroon wordt ook gewijzigd naar de ingestelde toonsoort en het patroon wordt getransponeerd. De ARPEGGIATOR gebruiken Als de functie Arpeggio is ingeschakeld, worden tijdens het afspelen van een sequentie getriggerde noten afgespeeld als arpeggio. Bovendien wordt, ook als het afspelen van de sequentie wordt stopgezet, het afspelen van het arpeggio uitgevoerd met noten die worden getriggerd doordat u de pads vasthoudt.
Gedeelte voor frasearrangement Functie GROOVE CONTROL Voor de functie Swing of Groove verbuigen kunt u uw eigen groove aanmaken door de triggertiming in real time te veranderen. SWING gebruiken Met Swing vertraagt u de triggertiming en maakt u verscheidene grooves aan. 1 Draai aan de [SWING]-regelaar om de Swing-waarde in te stellen.
Gedeelte voor frasearrangement • Als de ingestelde waarde wordt gewijzigd van [0] % naar [100] % wordt de triggertiming van de even stap vertraagd. Als de waarde is ingesteld op [0] % is er geen Swing-effect. Als de waarde is ingesteld op [100] % wordt de triggertiming verschoven naar de positie van 1/32T.
Pagina 99
Gedeelte voor frasearrangement Voorbeeld: verplaats de [GROOVE BEND]-schuifregelaar (1) Normale triggertiming (2) Triggertiming verschoven door [GROOVE BEND] (3) Het gedeelte wanneer u de [GROOVE BEND]-schuifregelaar naar links verplaatst (4) Het gedeelte wanneer u de [GROOVE BEND]-schuifregelaar naar rechts verplaatst Trigger Time Line Time Line...
Gedeelte voor frasearrangement Functie RUNNING DIRECTION U kunt gemakkelijk een nieuwe frase creëren op basis van een patroon door de afspeelrichting van de sequentie op de 16 pads te veranderen. De richting van de sequentie instellen 1 Druk op de knop [ ], [ ], [ ], [ ], [...
Gedeelte voor frasearrangement Knop [SHIFT]-knop + knop De voortgang van de stap omkeren (REVERSE) Keer de bij "De richting van de sequentie instellen" (pagina 100) ingestelde richting om. 1 Druk op de knop [REV]. Het licht in de knop wordt geelgroen en de richting wordt omgekeerd. •...
Gedeelte voor frasearrangement De stap heen en weer laten lopen (SWITCH BACK) De voortgang verloopt heen en weer tussen de eerste en de laatste stappen van het patroon en dat volgens de richting die is ingesteld in "De richting van de sequentie instellen" (pagina 100). 1 Druk op de knop [SWITCH BACK].
Gedeelte voor frasearrangement Functie SPEED CONTROL Verander de afspeelsnelheid van het huidige patroon in real time om intuïtief een uitvoerige frase te maken. De afspeelsnelheid van het huidige patroon halveren 1 Houd de knop [1/2X] ingedrukt terwijl de sequentie wordt afgespeeld.
Gedeelte voor frasearrangement • Als u de knop ingedrukt houdt, wordt de uitvoer van de getriggerde noot vastgehouden door in de achtergrond de vorige afspeelpositie te behouden. Als u de knop loslaat, gaat het licht in de knop uit, wordt Gate Hold geannuleerd en wordt er afgespeeld vanaf de vorige afspeelpositie.
Gedeelte voor frasearrangement Functie RHYTHMIC CONTROL U kunt eenvoudig fill-ins en nieuwe frasen maken door een deel van een patroon in een loop af te spelen of de kans op triggers te wijzigen. Delen van een patroon afspelen in een loop Met deze functie wordt er een loop afgespeeld op het punt van het patroon dat wordt afgespeeld.
Pagina 107
Gedeelte voor frasearrangement • Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en op een van de knoppen drukt, wordt de loop herhaaldelijk afgespeeld, zelfs als u de knop loslaat (functie Vasthouden). Houd de knop ingedrukt en druk op een van de knoppen om het afspelen van de loop te annuleren.
Gedeelte voor frasearrangement • Als u op de knop [TRIPLET] of de knop [DOTTED] drukt en tegelijkertijd de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt, blijft het effect behouden, zelfs als u de knop loslaat (functie VASTHOUDEN). Op dat moment worden ook de knoppen [1/4], [1/8], [1/16] en [1/32] tegelijk ingedrukt gehouden.
