Timer
Automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna de ver-
warming voor een pan wordt uitgescha-
keld. De functie kan voor alle pannen
tegelijk worden gebruikt.
De verwarming van de pan wordt au-
tomatisch uitgeschakeld, als de ge-
programmeerde tijd langer is dan de
maximaal toegestane gebruiksduur
(zie hoofdstuk: "Beveiligingen", para-
graaf "Veiligheidsuitschakeling").
De uitschakeltijd wordt steeds ingesteld
in de cijferreeks van de pan die automa-
tisch moet worden uitgeschakeld.
Als u een pan opnieuw op de kook-
plaat zet en de vermogensstand op-
nieuw instelt, wordt de uitschakeltijd
gewist. U dient de uitschakeltijd op-
nieuw in te stellen.
Uitschakeltijd instellen
Stel voor de pan een gewenste ver-
mogensstand in.
Raak de sensortoets aan.
Het timerdisplay knippert.
Stel de gewenste tijd in.
Als u de sensortoets aanraakt of
10 seconden wacht, start de uitschakel-
tijd.
Het controlelampje Pantoewijzing auto-
matisch uitschakelen knippert.
Als u voor nog een kookzone een uit-
schakeltijd wilt instellen, doet u het-
zelfde als hiervoor beschreven.
38
Als er meerdere uitschakeltijden zijn
geprogrammeerd, wordt de kortste
resttijd weergegeven en knippert het
desbetreffende controlelampje. De an-
dere controlelampjes branden con-
stant.
Wanneer u de op de achtergrond af-
lopende resttijden wilt weergeven,
raak dan de sensortoets zo vaak
aan tot het controlelampje voor de
gewenste pan knippert.
Uitschakeltijd wijzigen
Raak de sensortoets zo vaak aan,
totdat het controlelampje voor de ge-
wenste pan knippert.
Het timerdisplay knippert.
Stel de gewenste tijd in.
Uitschakeltijd wissen
Raak de sensortoets zo vaak aan,
totdat het controlelampje voor de ge-
wenste pan knippert.
Het timerdisplay knippert.
Raak sensortoets van de cijferreeks
aan.