•
Hou alle beweging op hellingen
langzaam en overzichtelijk. Verander
niet plotseling van snelheid of richting,
waardoor de machine om zou kunnen
rollen.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u de
machine gebruikt met
grasopvangbakken of andere
hulpstukken, zij kunnen de stabiliteit van
de machine beïnvloeden. Niet op steile
hellingen gebruiken.
•
Probeer de machine niet te stabiliseren
door een voet op de grond te zetten.
•
Maai niet vlakbij afgronden, sloten of
dijken. De machine kan plotseling
omvallen wanneer een wiel over de rand
komt of wanneer de rand afkalft.
Kinderen
•
Er kunnen tragische ongelukken
plaatsvinden wanneer de bestuurder niet
let op de aanwezigheid van kinderen.
Kinderen worden vaak aangetrokken tot
de machine en de maaiwerkzaamheden.
Ga er nooit vanuit dat kinderen nog op
de plaats zijn waar u ze het laatst zag.
•
Hou kinderen uit het maaigebied en
onder toezicht van een verantwoordelijke
volwassene, anders dan de bestuurder.
•
Wees alert en zet de machine uit
wanneer een kind het terrein betreedt.
•
Kijk voor en tijdens het achteruitrijden
naar achteren en naar beneden of u
kleine kinderen ziet.
•
Neem nooit kinderen mee, ook niet
wanneer de messen uit staan. Ze
kunnen van de machine vallen en ernstig
verwond raken of een veilige bediening
van de machine belemmeren. Kinderen
die wel eens mee hebben mogen rijden,
kunnen plotseling in het maaigebied
verschijnen om weer mee te gaan en
worden overreden door de machine.
•
Sta kinderen nooit toe de machine te
bedienen.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u blinde
hoeken, stobbes, bomen of andere
voorwerpen nadert, die u het zicht op
een kind kunnen ontnemen..
10
Nederlands-
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wees extra voorzichtig bij het rijden op hellingen
Sta kinderen nooit toe de machine te bedienen
Hou kinderen van het werkterrein weg
8011-519
8011-517
8011-518