ASTOTHERM PLUS Gebruiksaanwijzing
8 Installatie
8.1 Eerste inbedrijfstelling
Vóór het eerste gebruik moeten de volgende controles worden uitgevoerd:
Visuele controle (zie hoofdstuk 12.1 Herhalingsproeven).
•
•
Netspanning controleren (vergelijk de gegevens op het typeplaatje met
de beschikbare netspanning. Onjuiste netspanning kan leiden tot
beschadiging van het apparaat).
Nationale bepalingen kunnen voor de eerste inbedrijfstelling verschillende
proeven vereisen. Wanneer er bijkomende tests voor de elektrische veiligheid
opgelegd worden, moeten die worden uitgevoerd in overeenstemming met
hoofdstuk 12.1 Herhalingsproeven, 12.2 Voorbereiding op de controle van
de elektrische veiligheid en 12.3 Proefprotocol .
8.2 Installatie van de verwarmer
Voor een veilige installatie is het apparaat voorzien van een universele
bevestigingsinrichting. Hierdoor kan het apparaat veilig worden bevestigd aan
infuusstandaards en aan medische normrail.
8.2.1 Bevestiging aan infuusstandaards/infuuspalen
1. Draai het handwiel linksom om de bevestigingsinrichting te openen.
2. Kies bij infuusstandaards een maximale hoogte van 165 cm (ASTOSTAND:
180 cm) en bevestig het geopende spanbereik van de bevestigingsinrichting
aan de infuusstandaard.
3. Draai het handwiel rechtsom om de bevestigingsinrichting op de infuusstang
vast te klemmen.
4. Controleer of de verwarmer goed vastzit.
8.2.2 Bevestiging aan medische normrail
1. Draai de kleine kartelschroef aan de onderzijde van de bevestigingsinrichting los.
2. Hang de verwarmer van bovenaf hellend met behulp van de
bevestigingsinrichting in de normrail.
3. Bevestig de verwarmer door de kleine kartelschroef in de normrail vast te
draaien.
4. Controleer of de verwarmer goed vastzit.
30
8 Installatie