5
Bediening
Voorzichtig
Handmatige beweging van meshouder en/of objecthouder na het instellen van de geheugenstand.
Schade aan preparaat.
• Beweeg de meshouder, de houdervoet en/of de objecthouder niet en stel de oriëntatie niet
opnieuw af zonder de geheugenstand opnieuw in te stellen.
Voorzichtig
Draaien aan het elektronische voedingswiel tijdens snel terugkeren naar de achterste eindstand of
bewegen in de geheugenstand.
Preparaat beschadigd.
• Raak het elektronisch voedingswiel niet aan tijdens snel terugkeren naar de achterste eindstand
of bewegen in de geheugenstand.
Voorzichtig
Verdraaien van het handwiel of drukken op de toetsen van het afzonderlijke bedieningspaneel
of het apparaatpaneel tijdens snel terugkeren naar de achterste eindstand of bewegen in de
geheugenstand.
Preparaat beschadigd.
• Verdraaien het handwiel niet en druk niet op de toetsen van het afzonderlijke bedieningspaneel
of het apparaatpaneel tijdens snel terugkeren naar de achterste eindstand of bewegen in de
geheugenstand.
Voorzichtig
De geheugenstand staat te dicht bij het mes ingesteld.
Preparaat beschadigd.
• Zorg dat het preparaat de snijkant van het mes niet raakt bij het instellen van de geheugenstand.
Verplaats de objecthouder een stukje naar achteren als de snijkant het preparaat raakt of te dicht
bij het oppervlak van het preparaat staat bij het instellen van de geheugenstand.
• Upload geen preparaat met een andere dikte bij gebruik van dezelfde geheugenstand.
Voorzichtig
Geheugenstand wordt niet gereset nadat het apparaat is uitgeschakeld of na een stroomstoring.
Schade aan preparaat.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld of als er een stroomstoring is, worden eerder opgeslagen
geheugenstandgegevens gewist. Stel de geheugenstand opnieuw in na het inschakelen van het
apparaat.
48
Versie 1.3, revisie E