7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
7.2.5 Het uiteinde van een buis verbreden
RXF50~71D5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-15Q – 2021.10
Leidingmaat (mm)
Aanhaalmoment
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø15,9
Gebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochten moeten zo zacht
mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mm bedragen of meer zelfs).
OPMERKING
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelmiddelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat geen koelmiddelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren gebruiken kan koelmiddelgas veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden
zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
a
a Snijd precies in rechte hoeken af.
b Verwijder de bramen.
3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op de leiding.
4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond op de
volgende afbeelding.
A
Flaregereedschap voor
R32 (koppelingstype)
A
0~0,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
a
a De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken vertonen.
b Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een perfecte cirkel verbreed zijn.
7
|
Flareafmetingen
(N•m)
(A) (mm)
15~17
33~39
12,8~13,2
50~60
16,2~16,6
62~75
19,3~19,7
b
Conventioneel flaregereedschap
Koppelingstype
(Ridgid-type)
1,0~1,5 mm
b
c
Installatie van de leidingen
Flarevorm (mm)
90°
8,7~9,1
ØA
Vleugelmoertype
(Imperial-type)
1,5~2,0 mm
Uitgebreide handleiding voor de installateur
±2
R=
0.4~0.8
39