2.2.5 Systeem planning en programmering
Plannen loont – gebruik de tabellen in bijlagen BIJLAGE D. Detector Plaatsing & en BIJLAGE E. Event
Codes aan het einde van deze handleiding voor het registreren van de voorgenomen plaats van elke detector,
de houder en de taak van elke zender.
Verzamel alle zenders en detectoren die in het systeem worden gebruikt en noteer elke overeenkomstig uw
plan van installatie.
Programmeer nu, voordat het wordt gemonteerd, het systeem zoals in de programmeersectie wordt
aangegeven.
2.2.6 Installatie van de GSM module
De interne GSM 350 PG2 module maakt het PowerMaster-10 systeem mogelijk te functioneren over een
GSM/GPRS mobiel netwerk (voor bijzonderheden, zie de GSM 350 PG2 installatie instructies).
De GSM 'auto detectie' eigenschap maakt het automatisch inleren van het GSM modem in het geheugen van
de PowerMaster-10 mogelijk. GSM 'auto detectie' wordt op één van twee manieren geactiveerd: Na een
sabotageherstel en na een reset (spanningsloos maken of het verlaten van het installatiemenu). Hierdoor zal de
PowerMaster-10 automatisch gaan scannen op de aanwezigheid van een GSM module op de GSM COM
poorten.
Indien tijdens de auto detectie geen GSM module wordt gevonden en het module wel eerder in de
PowerMaster-10 is ingeleerd, wordt het bericht "GSM niet aanwezig" getoond. Deze melding zal pas verdwijnen
als de gebruiker op de
knop drukt. De module wordt nu beschouwd als niet aanwezig en er zullen geen
GSM storing meldingen meer zijn.
Let op: Een bericht wordt alleen getoond als het PowerMaster-10 alarmeringssysteem is uitgeschakeld.
Steek de GSM -350 PG2 module in en bevestig het
zoals in figuur 3.5 wordt getoond.
A. GSM-350 PG2
B. Voorkant
A
B
Figuur 3.5 –Montage optionele GSM module
D-303745 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Installatiehandleiding
13