Brandmeldcentrale ES Line Beoogd gebruik Dit product mag alleen worden gebruikt voor de in de catalogus en de technische beschrijving voorziene toepassingen en uitsluitend in combinatie met de aanbevolen en toegestane derde apparaten en componenten. Waarschuwing Een foutloos en veilig functioneren van het product vereist correct vervoer, juiste opslag, installatie en montage, evenals een zorgvuldig gebruik.
Brandmeldcentrale ES Line Normen en richtlijnen Het product, de installatie, ingebruikname en onderhoud zijn onderhevig aan normen, richtlijnen en veiligheidsregels. Dit zijn algemeen erkende Europese richtlijnen zoals de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG), de voor bouw bestemde producten richtlijn 89/106/EG en EMC-richtlijn 2004/108EG. In Nederland gelden daarnaast Europese, Nederlandse Normen en praktijkrichtlijnen zoals: •...
Brandmeldcentrale ES Line Algemeen / Aanwending Deze installatieaanwijzing beschrijft het samenbouwen van de behuizing, de montage in het object en de installatie van een nieuwe brandmeldcentrale. Voor de planning, de ingebruikname en het onderhoud van een brandmeldsysteem moeten de betreffende verwijzende documenten in acht worden genomen. De informatie en technische bepalingen in deze aanwijzing maken voor de ervaren installateur een snelle montage en installatie van de brandmeldcentrale (BMC) mogelijk.
Brandmeldcentrale ES Line Controleren op transportschade Vóór het begin van de montage en installatiewerkzaamheden de verpakking en alle bouwgroepen op beschadiging controleren. Zichtbaar beschadigde bouwgroepen en componenten mogen niet gemonteerd worden! Afb. 1: Transportschadecontrole van de componenten FB 798227.NL0 / 05.13...
Brandmeldcentrale ES Line Montage Montage- en installatietips • De installatie van de brandmeldcentrale is alleen in droge, schone, gemakkelijk toegankelijke en voldoende verlichte ruimtes toegestaan. De omgevingsomstandigheden moeten voldoen aan NEN 2535 §10.5.1. • De brandmeldcentrale moet met hiervoor geschikt bevestigingsmateriaal (schroeven en pluggen) zonder mechanische vervorming op een plat montageoppervlak gemonteerd worden.
Brandmeldcentrale ES Line Behuizingsdeur incl. indicatie- en bedieningspaneel Om te openen is altijd het gebruik van de behuizingsdeursleutel nodig. De behuizingsdeur kan bij verticaal staande sleutel geopend worden. Om af te sluiten moet het slot in horizontale stand staan. De sleutel is hiervoor niet nodig. De behuizingsdeur kan eenvoudig dichtgedrukt en in de klikvergrendeling gehaakt worden.
Brandmeldcentrale ES Line Bevestiging op het montageoppervlak De brandmeldcentrale wordt door de fabrikant incl. gemonteerde basiskaart voorgemonteerd uitgeleverd. Tijdens de montage de ingebouwde componenten niet beschadigen! • De plaats van de montage in overeenstemming met de projectdocumentatie uitkiezen. • De vereisten voor de omgeving van de montage in acht nemen.
Pagina 10
Brandmeldcentrale ES Line • Kleine oneffenheden van het montageoppervlak kunnen met de vier instelbare wandcompensatie- elementen gecompenseerd worden. • De wandcompensatie-elementen worden met behulp van de bijgesloten kunststofsleutel vanuit de binnenkant van de behuizing ingesteld. Kunststofsleutel Afb. 6: Instelbaar wandcompensatie-element van de achterkant en kunststofsleutel Beschadiging mogelijk! Afhankelijk van de gebruikte accucapaciteit en het hiermee in verbinding staande gewicht van de accu's moet het montageoppervlak evenals het bevestigingsmateriaal voor deze draaglast geschikt...
Brandmeldcentrale ES Line Kabelinvoeringen Kabelinvoeringen boven • Voor netstroomvoorziening en signaalkabels altijd separate kabelinvoeringen gebruiken. • De kabels aan de "onderkant (OK)" door de kabelinvoeringen van de behuizingsachterkant voeren en met geschikt bevestigingsmateriaal, zoals bijv. kunststof kabelbinders, bevestigen (trekontlasting). N L1 PE •...
Brandmeldcentrale ES Line Behuizingscontact Het behuizingscontact (optie) dient ter bewaking van de behuizing op openen en kan bovendien voor besturingstaken, zoals bijv. tijdens servicewerkzaamheden voor het automatisch uitschakelen van componenten bij geopende behuizing, gebruikt worden. • Maximaal 2 behuizingscontacten inzetbaar •...
