Opheffen van storingen
Opheffen van storingen AQUATOP T LOGON B WP61
Storing
224 HD bij start TWW
225 Lagedruk storing
226 Compressor 1 overbelast
228 Stromingscontrole
waterbron
Oorzaak
Werkt via contact E10 op LOGON B WP61,
hoge drukstoring bij TWW-functie start
(tapwaterfunctie start)
A
Tapwater-laadpunt functioneert niet
B
Driewegklep opent te langzaam of helemaal
niet
C
Waterhoeveelheid te klein
D
Lucht in de installatie
E
schuif gesloten
F
Warmtewisselaarsoppervlak in boiler te klein
G
Sensor verkeerd / ter diep in boiler
gepositioneerd.
Lagedruk compressor
Werkt via contact E9 bij LOGON B WP61.
Energie van de bron te gering!
Lagedruk-pressostaat in koelkring is geactiveerd.
A
Geen voldoende doorstroming van het
zoutwatermengsel in de verdamper.
B
Lek in koelkring
C
Pressostaat defect
D
Filter verstopt
E
Inspuitklep defect of verstopt
F
Verkeerde hoeveelheid koelvloeistof
Werkt via contact E11 bij LOGON B WP61
Overbelasting is geactiveerd.
Alleen bij AQUATOP T28H-T43H
A
ververhitting compressor (compressor wordt
warm)
A1 Te weinig koelvloeistof
A2 Fase-onderbreking
Werkt via contact E15 (EX4) op LOGON B WP61
A
Afsluitkleppen gesloten
B
Stromingscontrole verkeerd ingesteld
C
Grondwaterpomp defect
D
Filter in de grondwaterleiding verstopt
E
Warmtewisselaar tussenkring verstopt
Opheffen, maatregelen
A
Pomp deblokkeren of vervangen
B
Driewegklep controleren, eventueel vervangen
(Parameter 2802)
C
Temperatuurverschil tussen aanvoer- retourloop
controleren (∆T=5-8K)
D
Installatie ontluchten
E
Schuif openen, terugslagkleppen controleren
F
Benodigde warmtewisselaaroppervlak (in m2)
= warmtevermogen WP bij 20ºC lucht en 50 ºC
water x 0,3 bijv. 10 kW x 0,3=3,0 m2. Vermogen
van de WP, de technische gegevens bij de
betreffende brontemp. registreren.
G
Sensor goed monteren. Positie BW-sensor
controleren.
A
A1 Zoutwaterpomp geblokkeerd, zoutwaterpomp
weer activeren
A11 Tot stilstand gekomen zoutwater in verdamper
ontdooien (isolatie verwijderen, met föhn
ontdooien of 1 dag laten staan)
A2 Bij inhomogeen zoutwatermengsel kan het
zoutwater in de verdamper voor een deel tot
stilstand komen
A21 Zoutwater beter vermengen
B
Wanneer alle overige punten zijn gecontroleerd en
wanneer de compressor direct, binnen enkele
seconden na de start naar lagedrukstoring gaat, dan
is er een lek in de koelkring. Oliesporen in het
apparaat zijn nog een aanduiding voor een lek in de
koelkring (olie niet verwisselen met zoutwater)
B1 Bij een lek in de koelkring moet de koeltechnicus
worden geraadpleegd.
C
Schakelpunt controleren (pas op: afhankelijk van
soort koelvloeistof)
D
Temperatuur voor en aan het filter meten
(∆T max =3K)
E
Inspuitklep instellen of eventueel vervangen
(in dit geval moet de koeltechnicus worden
geraadpleegd). Sensor controleren en isoleren.
F
Hoeveelheid koelvloeistof controleren. In dit
geval moet de koeltechnicus worden
geraadpleegd.
A1 Hoeveelheid koelvloeistof controleren
A2 Alle 3 fasen controleren (wachten tot de
wikkelingbescherming is afgekoeld, kan enige
uren duren)
A
Afsluitkleppen openen
B
Stromingscontrole controleren (bij lopende
grondwaterpomp schakelpunt controleren, terwijl
de schuif langzaam gesloten en geopend wordt)
C
Controleren of grondwaterpomp functioneert
D
Filter in de grondwaterleiding reinigen
E
Warmtewisselaar tussenkring reinigen.
33