Algemeen gedeelte UNDO U kunt bepaalde specifieke acties van het apparaat ongedaan maken en de vorige status herstellen. In het apparaat kunnen tot 16 oudere acties worden opgeslagen en u kunt het apparaat naar een van de statussen herstellen. De volgende acties kunnen ongedaan worden gemaakt. •...
Pagina 110
Algemeen gedeelte 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [] (opnemen). Oudere acties worden op het display getoond. (1) Nummer in geschiedenis, (2) Muziekstuknummer, (3) Patroonnummer, (4) Actie • Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt om in het menu History te blijven. •...
Algemeen gedeelte TIME WARP Het apparaat registreert alle interne muziekstukinformatie automatisch in de achtergrond zodat u eerder afgespeelde patronen kunt afspelen en opslaan als nieuwe patronen. 1 Druk op de knop [TIME WARP]. Het licht in de knop wordt wit en de modus Tijdverschuiving wordt ingeschakeld.
Pagina 112
Algemeen gedeelte 3 Druk op de gewenste pad om het voorbeeld af te spelen. Het apparaat speelt de loop volgens de opgegeven lengte af vanaf de pad die werd ingedrukt. • Telkens als u op een pad drukt, start het voorbeeld van het patroon opnieuw. •...
Instellingen aanpassen U kunt de instellingen van het apparaat aanpassen via het menu GLOBAL of via de knoppen, afhankelijk van om welke instellingen het gaat. GLOBAL-instellingen Druk op de knop [GLOBAL] om het menu GLOBAL te openen. Lijst met instelitems De cijfers tussen haakjes verwijzen naar de betreffende pagina's.
Pagina 114
Instellingen aanpassen Instelling [Brightness] (121) Display (121) 1, 2* tot 4 Buttons Full Lit (121) 1 tot 4*, 5 Pads Full Lit (121) 1 tot 3*, 4 Pads Dim Lit (121) 1 tot 3*, 4 Instelling [Pad] (122) Velocity (122) Disable, Enable* Velocity Curve (122)
Pagina 115
Instellingen aanpassen Instelling [CV] (124) Hz/V 8V, V/Oct 1V, V/Oct 2V, CV1 Range (124) V/Oct 5V*, V/Oct 10V, V/Oct −5V • Als [Middle C] van de instelling [Etc] op [C3] staat: C-2 tot C1* tot • Als [Middle C] van de instelling CV1 Ref.
Pagina 118
Instellingen aanpassen Instelling [Randomizer] (142) • Als [Middle C] van de instelling [Etc] op [C3] staat: C-2 tot C3* tot • Als [Middle C] van de instelling Pitch Min (142) [Etc] op [C4] staat: C-1 tot C4* tot • Als [Middle C] van de instelling [Etc] op [C5] staat: C-0 tot C5* tot •...
Pagina 119
Instellingen aanpassen Instelling [Etc] (144) Middle C (144) C3, C4*, C5 Auto Power Off (144) Disable, Enable* Disable, Enable*, Ena(Mute Cur Step Preview (144) Tr), Ena(Mute All Tr), Ena(Stop/ Pause) Reset All Settings (145) − Restore Demo (145) − System Info (145) −...
Instellingen aanpassen Het menu GLOBAL gebruiken 1 Druk op de knop [GLOBAL]. Het menu GLOBAL verschijnt op het display. 2 Draai aan de draaiknop om een instelling te selecteren en druk erop. De markering wordt verplaatst naar de waarde van het geselecteerde item. Op het display verschijnen de waarden vóór en na de wijziging.
Instellingen aanpassen Instelling [Brightness] De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Display Ingestelde waarde: 1, 2* tot 4 Pas de helderheid van het display aan. Hoe groter de ingestelde waarde, des te helderder het display. Buttons Full Lit Ingestelde waarde: 1 tot 4*, 5 Stel de helderheid van de knoppen in.
Instellingen aanpassen Instelling [Pad] De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Velocity Ingestelde waarde: Disable, Enable* Zet SNELHEID op Disable of Enable. Wanneer u SNELHEID op Disable zet, wordt de waarde vastgesteld op 127, ongeacht hoe hard u op de 16 pads tikt. ...
