Inhoudsopgave
Advertenties
2.
STROOMMETER EN OPTIONELE DRUKTRANSDUCTOR
MONTEREN
STROOMMETER
1)
Monteer de stroommeter in de buurt van de giekkleppen aan de hand van afbeelding 4. Alle stroom
door de stroommeter mag alleen naar de gieken lopen, d.w.z., geen retourleiding naar de tank of
pomp na de stroommeter.
2)
Monteer de stroommeter horizontaal t.o.v. de grond. Zet de stroommeter aan de steun vast.
3)
Voor de beste resultaten moet een recht stuk slang van minstens 7 1/2 inch [20 cm] op de inlaat van
de stroommeter zitten. De buigstraal van de slang op de uitlaat van de stroommeter moet geleidelijk
zijn.
4)
De stroom moet in de richting van de pijl op de stroommeter lopen.
OPMERKING:
OPTIONELE DRUKTRANSDUCTOR
1)
Monteer de optionele druktransductor, onderdeelnr. 422-0000-059, op de gewenste plaats. Sluit
hem op de regelknooppuntkabel voor vloeibare producten aan.
2)
Terwijl de pomp uit staat en er 0 PSI [kPa] op de leidingen staat, voert u 0 voor de drukkalibratie
(VOER PSI [KPA] IN) onder de toets Data Menu in.
3.
REGELKLEP MONTEREN
1)
Monteer de gemotoriseerde regelklep in de hoofdleiding tussen de stroommeter en de gieken, met
de motor rechtop. (Voor een stroom van minder dan 3 GPM [11 l/min] wordt de gemotoriseerde
regelklep in een omloopleiding gemonteerd. Raadpleeg appendix 3 voor een schema met alternatieve
leidingen.)
(VLOEISTOFTOEPASSINGEN)
Het is belangrijk dat het systeem bij gebruik van suspensies elke dag na
gebruik grondig wordt doorgespoeld.
(VLOEISTOFTOEPASSINGEN)
AFBEELDING 4
SCHEMA VAN
VLOEISTOFSYSTEEM
8
Advertenties
Inhoudsopgave
