• Stel [Sync Source] (pagina 130) van de instelling [Sync Common]
in het menu GLOBAL correct in.
Stel [IN Sync Mode] (pagina 135) van de instelling [CLOCK] correct
in volgens het aangesloten apparaat wanneer [CLOCK] is ingesteld.
Stel [OUT2 Sync Mode] (pagina 132) van de instelling [DIN SYNC]
correct in volgens het aangesloten apparaat wanneer [DIN SYNC] is
ingesteld.
Apparatuur die op de [CV OUT1]-, de [CV OUT2]-, de [GATE
OUT1]- of de [GATE OUT2]-aansluiting is aangesloten, werkt
niet.
• Zie "Het apparaat aansluiten op een extern CV/GATE-compatibel
apparaat om te spelen" (pagina 166).
Het apparaat dat op de [CV OUT1]- of de [CV OUT2]-aansluiting
is aangesloten, produceert geen noten met de correcte
toonhoogte.
• Controleer of Coarse en Fine correct zijn ingesteld op het
aangesloten apparaat. Aangezien CV een bedieningssignaal voor
toonhoogte is met analoge spanning, kan het ontvangende apparaat,
afhankelijk van de temperatuur, de noten mogelijk niet produceren
met de correcte toonhoogte. Pas in dat geval de toonhoogte aan via
de Fine-instelling van het ontvangende apparaat.
De [CV OUT1]-, de [CV OUT2]-, de [GATE OUT1]- of de [GATE
OUT2]-aansluiting werkt niet via MIDI-invoer.
• Zie "Het apparaat aansluiten op een extern CV/GATE-compatibel
apparaat om te spelen" (pagina 166).
• Controleer of het MIDI-zendkanaal van het verzendende apparaat en
het MIDI-ingangskanaal van de instelling [CV/GATE OUT]
(pagina 123) correct zijn ingesteld.
Aanvullende informatie
184
Nl