Instellingen aanpassen Instelling [CV/GATE OUT] U kunt de bronaansluiting en het kanaal instellen voor de conversie van MIDI naar CV/GATE. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. CV/GATE1 From Ingestelde waarde: Disable*, MIDI Ch.1 tot MIDI Ch.16, USB Ch.1 tot USB Ch.16 Stel de ingangsaansluiting en het ingangskanaal in van MIDI-signalen die na CV/GATE-conversie worden verzonden naar de [CV OUT1]- en...
Pagina 124
Instellingen aanpassen Instelling [CV] U kunt de instellingen van de volgende aansluitingen wijzigen. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. CV1 Range Ingestelde waarde: Hz/V 8V, V/Oct 1V, V/Oct 2V, V/Oct 5V*, V/Oct 10V, V/Oct −5V Stel de uitgangsmethode en het bereik van de uitgangsspanning voor CV van de [CV OUT1]-aansluiting in.
Pagina 125
Instellingen aanpassen • V/Oct 5V: V/Oct-methode, 1 V staat voor één octaaf. Het bereik van de uitgangsspanning loopt van 0 V tot 5 V (5 octaven). • V/Oct 10V: V/Oct-methode, 1 V staat voor één octaaf. Het bereik van de uitgangsspanning loopt van 0 V tot 10 V (10 octaven).
Pagina 126
Instellingen aanpassen Opmerkingen • Het bereik van de noten voor de [CV OUT1]-aansluiting wordt bepaald in overeenstemming met de instellingen [CV1 Range] en [CV1 Ref. Note]. Als een noot wordt afgespeeld die buiten het bereik valt, wordt de onder- of de bovengrens van het bereik voor de uitgangsspanning dat bij [CV1 Range] is ingesteld, uitgevoerd.
Pagina 127
Instellingen aanpassen CV2 Ref. Note De waarden worden als volgt ingesteld. • Als [Middle C] van de instelling [Etc] op [C3] staat: C-2 tot C1* tot C6 • Als [Middle C] van de instelling [Etc] op [C4] staat: C-1 tot C2* tot C7 •...
Instellingen aanpassen Instelling [GATE] U kunt de instellingen van de volgende aansluitingen wijzigen. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. GATE1 Mode Ingestelde waarde: S-Trigger, V-Trigger 5V*, V-Trigger 10V Stel de uitgangsmethode in voor de [GATE OUT1]-aansluiting. • S-Trigger: Kortsluittrigger of negatieve triggermethode De uitvoer is open (open) of kort (kortgesloten).
Pagina 129
Instellingen aanpassen GATE1 Polarity Ingestelde waarde: −, +* Stel de polariteit in voor de [GATE OUT1]-aansluiting. − is een negatieve logica en + is een positieve logica. Controleer de specificaties voor de Gate-ingang van de aangesloten apparatuur en kies een geschikte waarde. Stel de bedieningsstatus van de aansluiting tijdens Gate aan en Gate uit in met [GATE1 Mode] (pagina 128).
Instellingen aanpassen Instelling [Sync Common] Stel de algemene items voor de tijdklok in. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Sync Source Ingestelde waarde: DIN MIDI, USB MIDI, DIN SYNC, CLOCK, Internal* Stel de klokbron in als master. Opmerking Als u de ingestelde waarde wijzigt terwijl een sequentie wordt afgespeeld, wordt het afspelen van de sequentie stopgezet.
Instellingen aanpassen Instelling [DIN SYNC] U kunt de instellingen van de volgende aansluitingen wijzigen. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. OUT1 Sync Mode Ingestelde waarde: Sync24*, Sync48 Stel de snelheid van de tijdklok uit de [DIN SYNC OUT1]-aansluiting in. Controleer de specificaties van de aangesloten apparatuur en kies een geschikte waarde.
Pagina 132
Instellingen aanpassen OUT1 Cont/Rst Start Ingestelde waarde: Disable*, Enable Stel de uitvoer voor het Continue/Reset Start-signaal in op Disable/ Enable van de [DIN SYNC OUT1]-aansluiting. Controleer de specificaties van de aangesloten apparatuur en kies een geschikte waarde. • Disable: het Continue/Reset Start-signaal wordt niet verzonden wanneer u begint met spelen.
Pagina 133
Instellingen aanpassen OUT2 Cont/Rst Start Ingestelde waarde: Disable*, Enable Stel de uitvoer voor het Continue/Reset Start-signaal in op Disable/ Enable van de [DIN SYNC IN/OUT2]-aansluiting. Controleer de specificaties van de aangesloten apparatuur en kies een geschikte waarde. Voor meer informatie over de ingestelde waarde, zie "OUT1 Cont/Rst Start"...
