TRANSPONDERSLEUTEL
SLEUTELBLAD
Te gebruiken om het dashboardkastje of het
bestuurdersportier te vergrendelen/ontgrende-
len als de auto bijvoorbeeld zonder stroom zit.
KOUDE START
N.B.
Na een koude start is het stationaire toeren-
tal verhoogd ongeacht buitentemperatuur.
Het tijdelijk verhoogde stationaire toerental
is onderdeel van Volvo's effectieve uitlaat-
gasreinigingssysteem.
RICHTINGAANWIJZERS
Korte serie – 3 knippersignalen.
A
Onafgebroken serie knippersignalen.
B
Vergrendelt portieren en kofferdeksel en
activeert het alarm*.
Ontgrendelt portieren
en deactiveert het alarm.
Ontgrendelt het kofferdeksel – het wordt
niet geopend.
Approach-verlichting. Activeert buiten-
spiegelverlichting*, richtingaanwijzers en
stadslichten, alsmede kentekenplaat-,
interieur- en instapverlichting.
Paniekfunctie. In een noodsituatie de
toets ca. 3 seconden lang ingedrukt
houden om het alarm te laten afgaan.
Uitschakelen door na meer dan 5 secon-
den opnieuw te drukken.
A
Als geen van de portieren noch het kofferdeksel
binnen 2 minuten na ontgrendeling wordt geopend,
worden deze na enige tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.
AUTOMATISCH STARTEN *
- Koppelings- en/of rempedaal bedienen en
transpondersleutel/startknop naar stand III
draaien en meteen loslaten – de motor start
automatisch.
Een dieselmotor altijd laten voorgloeien in
sleutelstand II, voordat u hem start.
STUURWIEL INSTELLEN
WAARSCHUWING
Stel het stuurwiel in vóórdat u gaat rijden
– nooit tijdens het rijden.
A
en kofferdeksel