Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Functie Rijd Over Draad; De Functie Rijd Over Draad Instellen; Instellingen; Profielen - Husqvarna AUTOMOWER 305 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor AUTOMOWER 305:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.10.10 De functie Rijd over draad

De voorzijde van het product beweegt zich altijd
over een bepaalde afstand langs de
begrenzingsdraad voordat het product weer naar
het werkgebied beweegt. De fabrieksinstelling is
31 cm/ 13 inch. U kunt een afstand van 20-50
cm/ 10-15 inch selecteren.
Let op: Als de afstand voor de functie
draad wordt gewijzigd, verandert de afstand
overal in het werkgebied langs de
begrenzingsdraad.

3.10.10.1 De functie Rijd over draad instellen

1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoets en de knop OK om de
Instellingen > Geavanceerd >
menustructuur
Rijd over draad te doorlopen.
3.
Gebruik de cijfertoetsen om de afstand in te
stellen.
4.
Druk op de knop TERUG.

3.10.11 Instellingen

In Instellingen kunt u de algemene instellingen
van uw product wijzigen.

3.10.11.1 Profielen

Met de functie Profielen kunt u verschillende
productinstellingen opslaan. Dit kan worden
gebruikt wanneer één product wordt gebruikt
voor meer dan één werkgebied en laadstation.
De productinstellingen en de koppelingen met de
laadstations worden opgeslagen in het profiel en
kunnen eenvoudig opnieuw worden gebruikt.
Instellingen in een profiel opslaan
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Profielen >
menustructuur
Profielen gebruiken > Profiel A, B, C te
doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om
het profiel te selecteren en op te slaan.
4.
Druk op de knop TERUG.
32 - Installatie
Rijd over
Toegang krijgen tot
Toegang krijgen tot
Als de instellingen zijn gewijzigd maar niet zijn
opgeslagen, wordt het symbool * naast de
profielnaam weergegeven.
De naam van een profiel wijzigen
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Profielen >
menustructuur
Profielen gebruiken > Profiel A, B, C >
Hernoemen te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
letters te selecteren.
4.
Druk op de knop TERUG om de nieuwe
profielnaam op te slaan.
Een profiel gebruiken
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Profielen >
menustructuur
Profielen gebruiken > Profiel A, B, C >
Selecteren te doorlopen.
3.
Druk op de knop TERUG.
Een nieuw laadstation aan een profiel koppelen
1.
Sla de instellingen op in een profiel dat voor
het oorspronkelijke laadstation moet worden
gebruikt. Voer stappen 1-4 uit in
in een profiel opslaan op pagina 32 .
2.
Plaats het product in het nieuwe laadstation.
3.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Beveiliging > Geavanceerd >
menustructuur
Nieuw lussignaal te doorlopen.
4.
Sla een profiel op voor het nieuwe
laadstation of selecteer een profiel uit de
lijst. Voer de stappen 1-4 in
een profiel opslaan op pagina 32 uit of voer
Een profiel gebruiken op
de stappen 1-3 in
pagina 32 uit.
3.10.12 ECO-modus
ECO-modus is geactiveerd, schakelt
Wanneer de
deze het signaal uit in de begrenzingslus, de
geleidingsdraad en het laadstation wanneer het
product geparkeerd staat of wordt opgeladen.
ECO-modus om energie te
Let op: Gebruik de
besparen en interferentie met andere apparatuur,
zoals ringleidingen of garagedeuren, te
voorkomen.
Toegang krijgen tot
Toegang krijgen tot
Instellingen
Instellingen in
1462 - 002 - 10.03.2020

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave