9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading
RXF50~71D5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-15Q – 2021.10
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten uit en meet de spanning aan
de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische
onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan
50 V DC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het
bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
f
e
d
c
b
a Multimeter (wisselstroomspanningsbereik)
b S80 – kabel elektromagnetische omkeerklep
c S20 – kabel elektronische expansieklep
d S40 – kabel thermisch overbelastingsrelais
e S90 – thermistorkabel
f Led
g S70 – kabel van de ventilatormotor
Denk aan de volgende punten:
▪
Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog op het
uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het bekleed gedeelte en
maak het oog vast met een geschikt werktuig.
b
a
a Gevlochten geleider
b Ronde krimpklem
▪
Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype
Éénaderige draad
9
g
DC P1+
DC N1-
a
c b
A
A´
a
a Éénaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
Elektrische installatie
|
Methode
AA´
c
a
Uitgebreide handleiding voor de installateur
51