Functies van de knoppen op de machine
4
3
2
1
Bedieningsknoppen
1. Start- / stopknop
Druk deze knop om de machine te starten of stil te zetten.
2.
Achteruitknop
Houd deze knop ingedrukt om achteruit te naaien of een afhechtsteek op lage snelheid te
maken.
3.
Auto-lock-knop
Houd deze knop ingedrukt om direct afhechtsteken te maken aan het begin of het eind van
een steek of patroon. De machine stopt daarna automatisch.
4.
Naaldstandknop
Druk deze knop om de naald naar boven (hoogste stand) of onder (in de stof) te zetten.
5.
Snelheidsregelaar
Verschuif deze knop om de snelheid van de machine aan te passen.
(zie blz. 22/23)
18
5
9
10
6
7
8
13
12
11