6 Energie besparen en optimale werking
Temperatuurtype
Koeltemperatuur
Instelling lage
temperatuur (vriezer)
Instelling
middelmatige
temperatuur (koeler)
5.2
Bedieningsprocedure
▪ Lees de documentatie zorgvuldig voordat u de unit in gebruik
neemt om de best mogelijke prestaties te garanderen.
▪ Schakel de unit in voordat u de gekoelde goederen opslaat.
Varieert
van
15
tot
30
omgevingstemperatuur.
▪ Kies de juiste temperatuurinstelling voor het op te slaan product
(zie "4 Gebruikersinterface" [ 4 7]).
OPMERKING
Controleer de toestand van de verdamper 24 uur na het
opstarten.
Als
zich
ontdooifrequentie worden verhoogd. Bij units met lage
temperaturen moet de verdampertoestand tijdens de
eerste
maand
van
gecontroleerd.
▪ Een deurmicroschakelaar onderbreekt de werking van de unit en
schakelt de koelruimte in en uit wanneer de deur van de
koelruimte wordt geopend. De lamp van de koelruimte kan ook via
de gebruikersinterface worden in- en uitgeschakeld.
▪ Door middel van Bluetooth kan de unit worden gecontroleerd en
geregeld via de Daikin User app.
▪ Meerdere units (tot 5) kunnen worden gecombineerd binnen één
koelruimte. Ze werken dan volgens het principe van primaire/
secundaire unit.
Voordelen:
▪ Hoger koelvermogen.
▪ Redundantie als een unit uitvalt.
▪ Betere luchtstroom.
5.3
Goederen opslaan
OPMERKING
Dek de luchtinlaat en -uitlaat naar de condensor en de
verdamper van de unit niet af.
Het handhaven van de juiste temperatuur garandeert het behoud
van de kwaliteit van de opgeslagen goederen.
Luchtcirculatie is van cruciaal belang om een gelijkmatige
temperatuur in de gehele koelruimte te handhaven. Onvoldoende
luchtcirculatie kan warmteophopingen of ijsvorming veroorzaken.
Daarom:
▪ Gebruik pallets of rekken die de luchtcirculatie onder de goederen
vergemakkelijken.
▪ Plaats de goederen uit de buurt van de wanden van de
koelruimte. Gebruik eventueel afstandhouders.
▪ Laat ongeveer 20 cm ruimte tussen de goederen en het plafond
van de koelruimte.
▪ Stapel warmteproducerende producten, zoals groenten en fruit, zo
op dat er voldoende ruimte is om de opgewekte warmte door de
circulatie van koude lucht af te voeren.
▪ Stapel producten die geen warmte produceren, zoals vlees en
diepvriesproducten, dicht bij elkaar in het midden van de
koelruimte.
Gebruiksaanwijzing
16
Temperatuurbereik
Van –25°C
Tot +10°C
minuten,
afhankelijk
van
ijs
heeft
gevormd,
moet
gebruik
elke
week
worden
de
de
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen mensen in de koude ruimte
achterblijven voordat u de deuren sluit:
▪ Verstikkingsgevaar. 12 m
koelruimte.
▪ Gevaar voor bevriezing.
▪ Risico op doodvriezen.
6
Energie besparen en optimale
werking
Als de omstandigheden het toelaten:
▪ Plaats geen onbevroren vloeistoffen of levensmiddelen in de
koelruimte (bij gebruik als vriezer).
▪ Verminder de openingsfrequentie van de deuren van de
koelruimte.
Altijd:
▪ Verminder de openingstijd van de deuren van de koelruimte.
▪ Zorg ervoor dat de deuren van de koelruimte perfect sluiten.
▪ Zorg voor een goede luchtstroom tussen de opgeslagen
goederen.
▪ Controleer of de verdamper ijsvrij is. IJsvorming op de verdamper
verhindert een regelmatige luchtstroom. Verhoog zo nodig de
eindtemperatuur van de ontdooiing met enkele graden of verhoog
de frequentie van het ontdooien.
7
Onderhoud en service
INFORMATIE
Geschikt
onderhoud
levensduur, perfecte werkomstandigheden en een hoog
rendement van de unit. Het verzekert ook de goede
werking
van
veiligheidsvoorzieningen.
3
moet leeg blijven in de
is
cruciaal
voor
een
de
door
de
fabrikant
voorziene
LMSEY1A09/13 + LMSEY2A19/25
4P728169-1B – 2023.07
langere
Daikin LMS