Brandmeldcentrale ES Line 4.1.1 Behuizingsdeur bevestigen De beide kunststofbevestigingen in de betreffende openingen van de behuizing plaatsen en met de vier spreidnagels zekeren. Afb. 10: Behuizingsdeur incl. indicatie- en bedieningspaneel Beschadiging mogelijk! Voor het bevestigen van de behuizingsdeur moeten de beide behuizingsmonturen vast tegen de behuizingsachterwand geschroefd zijn.
Brandmeldcentrale ES Line Indicatie- en bedieningspaneel(I/B-paneel) De volgende afbeelding toont de aan de behuizing bevestigde behuizingsdeur incl. I/B-paneel in geopende positie. CONTRAST BUZZER Afb. 11: Locatie van de bouwgroepen aan de achterkant van het I/B-paneel - bovenaanzicht Aansluiting aan de basiskaart met een bandkabel Beeldscherm BMC-zoemer DIL-schakelaar...
Brandmeldcentrale ES Line 4.2.1 Netstroomaansluiten en aarde verbindingen Deze aansluiting mag in conform de geldende normen en richtlijnen alleen door een elektrisch bevoegde persoon uitgevoerd worden. De betreffende aansluitklemmen bevinden zich op de netstroomvoorziening. Mantelklem Behuizing ("Schone aarde") Kabeldiamenter 2,5 - 4 mm² Afb.
Brandmeldcentrale ES Line 4.2.2 Veiligheids- en functieaarding Voor een goede werking van de brandmeldcentrale moet de netstroomzijdige PE-verbinding (veiligheidsaarding) aan de daarvoor voorziene schroefklem op de basiskaart aangesloten worden. De PE- en FA aansluiting (functieaarding) van de behuizing moet met een potentiaalvereffeningsrail (PVR) van de verdeling / onderverdeling, die de BMC van de bedrijfsspanning voorziet, verbonden worden.
Brandmeldcentrale ES Line 4.2.3 Noodstroomvoorziening Bij uitval van de nominale spanning (bijv. 230V AC) wordt de BMC zonder onderbreking door de aangesloten accu's gevoed. Afhankelijk van de gebruikte accucapaciteit kan zo een noodstroomoverbruggingsperiode tot 72 uur of nog langer bereikt worden. Na het verloop van deze periode moeten in deze situatie de externe alarmgevers nog aangestuurd kunnen worden.
Brandmeldcentrale ES Line 4.2.5 Installatie van de accu's Accu 1 Max. 2 x 12 V / 12 Ah accu's (B x H x D = 152 x 102 x 98 mm) Accu 2 N L1 PE Afb. 14: Installatie van de accu's 4.2.6 Aansluiten van de accu's Aan de basiskaart kunnen maximaal 2 accu's aangesloten worden.
Brandmeldcentrale ES Line 4.2.7 Controleren van de accu's Controle van de accu's overeenkomstig EN 54 Bij het uitvallen van de nominale spanning (230 V AC) en onder maximale belasting van de accu's moet de spanningsvoorziening voor het storingsvrije gebruik van de brandmeldcentrale en de aangesloten componenten mogelijk zijn.
Pagina 21
Brandmeldcentrale ES Line Aansluitklemmen X 1 Spanningsvoorziening voor externe belasting Netspanninggebruik : 29 V DC / max. 500 mA GND / +24 V Accugebruik : 20 - 29 V / max. 500 mA Uitgang, plus-schakelend OUT_1 12 V DC / max. 200 mA, gecontroleerd voor Out_1 en IN_1 IN_1 Ingang...
Pagina 22
Brandmeldcentrale ES Line Jumpers Brandbeschermingsinstallatie (BBI) STD = Standaard-Interface-Wissen (Controle met 3,3 KΩ / 680 Ω) EXT STD EXT / STD EXT = potentiaalvrije contacten voor externe inschakeling (R1 / R2) zie ook hoofdstuk 4.9 EXT STD normaal open (sluiter) NC NO R_2 / R_3 / door de fabrikant ingesteld...
Brandmeldcentrale ES Line Meldgroepen De BMC ES Line beschikt over acht op kabelbreuk en kortsluiting gecontroleerde meldgroepingangen voor de aansluiting van automatische brandmelders en handbrandmelders of handmatige startinrichtingen. Een inschakeling, storing en uitschakeling van de meldgroep wordt voor iedere individuele groep apart op het individuele groependisplay en op het beeldscherm getoond.
Brandmeldcentrale ES Line 4.4.1 Automatische brandmelders Serie 9000 Maximaal aantal Art.nr. Beschrijving per groep 761162 Thermomaximaalmelder Serie 9000 (zonder ESK) 761262 Thermodifferentiaalmelder Serie 9000 (zonder ESK) 761362 Optische rookmelder Serie 9000 (zonder ESK) ZONE Aansluitschema geleverd bij melders is leidend. Afb.
