4. Toebehoren.
14
4.2 Romppelotten
De romppelotten kunnen in hoogte, breed-
te en hoek worden versteld. Om de hoogte
te verstellen, verwijdert u het rugkussen van
de rugleuning en draait u aan de achterkant
de inbusschroeven (A) los. Verwijder de huls-
moeren (B) vanaf de voorzijde en steek ze op
de gewenste hoogte door de langsgaten in
de boringen en draai de inbusschroeven (A)
weer lichtjes aan. Nu kunt u het rugkussen
weer monteren, de romppelotte in de ge-
wenste positie schuiven en de hulsmoeren (B)
weer vastdraaien. Om de hoek en de breedte
te verstellen, draait u de inbusschroeven (A)
los, stelt u de gewenste hoek of breedte van
de steun in en draait u de inbusschroeven
weer vast.
4.3 Dijbeensteunen
De dijbeensteunen kunnen in de diepte,
breedte en hoek worden versteld. Om de
hoek en de breedte van de dijbeensteunen
te veranderen, draait u de inbusschroeven (A)
aan de onderkant van de zitplaat los. Breng
nu de dijbeensteunen in de gewenste positie
en draai de inbusschroeven (A) weer vast. Om
de diepte van de dijbeensteunen in te stellen,
schuift u de hoes lichtjes naar boven, draait
u de beide schroeven (B) aan de kant van de
dijbeensteunen los en brengt u ze in de ge-
wenste positie. Draai de schroeven daarna
weer vast.
Bij het afstellen van de eet-/werkstoel bestaat
kans op klemmen of beknelling van de ledema-
ten. Draai na iedere instelling alle verstellingen
weer vast!
Het afstellen mag alleen worden uitgevoerd
wanneer de gebruiker zich niet in de eet-/werk-
stoel bevindt.
A
B
A
B