Inrijgen van de bovendraad
3
1
2
1
4
6
5
7
8
Let op:
Het is belangrijk om het inrijgen correct uit te voeren omdat
men anders diverse problemen kan gaan krijgen.
Zet de naald in de hoogste stand en de naaivoet omhoog
om de draadspanning uit te schakelen.
1
Zet de garenpen omhoog. Zet de garenklos op de garenpen,
zodat het garen vanaf de linkerkant afrolt. Plaats de dop op
de garenpen.
Informatie:
Bij gebruik van speciaal garen, dat snel van de klos glijdt,
dient van tevoren een garenklosnetje over de garenklos te
worden getrokken. Het netje is ook handig bij garenklos met
los opgespoeld garen.
10