Voor de start
•
Lees de hoofdstukken
"Veiligheidsinstructies" en "Hendels" voor
u de machine start.
•
Voer het dagelijks onderhoud uit voor het
starten (zie "Onderhoudsschema" in het
hoofdstuk "Onderhoud").
•
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftanks zit.
•
Stel de zitting af op de gewenste positie.
Aan de volgende voorwaarden moet zijn
voldaan voor de motor kan worden gestart:
•
de bestuurder moet op de stoel zitten,
•
de mesknop om de maaimessen in te
schakelen moet ingedrukt zijn,
•
de parkeerrem moet geactiveerd zijn,
•
beide stuurhendels moeten in de
vergrendelde (buitenste) neutrale positie
staan.
De motor starten
1.
Ga op de stoel zitten.
2.
Breng het maaidek omhoog door de
hefhendel naar achteren te trekken tot
de vergrendelde positie
(transportpositie).
3.
Activeer de parkeerrem.
BEDIENING
Startvoorwaarden
Breng het maaidek omhoog
8011-527
8011-552
25
Nederlands-