Tabel vermogensstanden
De kookplaat heeft standaard 9 vermogensstanden. Indien u een fijnere indeling
wenst, kunt u deze uitbreiden tot 17 vermogensstanden (zie hoofdstuk: "Program-
mering").
Boter smelten
Chocolade smelten
Gelatine oplossen
Kleine hoeveelheden vloeistof verwarmen
Gerechten warmhouden die gemakkelijk aanbakken
Rijst wellen, rijstepap of havermoutpap koken
Een blok diepgevroren groenten ontdooien
Vloeibare of halfvaste gerechten verwarmen
Fruit blancheren
Aardappelen verder garen (pannen met deksel)
Omeletten of spiegeleieren zonder korst bereiden
Gehaktballen voorzichtig braden
Groente en vis blancheren
Deegwaren en peulvruchten wellen
Diepvriesvoedsel ontdooien en verwarmen
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. wittewijnsaus of hol-
landaisesaus
Vis, schnitzel, braadworst, eieren, pannenkoeken voorzichtig
bakken (zonder oververhitting van het vet)
Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken
Frituren, bijv. patat
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen
Aan de kook brengen
Grote hoeveelheden vlees aanbraden
De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen. Het vermogen van de inductie-
spoel varieert afhankelijk van de grootte en het materiaal van de bodem van de pan en de
positie van de pan op de kookplaat. Het is dan ook mogelijk dat bij uw pannen de vermo-
gensstanden een geringe afwijking vertonen. In de praktijk zult u al gauw weten welke in-
stellingen voor uw pannen de beste zijn. Stel voor nieuwe pannen waarvan u de gebruiksei-
genschappen niet kent de vermogensstand één stand lager in dan aangegeven.
30
Instelbereik
af fabriek
uitgebreid
(9 standen)
(17 standen)
1–2
2–4
4–6
5–7
6–8
7–8
9
9–booster
8–booster
1–2
2–3
3–5
4–7
6–7
7–8
8–9