Instellingen aanpassen Instelling [CLOCK] U kunt de instellingen van de volgende aansluitingen wijzigen. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. OUT Sync Mode Ingestelde waarde: 1ppqn, 2ppqn, 4ppqn, 24ppqn*, 48ppqn Stel de snelheid van de tijdklok van de [CLOCK OUT]-aansluiting in. Controleer de specificaties van de aangesloten apparatuur en kies een geschikte waarde.
Pagina 135
Instellingen aanpassen OUT Polarity Ingestelde waarde: −, +* Stel de polariteit in voor de [CLOCK OUT]-aansluiting. − is dalend, + is stijgend. Controleer de specificaties van de aangesloten apparatuur en kies een geschikte waarde. • −: Selecteer dit wanneer de aangesloten apparatuur de puls van de tijdklok triggert bij dalen (negatieve grenstrigger).
Pagina 136
Instellingen aanpassen • 4ppqn: Tijdkloksnelheid van 4ppqn (Pulse Per Quarter Note) 1 puls van de ingevoerde tijdklok wordt geteld als 1/4 beat (16e noot). • 24ppqn: Tijdkloksnelheid van 24ppqn (Pulse Per Quarter Note) 24 pulsen van de ingevoerde tijdklok worden geteld als de lengte van één kwartnoot.
Pagina 137
Instellingen aanpassen IN Polarity Ingestelde waarde: −, +* Stel de polariteit in voor de [CLOCK IN]-aansluiting. − is dalend, + is stijgend. Controleer de specificaties van de aangesloten apparatuur en kies een geschikte waarde. • −: Selecteer dit wanneer de uitvoer van de tijdklok van de aangesloten apparatuur wordt getriggerd bij een dalende puls (negatieve grenstrigger).
Instellingen aanpassen Instelling [MIDI IN] U kunt de instellingen van de volgende aansluitingen wijzigen. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Sync Ingestelde waarde: Disable, Receive* Stel de ontvangst van de tijdklok van de [USB]- en de [MIDI IN]- aansluiting in op Disable/Receive. ...
Instellingen aanpassen Instelling [MIDI OUT] U kunt de instellingen van de volgende aansluitingen wijzigen. De standaardinstelling wordt aangeduid met *. OUT1 Mode Ingestelde waarde: MIDI OFF, OUT*, OUT+MIDI IN, OUT+USB IN Stel de [MIDI OUT1]-aansluiting in. • MIDI OFF: MIDI-berichten worden niet verzonden.
Pagina 140
Instellingen aanpassen OUT2 Mode Ingestelde waarde: MIDI OFF, OUT, OUT+MIDI IN, OUT+USB IN, THRU (MIDI IN)*, THRU (USB IN) Stel de [MIDI THRU/OUT2]-aansluiting in. • MIDI OFF: MIDI-berichten worden niet verzonden. • OUT: MIDI-berichten van het apparaat worden verzonden. •...
Pagina 141
Instellingen aanpassen USB Start/Stop Ingestelde waarde: Disable, Send* Stel het verzenden van de Start-, Stop- en Continue-berichten via de [USB-B]-aansluiting in op Disable/Send.
Instellingen aanpassen Instelling [Randomizer] Stel het bereik van de waarden voor TOONHOOGTE, GATE en SNELHEID en de regelwaarden in die willekeurig zijn aangemaakt met behulp van de Randomizer-functie. Pitch Min Ingestelde waarde: • Als [Middle C] van de instelling [Etc] op [C3] staat: C-2 tot C3* tot •...
Pagina 143
Instellingen aanpassen Gate Max Ingestelde waarde: 0.125 Steps tot 1 Step* tot 16 Steps Stel de maximale Gate-waarde in. De ondergrens is de waarde die is ingesteld bij [Gate Min]. Velocity Min Ingestelde waarde: 0* tot 60* tot 127 Stel de minimale Velocity-waarde in.
Instellingen aanpassen Instelling [Etc] De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Middle C Ingestelde waarde: C3, C4*, C5 Stel een naam in voor de toonhoogte die aan nootnummer 60 moet worden toegewezen. Auto Power Off Ingestelde waarde: Disable, Enable* Stel Automatisch uitschakelen in op Disable/Enable.
