Spoelen en vullen aan verwarmingszijde
Vulkranen
Warmwaterkwaliteit
Noodzakelijke apparaten
Aan verwarmingszijde
Bij de warmtepompen in de
compactuitvoering AQUATOP T..C.., zijn
vulkraan, manometer, veiligheidsklep,
expansievat en circulatiepomp aan
verwarmingszijde geïntegreerd. (zie
afbeeldingen op blz. 31)
Bij de warmtepompen in de normale
uitvoering AQUATOPT..H, moeten al
deze installaties aan de zijde van
installatie worden gemonteerd.
Spoelen, vullen en ontluchten
De verwarmingskant moet eveneens
worden gespoeld en gevuld.
Het vulwater van de verwarmings-
installatie moet conform de geldige
voorschriften VDI 2035 worden
behandeld. Belangrijk is de volledige
ontluchting van de verwarmings-
installatie, omdat anders het correct
functioneren van de warmtepomp wordt
belemmerd. Eveneens moet een
ontluchter worden geplaatst; bij de
compactwarmtepompen is een
ontluchter reeds in de toevoerleiding
geplaatst.
Daarbij moet de voordruk in het
membraanexpansievat (verwarming,
vanaf fabriek 1 bar) aan de plaatselijke
omstandigheden worden aangepast.
(Statische hoogte: 1 m = 0,1bar)
De vuldruk in koude toestand moet
voldoen aan de volgende waarde.
Voordruk MAG + 0,2 bar
(waterafsluiter)
Het vullen moet conform DIN EN 1717
plaatsvinden.
Attentie: Waterkwaliteit in acht nemen,
VDI 2035.
30
Warmwaterkwaliteit
De samenstelling en kwaliteit van het
systeemwater zijn direct van invloed op
de prestatie van het gehele systeem
en de levensduur van de warmtepomp.
Voor het voor de eerste keer vullen en
bijvullen van de installatie kan
normalerwijze leidingwater pH-waarde
7-8 worden gebruikt, voor zover het niet
om zeer corrosief (chloridegehalte
> 150 mg/l) of zeer hard water
(>14°dH; hardheidsbereik IV) gaat.
Een drinkwateranalyse kan bij de
verantwoordelijke watervoorzienings-
onderneming worden opgevraagd.
Is het specifieke installatievolume
groter dan 25 liter/kW verwarmings-
capaciteit (bijv. door de montage van
een warmwater – bufferboiler) dan
moet de max. toegestane kalkafzetting
door het vul- en aanvullend water
overeenkomstig het berekenings-
voorbeeld overeenkomen met de
VDI richtlijn 2035.
Eventueel moet een ontharding van
het vulwater worden uitgevoerd.
Er mogen geen chemische corrosie-
beschermingsmiddelen worden
gebruikt.
Voor Oostenrijk geldt bovendien
ÖNORM H 5195-1.
Voor Zwitserland geldt bovendien:
SWKI Nr. 97-1
Criterium
Toegestane
waarde
PH - Waarde
7 - 8
Hardheids-
< 14 dH
graden
Chloride-
< 150 mg/l
Gehalte
Onbekende waterkwaliteit
en vervangingsinstallaties
Vaak zijn het de stoffen en bijmengsels
in warm water, die de functie
en levensduur van de warmwaterpomp
beïnvloeden.
Daarom of
•
voor vervanging van de installatie
het oude systeem verwarmen en
aansluitend volkomen leeg maken
of
•
na het vervangen van de installatie
het verwarmingssysteem
zorgvuldig spoelen.
Het doorspoelen van de installatie
na het eerste verwarmen is het
beste.
Resultaat bij afwijking
Corrosiegevaar voor ketelonderdelen en
verwarmingsinstallatie
-
Verhoogde kalkafzetting
-
Geringe levensduur van de ketel
Corrosie van legeringen van materialen