4.2.1
Netstroomaansluiten en aarde verbindingen
Deze aansluiting mag in conform de geldende normen en richtlijnen alleen door een elektrisch bevoegde
persoon uitgevoerd worden. De betreffende aansluitklemmen bevinden zich op de netstroomvoorziening.
Mantelklem
Behuizing
Kabeldiamenter 2,5 - 4 mm²
Afb. 12: Aansluiten van de stroomvoorziening (principeafbeelding)
Vereisten
•
Voor het aansluiten van de netstroomaansluitkabel een geschikte kabel, bijv. NYM 3 x 1,5 mm
2
(max. 2,5 mm
) of een kabelsoort met identieke vermogenseigenschappen gebruiken.
•
De brandmeldcentrale over een aparte, eigen stroomverbreker of een overeenkomstig gekenmerkte
vermogensschakelaar aan de wisselstroomnetstroomvoorziening aansluiten. De vereiste nominale
spanning (bijv. 230 V AC) is op het typeplaatje van de BMC aangegeven. De aparte groep markeren met de
tekst
"Niet
uitschakelen
veiligheidsvoorzieningen getroffen te worden conform NEN 1010.
•
Bij aardlekschakelaars een aparte eigen aardlekschakelaar gebruiken.
•
De bescherming van de netstroomvoorziening voor de brandmeldcentrale overeenkomstig markeren
(rood gemarkeerd, geletterd met "BMC"). Nationale normen en richtlijnen in acht nemen!
•
Veiligheidsaarding (PE) en functieaarding (FA) moeten correct aangesloten worden.
(zie hoofdstuk "Veiligheids- en functieaarding")
•
Lokale nutsbedrijfvoorschriften in acht nemen.
•
Overeenkomstig EN 54 en de VdS-richtlijnen is een fijne overspanningsbeveiliging in de BMC geïntegreerd.
Een eventueel noodzakelijke algemene beveiliging is objectafhankelijk door de monteur te installeren.
De vereiste nominale spanning (bijv. 230 V AC) op het typeplaatje van de BMC in acht nemen!
Isolatie van de aansluitkabels
De externe kabelomhulling (kabelmantel) van alle aansluitkabels tot in de behuizing invoeren en de
isolatie alleen in de behuizing verwijderen!
Zekeringen
De apparatuurzekeringen van de centrale- of externe netvoedingen kunnen een onverwachte storing
in de elektrische bouwgroepen niet verhinderen, deze zekeringen zijn vooral bedoeld om de
gebruiker en zijn omgeving tegen schade te beschermen. Daarom moet men nooit de door de
fabrikant ingezette apparatuurzekering repareren, overbruggen of door een ander dan het aangeven
type vervangen.
Beschadiging mogelijk!
Afhankelijk van de gebruikte accucapaciteit en het hiermee in verbinding staande gewicht van de
accu's, moet het montageoppervlak evenals het bevestigingsmateriaal voor deze draaglast geschikt
zijn.
Veiligheids- en functieaarding
Voor het goed functioneren van het apparaat de PE-netstroomverbinding aan de hiervoor voorziene
aansluitklem aansluiten. Bovendien moet de aansluiting voor de functieaarding (FA) met de
potentiaalvereffeningsrails (PVR) verbonden worden.
FB 798227.NL0 / 05.13
N
L1
PE
PE
L 1
N
FE
("Schone aarde")
Brandmeldinstallatie"
Brandmeldcentrale ES Line
conform
NEN
2535
§10.9.2.
Tevens
dienen
15
2