Brandmeldcentrale ES Line 4.4.3 Handbrandmelders en technische alarmen Aan de meldgroepen van de BMC ES Line kunnen handbrandmelders (bijv. art.nr. 804970 enz.) of handmatige startinrichtingen (bijv. art. nr. 804902, 804950 enz.) aangesloten worden. Maximaal Art.nr. Beschrijving aantal per groep 704470 Elektronische module Serie 9000 met 2 microschakelaars 804900 Standaard handmelder elektronische module, groot formaat...
Pagina 26
Brandmeldcentrale ES Line 1 In 1 In 2 Out 2 Out 804900 804900 EOL-I ZONE Afb. 22: Aansluitvoorbeeld met handbrandmelders / elektronische module (art.nr. 804900 / 804901) 804970 804950 804951 ZONE EOL-I Afb. 23: Aansluitvoorbeeld met handbrandmelders / elektronische module (art.nr. 804950 / 804951 / 804970) Voor verdere aansluitingen: zie de betreffende handmelderdocumentatie.
Brandmeldcentrale ES Line 4.4.4 Draadloze apparatuur Via het relais kan het basisstation (art.nr. 805595.10) op de standaard meldgroepeningang van een brandmeldsysteem aangesloten worden. Alle draadloze melders vormen een gezamenlijke meldgroep aan dit basisstation. Een indeling in meerdere, aparte meldgroepen is niet mogelijk. 805595.10 Jumpers J1 + J2...
Brandmeldcentrale ES Line Relaisuitgangen De BMC beschikt over 4 relaisuitgangen, die voor alarm, storing of gewenste besturingsfuncties gebruikt kunnen worden. NC NO NC NO NC NO NC NO 8 9 10 11 12 13 14 15 R_3 R_4 Abb. 26: Aansluitklemmen 28B relaisuitgangen normaal open (sluiter) - door de fabrikant ingesteld NC NO normaal gesloten (opener)
Brandmeldcentrale ES Line Akoestische signaalgevers Via de aansluitklemmen OUT_3 + / - en OUT_4 + / - kunnen akoestische signaalgevers voor de externe alarmering aangesloten worden. Deze uitgangen worden bij een brandmelding overeenkomstig EN 54-2 aangestuurd, wanneer deze niet reeds handmatig middels het I/B-paneel uitgeschakeld zijn. Totale stroom voor uitgangen OUT_3 en OUT_4 ieder 500 mA.
Brandmeldcentrale ES Line 4.6.2 Aansluiting indicatiepaneel (BIP) / bedieningspaneel (BBP) Aan de aansluitklemmen RS485 (A en B) op de basiskaart staat een RS485-aansluiting ter beschikking. Een extern apparaat, bijv. een brandweerindicatiepaneel of brandweerbedieningspaneel, kan hierop worden aangesloten. De RS485-aansluiting moet voor het aansluiten van een BIP of BBP in de klantenconfiguratieprogrammering van de BMC vrijgegeven worden.
Brandmeldcentrale ES Line 4.6.4 Aansluiting brandbeschermingsinstallatie klantengeconfiguratie moeten uitgangen overeenkomstig koppeling brandbeschermingsinstallatie (BBI) geprogrammeerd worden (toegangsniveau configuratiemenu ingebruiknameaanwijzing art.nr. 798228.NL0). R_1: Het relais R_1 wordt over de jumper als STD = Standaard-Interface-Wissen of als EXT = potentiaalvrij contact met externe koppeling aangestuurd. IN_3 / IN_4: Deze ingangen moeten in het configuratiemenu (uitbreiding/basiskaart) op de aanwezige koppeling ingesteld worden (bijv.
Brandmeldcentrale ES Line gegevens Technische Nominale spanning 230 V AC (+10% / -15%) Nominale stroom 0,8 A Frequentie 50 … 60 Hz Uitgangsspanning 20 … 29 V DC, typisch 24 V DC Ruststroom 100 mA @ 24 V DC (zonder periferie) Stroomopname externe verbruiker, I 1,5 A max a...
Pagina 34
Brandmeldcentrale ES Line Notities FB 798227.NL0 / 05.13...
Pagina 35
Brandmeldcentrale ES Line Notizen FB 798227.NL0 / 05.13...
Pagina 36
Novar Nederland B.V. a Honeywell Company Oeverkruid 14, 4941 VV, Raamsdonksveer Tel.: (0162) 520290 Internet: www.esser-systems.nl Fax: (0162) 517858 E-mail: info@esser-systems.nl...