Handige weergavefuncties
Beeldformaat kiezen
Handmatig kiezen van
de beeldgrootte
U kunt het beeldformaat instellen. Het instelbare
beeldformaat verandert al naar gelang het ontvangen
signaal.
1 Druk op MENU en ga naar Beeld→Geavanceerde
video→Beeldverhouding
verschillende beeldtypen te schakelen.
Instellingen voor SD-signalen
(standaard-definitie)
Normal 4:3: Het beeld wordt over het volledige
scherm weergegeven met de oorspronkelijke
beeldverhouding.
Zoom 14:9 : Voor 14:9 letterbox-beelden. U ziet een
smalle balk aan de zijkanten van het beeld en er
kunnen ook balken aan de boven- en onderkant
zijn bij sommige programma's.
Panorama: In deze weergavestand wordt het beeld
gerekt naar de zijkanten van het scherm toe. Het
beeld kan op "Vol scherm" lijken afhankelijk van de
zendsignalen.
Vol scherm: Voor 16:9 samengedrukte beelden.
Cinema
16:9:
Bij sommige programma's kunnen er balken aan
de boven- en onderkant van het beeld zijn.
Cinema
14:9:
Bij sommige programma's kunnen er balken aan
de boven- en onderkant van het beeld zijn.
Auto: De TV kiest de beeldgrootte automatisch.
Formaten voor HD-signaal
(High Definition) HDMI
Vol scherm: Overscan. Alle zijden van het beeld
worden bijgesneden.
Underscan: Geeft een hoog-definitiebeeld optimaal
afgesteld weer. Sommige zenders kunnen ruis
te zien geven aan de randen van het beeld.
Underscan-modus voor 1080(i/p)-videosignalen
is hetzelfde als Dot by Dot-modus.
Auto: In deze modus kan de TV automatisch tussen
verschillende beeldformaten overschakelen.
OPMERKING
•
Sommige onderdelen verschijnen niet, afhankelijk van het
type signaal dat ontvangen wordt.
26
NL
om
tussen
Voor
16:9
letterbox-beelden.
Voor
14:9
letterbox-beelden.
Instellingen bij gebruik van externe
apparatuur
Signaalbron
Om een ingangstype voor een extern apparaat
te kiezen.
• Als er geen beeld (kleur) wordt weergegeven, probeert
de
u dan naar een ander signaaltype te schakelen.
• Raadpleeg de handleiding van het externe apparaat
om achter het signaaltype te komen.
Aansluiten op een USB-apparaat
(Media Player)
Sluit een USB-apparaat op de TV aan zoals hieronder
is aangegeven.
• Afhankelijk van het USB-apparaat is het mogelijk
dat de TV de opgeslagen gegevens niet herkent.
• Gebruik alleen alfanumerieke tekens voor de namen
van de bestanden.
• Bestandsnamen langer dan 80 tekens (dit kan
verschillen per tekenset) kunnen soms niet worden
weergegeven.
• Maak geen USB-apparaat of geheugenkaart los
van de TV tijdens het overbrengen van bestanden,
bij gebruik van de diashowfunctie, wanneer tussen
schermen wordt omgeschakeld en voordat u "MEDIA
PLAYER" verlaat van het ingangsbronmenu.
• Compatibiliteit met aansluiting van USB-harddisks.
• U mag een USB-apparaat niet herhaaldelijk van de
TV losmaken en erop aansluiten.