Pagina 145
Instellingen aanpassen Reset All Settings Selecteer dit om het menu GLOBAL te resetten. Als u het menu GLOBAL reset, worden de fabrieksinstellingen hersteld. • Sommige instellingen kunnen mogelijk niet worden gereset omdat ze bij projecten horen. Als dat het geval is, controleert u de desbetreffende instellingen.
Instellingen aanpassen QUANTIZE-instellingen Met QUANTIZE corrigeert u imperfecties in de triggertiming die zijn opgetreden tijdens de realtime-opname met behulp van de 16 pads. Elke invoervertraging die korter is dan een vierde van de ingestelde beat wordt gekwantiseerd naar de vorige beat. Elke invoervertraging die groter is dan een vierde van de ingestelde beat wordt gekwantiseerd naar de volgende beat.
Instellingen aanpassen Instelling QUANTIZE De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Quantize-bereik Ingestelde waarde: OFF, 1/32, 1/16*, 1/8 De verhouding tussen de ingestelde waarde en de positie van de beat die moet worden gekwantiseerd, is als volgt. • OFF: Quantize is niet ingesteld •...
Instellingen aanpassen ARPEGGIATOR-instellingen Opmerking Voor de bediening van de Arpeggiator, zie "De ARPEGGIATOR gebruiken" (pagina 96). De ARPEGGIATOR instellen 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [ARP]. De Arpeggiator-instellingen verschijnen op het display. 2 Draai aan de draaiknop om een instelling te selecteren en druk erop.
Instellingen aanpassen Instelling ARPEGGIATOR De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Rate Ingestelde waarde: 1/2, 1/4, 1/8D, 1/8, 1/8T, 1/16*, 1/16T, 1/32 U kunt de snelheid van de BPM van de Arpeggiator instellen. Style Ingestelde waarde: Up*, Down, Up+Down, Random Deze instelling gebruikt u voor acties op de Arpeggiator wanneer u meerdere pads indrukt.
Pagina 150
Instellingen aanpassen • 3 Oct: arpeggio wordt afgespeeld en het akkoord wordt aangehouden, samen met hetzelfde akkoord van twee octaven en één octaaf hoger. Gate Length Ingestelde waarde: 1 % tot 100 %* Hiermee stelt u de lengte van de noten voor het afspelen van arpeggio in.
Instellingen aanpassen TRIG PROB-instellingen (Trigger Probability) Opmerking Om de triggerkans in te stellen, zie "TRIG PROB (Trigger Probability)" (pagina 108). De Trigger Probability instellen 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [TRIG PROB]. De instellingen voor Trigger Probability verschijnen op het display. 2 Draai aan de draaiknop om een ingestelde waarde te selecteren.
Instellingen aanpassen TRACK-instellingen U kunt de instellingen van het huidige muziekstuk wijzigen. TRACK instellen 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [TRACK]. De instellingen voor het muziekstuk verschijnen op het display. 2 Draai aan de draaiknop om een instelling te selecteren en druk erop.
Instellingen aanpassen TRACK SETTING De standaardinstelling wordt aangeduid met *. Track Name Stel de Muziekstuknaam in. De Muziekstuknaam die u hier instelt, verschijnt op het display wanneer de 16 pads in de modus Muziekstuk staan. • Als de naam van het muziekstuk is ingesteld, verschijnt deze in de modus Muziekstuk op het display.
Pagina 154
Instellingen aanpassen Track Color Ingestelde waarde: #01 tot #16 Stel de kleur van het muziekstuk in voor de 16 pads. De overeenstemming tussen de ingestelde waarde en Muziekstukkleur is als volgt.
Instellingen aanpassen HARMONIZER-instellingen Op 1 tot 6 van de [HARMONIZER]-knoppen kunnen bepaalde types akkoorden worden ingesteld (pagina 156). Opmerking Voor meer informatie over de Harmonizer, zie "HARMONIZER" (pagina 75). 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op een van de [HARMONIZER]-knoppen.
Instellingen aanpassen 3 Druk op de knop [BACK] of houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [HARMONIZER]. Het display keert terug naar de vorige status. Ingestelde waarde: De informatie tussen haakjes wordt niet getoond op het display. • M (majeur) •...
Instellingen aanpassen De [HARMONIZER]-knop aanpassen U kunt het akkoord dat is geselecteerd via de ingestelde waarde (pagina 156) aanpassen en instellen als een origineel gebruikersakkoord-akkoord. 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [HARMONIZER]- knop die u wilt aanpassen. Op het display verschijnt het akkoord dat is geselecteerd.
