7
|
Installatie van de leidingen
7.3 De koelmiddelleiding controleren
7.3.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen
7.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van koelmiddelleidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
42
2 Sluit de gasaansluiting van de binnenunit aan op de gasafsluiter van de
buitenunit.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de binnen- en de buitenunit in
een buis te leggen of afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
De interne koelmiddelleiding van de buitenunit is in de fabriek getest op lekken. U
moet alleen nog maar de externe koelmiddelleiding van de buitenunit controleren.
Alvorens de koelmiddelleiding te controleren
Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten tussen de buitenunit en de
binnenunit.
Typische werkstroom
Een typische controle van de koelmiddelleiding bestaat uit de volgende stappen:
1
De koelmiddelleiding controleren op lekken.
2
Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen door middel
van vacuümdrogen.
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in de leiding),
moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven tot alle vocht is
verwijderd.
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
▪
"2 Algemene
▪
"7.1 De koelmiddelleidingen
OPMERKING
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep die tot een meterdruk van
− 1 00,7 kPa (− 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut) kan evacueren. Zorg ervoor dat de olie in
de pomp niet in het systeem terugstroomt wanneer de pomp niet draait.
OPMERKING
Gebruik deze vacuümpomp enkel en alleen voor R32. Dezelfde pomp voor andere
koelmiddelen gebruiken kan de pomp en de unit beschadigen.
OPMERKING
▪
Sluit de vacuümpomp aan op de servicepoort van de gasafsluiter.
▪
Controleer of de gasafsluiter en de vloeistofafsluiter goed gesloten zijn vooraleer
met de lektest of het vacuümdrogen te beginnen.
4
veiligheidsmaatregelen" [
5]
voorbereiden" [
4
35]
RXF50~71D5V1B
4P519439-15Q – 2021.10
R32 Split-reeks