Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de koelelemen-
ten van de elektronica zijn voorzien van
een oververhittingsbeveiliging. Voordat
de inductiespoelen of de koelelementen
oververhit raken, leidt de oververhit-
tingsbeveiliging tot één van de volgen-
de reacties:
Inductiespoelen
- Een ingeschakelde booster wordt uit-
geschakeld.
- De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
- De verwarming wordt automatisch
uitgeschakeld. In het timerdisplay
knipperen afwisselend en .
U kunt de zone gewoon weer in gebruik
nemen als de foutmelding is verdwe-
nen.
Koelelement
- Een ingeschakelde booster wordt uit-
geschakeld.
- De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
- De verwarming wordt automatisch
uitgeschakeld.
Pas als het koelelement voldoende is
afgekoeld, kunt u de betreffende kook-
zones weer gewoon in gebruik nemen.
In de volgende gevallen kan de overver-
hittingsbeveiliging in werking treden:
- De pan op de kookzone is leeg.
- Vet of olie wordt op een hoge vermo-
gensstand verhit.
- De onderkant van de kookplaat is
niet voldoende geventileerd.
- Een hete kookzone wordt na een
stroomstoring weer ingeschakeld.
Reageert de oververhittingsbeveiliging
opnieuw nadat de oorzaak is weggeno-
men, neem dan contact op met Miele.
Beveiligingen
45