Instellingen aanpassen Instelling FIXED LENGTH Opmerking Voor meer informatie over Vaste lengte, zie "FIXED LENGTH" (pagina 84). FIXED LENGTH instellen 1 Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de knop [FIXED LENGTH]. De instellingen voor Vaste lengte verschijnen op het display. 2 Draai aan de draaiknop om een ingestelde waarde te selecteren.
Aansluiten op externe apparatuur Het apparaat aansluiten op een extern MIDI- apparaat of op een pc/Mac om te spelen Door de [MIDI OUT1]-, de [MIDI THRU/OUT2]- of de [USB-B]- aansluiting van dit apparaat aan te sluiten op de MIDI-aansluiting van een extern MIDI-apparaat of de USB-aansluiting van een pc/Mac kunt u het volgende doen: •...
Aansluiten op externe apparatuur [MIDI THRU/OUT2]-aansluiting (1), [MIDI OUT1]- aansluiting (2) Sluit een MIDI-kabel aan op de MIDI IN-aansluiting van de synthesizer, geluidsmodule enz. • Voor de aansluiting en de instellingen van het betreffende item, zie het volgende. – "Instelling [MIDI OUT]" (pagina 139) –...
Pagina 161
Aansluiten op externe apparatuur Opmerkingen • Stel het MIDI-kanaal van de poort voor de uitgangsbestemming van het muziekstuk in. (Zie "Een uitgangsbestemming selecteren voor het huidige muziekstuk" (pagina 34).) • Stel het MIDI-ontvangstkanaal van het ontvangende apparaat correct in. [MIDI THRU/OUT2]-aansluiting ingesteld op [THRU (MIDI IN)]/ [THRU (USB IN)] Verzend de MIDI-berichten die u hebt ontvangen via de [MIDI IN]- of de [USB-B]-aansluiting naar een extern MIDI-apparaat dat op de...
Pagina 162
Aansluiten op externe apparatuur [MIDI IN]-aansluiting (3) Sluit de MIDI OUT-aansluiting van een externe sequencer en dergelijke met behulp van een MIDI-kabel aan op de [MIDI IN]- ingangsaansluiting. • U kunt het afspelen van de sequentie op het apparaat regelen vanaf een extern MIDI-apparaat door MIDI-berichten zoals Start-, Stop- en Continue-berichten te verzenden naar de [MIDI IN]-aansluiting.
Pagina 163
Aansluiten op externe apparatuur • Voor de aansluiting en de instellingen van het betreffende item, zie het volgende. – "Instelling [MIDI IN]" (pagina 138) – "Instelling [MIDI OUT]" (pagina 139) – "Instelling [Sync Common]" (pagina 130) Opmerking Als u een speciale toepassing of updateprogramma gebruikt, kunt u standaard MIDI-bestanden en projectgegevens verzenden en ontvangen via de [USB-B]-aansluiting of de firmware van het apparaat bijwerken naar de meest recente versie.
Aansluiten op externe apparatuur Het apparaat synchroniseren met externe MIDI- apparaten of een pc/Mac Door realtime-MIDI-berichten zoals de tijdklok, Start, Stop en Continue te gebruiken, kunt u synchroon spelen met externe MIDI-apparaten zoals externe sequencers, DAW-software enz. Wanneer u het apparaat als master gebruikt Als u [Sync Source] van de instelling [Sync Common] in het menu GLOBAL instelt op [Internal], kunt u de tijdklok van de [MIDI OUT1]- aansluiting, de [MIDI THRU/OUT2]-aansluiting die is ingesteld op...
Pagina 165
Aansluiten op externe apparatuur Wanneer u het apparaat als slave gebruikt Als u [Sync Source] van de instelling [Sync Common] in het menu GLOBAL instelt op de aansluiting van een extern masterapparaat en de tijdklok naar het apparaat verzendt, kunt u het apparaat als slave gebruiken.
Aansluiten op externe apparatuur Het apparaat aansluiten op een extern CV/GATE- compatibel apparaat om te spelen Sluit een synthesizer, geluidsmodule enz. aan die compatibel is met CV/GATE-invoer. Gebruik een mono mini-aansluitkabel voor aansluiting. Het apparaat verzendt sequentie-informatie van een muziekstuk waarvan de uitgangspoort is ingesteld op [CV/GATE1] of [CV/GATE2] in de modus Muziekstuk als CV- of GATE-signalen.
Aansluiten op externe apparatuur Het apparaat ondersteunt ook de CV/GATE-conversiefunctie waarmee de nootgegevens die worden ontvangen van de [MIDI IN]- of de [USB-B]-aansluiting worden omgezet in CV- of GATE-signalen die kunnen worden verzonden. U kunt de invoer via het MIDI-kanaal en de CV/GATE-uitvoer voor de CV/GATE-conversiefunctie instellen via [CV/GATE1 From] en [CV/GATE2 From] van de instelling [CV/GATE OUT] in het menu GLOBAL.
Aansluiten op externe apparatuur Het apparaat synchroniseren met een extern DIN SYNC-compatibel apparaat om te spelen U kunt op het apparaat spelen in sync met het aangesloten apparaat door de [DIN SYNC OUT1]- of de [DIN SYNC IN/OUT2]-aansluiting aan te sluiten op de DIN SYNC IN- of de DIN SYNC OUT-aansluiting van een DIN SYNC-compatibele sequencer of drumcomputer.
Pagina 169
Aansluiten op externe apparatuur • Selecteer de instelling [IN]/[OUT] van de [DIN SYNC IN/OUT2]- aansluiting via [OUT2 Mode] van de instelling [DIN SYNC] in het menu GLOBAL. De fabrieksinstelling van de [DIN SYNC IN/OUT2]- aansluiting is [IN]. • Gebruik hiervoor een MIDI-kabel (5-polige DIN-kabel) die compatibel is met DIN SYNC.
Pagina 170
Aansluiten op externe apparatuur Instellingen en acties • Stel de [OUT1 Sync Mode] of de [OUT2 Sync Mode] van de instelling [DIN SYNC] in het menu GLOBAL in op [Sync24] of [Sync48], naargelang de tijdkloksnelheid van het apparaat dat op elk van de aansluitingen is aangesloten.
Aansluiten op externe apparatuur Gebruik van signaal en sequencer Dit apparaat synchroniseert met de timing als de Start/Stop-signalen het spelen van de sequentie instrueren en zendt een Continue Start- of Reset Start-signaal via de [DIN SYNC OUT1]- of de [DIN SYNC IN/ OUT2]-aansluiting die is ingesteld op [OUT] volgens de hieronder getoonde timing.
Pagina 172
Aansluiten op externe apparatuur Afspelen vanuit pauzestatus (1) Start/Stop-signaal, (2) Continue Start-signaal, (3) Reset Start-signaal, (4) Afspelen begint Als noch het Reset Start- noch het Continue Start-signaal wordt gegeven, wordt de sequencer altijd herstart vanuit de stopstatus. Opmerkingen • Afhankelijk van het externe apparaat dat moet worden aangesloten, kan de BPM die op het apparaat en op het externe apparaat wordt weergegeven, verschillend zijn.
Aansluiten op externe apparatuur Het apparaat synchroniseren met een extern CLOCK-compatibel apparaat om te spelen U kunt op het apparaat spelen in sync met het aangesloten apparaat door de [CLOCK OUT]- of de [CLOCK IN]-aansluiting aan te sluiten op de CLOCK IN- of de CLOCK OUT-aansluiting van een sequencer of drumcomputer die compatibel is met het analoge signaal.
Pagina 174
Aansluiten op externe apparatuur De [CLOCK IN]-aansluiting ondersteunt bovendien metronoominvoer, audiotrigger-bediening waarmee een sequentie van het apparaat in stappen wordt afgespeeld en GATE-bediening waarmee sequentie- informatie alleen wordt afgespeeld als er bedieningssignalen worden ingevoerd. Aansluiten • Sluit de [CLOCK OUT]-aansluiting van dit apparaat aan op de CLOCK IN-aansluiting van het aangesloten apparaat.
Pagina 175
Aansluiten op externe apparatuur Opmerkingen • Als u een 5-polige DIN-conversiekabel gebruikt, gebruik dan een conversiekabel die een 1-polige RING-, 3-polige TIP-aansluiting maakt in plaats van een MIDI-conversiekabel. De 5-polige stereo mini-DIN-conversiekabel voor MIDI kan niet worden gebruikt voor SYNC-conversie omdat PIN 1 en PIN 3 niet zijn aangesloten. •...
Pagina 176
Aansluiten op externe apparatuur Instellingen en acties • Selecteer de instelling van [OUT Sync Mode] en [In Sync Mode] van de instelling [CLOCK] in het menu GLOBAL volgens de tijdkloksnelheid van het aangesloten apparaat. • Stel [Polarity] van de instelling [CLOCK] in het menu GLOBAL in op [+] of [−], naargelang de polariteit van het aangesloten apparaat.
Aansluiten op externe apparatuur Functie voor signaalconversie Het apparaat is voorzien van de volgende functie voor signaalconversie. • Conversie van de tijdkloksnelheid • CV/GATE-conversie Conversie van de tijdkloksnelheid Zet de tijdklok die u hebt ontvangen van de ingangsaansluiting die bij [Sync Source] van de instelling [Sync Common] in het menu GLOBAL is ingesteld om naar een ander formaat voor de tijdklok en uitvoer via elke uitgangsaansluiting (USB, MIDI, DIN SYNC en...
Pagina 178
Aansluiten op externe apparatuur Voor de instellingen van de tijdkloksnelheid voor DIN SYNC en CLOCK raadpleegt u het volgende. – "Instelling [DIN SYNC]" (pagina 131) – "Instelling [CLOCK]" (pagina 134) Opmerkingen • Als u de [MIDI THRU/OUT2]-aansluiting instelt op [THRU (MIDI IN)] of [THRU (USB IN)], wordt dezelfde tijdklok als die van de [MIDI IN]- of de [USB-B]-aansluiting verzonden via de [MIDI THRU/OUT2]- aansluiting.
Pagina 179
Aansluiten op externe apparatuur CV/GATE-conversie Zet de nootgegevens die u via de [USB-B]- of de [MIDI IN]-aansluiting hebt ontvangen om naar CV- of Gate-signalen en uitvoer via de [CV OUT1]-, de [GATE OUT1]-, de [CV OUT2]- of de [GATE OUT2]- aansluiting.
Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Als u denkt dat er iets fout is met dit apparaat, controleer dan onderstaande items. Ga ook naar de website van Pioneer DJ en bekijk de [FAQ] voor de [SQUID] op de pagina [FAQ]. pioneerdj.com/ Soms ligt de oorzaak van het probleem bij een ander apparaat.
Aanvullende informatie Stroom Het apparaat kan niet worden ingeschakeld. / Er brandt geen enkele indicator. • Zie "Aansluitingen" (pagina 18). • Controleer de []-knop op het achterpaneel (pagina 16). Bij gebruik van de USB-aansluiting wordt het apparaat niet ingeschakeld.
Pagina 182
Aanvullende informatie Apparaten die zijn aangesloten op de [MIDI THRU/OUT2]- aansluiting die is ingesteld op [THRU (MIDI IN)]/[THRU (USB IN)], werken niet. • Zie "Het apparaat aansluiten op een extern MIDI-apparaat of op een pc/Mac om te spelen" (pagina 159). •...
Pagina 183
Aanvullende informatie De [CLOCK IN]-aansluiting kan niet worden gebruikt voor [Gate]-instellingen. • Controleer of de uitgangsinstelling van de apparaten die zijn aangesloten op de [CLOCK IN]-aansluiting, is ingesteld op V-Trigger. Alleen de polariteitsinstelling + kan worden gebruikt. • Controleer of het signaal voor de uitgangsspanning van het aangesloten apparaat 2 V of meer is.
Pagina 184
Aanvullende informatie • Stel [Sync Source] (pagina 130) van de instelling [Sync Common] in het menu GLOBAL correct in. Stel [IN Sync Mode] (pagina 135) van de instelling [CLOCK] correct in volgens het aangesloten apparaat wanneer [CLOCK] is ingesteld. Stel [OUT2 Sync Mode] (pagina 132) van de instelling [DIN SYNC] correct in volgens het aangesloten apparaat wanneer [DIN SYNC] is ingesteld.
(pagina 121) in het menu GLOBAL in op de juiste helderheid. Informatie over handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken • Pioneer DJ is een handelsmerk van PIONEER CORPORATION en wordt in licentie gebruikt. • De hierin vermelde namen van bedrijven en producten zijn de...
Aanvullende informatie Specificaties Netstroomadapter Stroomvoorziening....100 V tot 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz Nominale stroom ................0,4 A Nominaal vermogen ..........5 V gelijkstroom, 2 A Algemeen - Hoofdapparaat Stroomverbruik DC IN ............5 V gelijkstroom, 1.200 mA Gewicht hoofdapparaat .............. 1,9 kg Max.