Bediening
Bedieningsprincipe
30
Het bedieningsveld van uw keramische kookvlak is voorzien
van elektronische sensortoetsen. Die reageren op het contact
met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste sensortoetsen aan te ra-
ken, bedient u het kookvlak. Bij elke reactie van de sensor-
toetsen hoort u een geluidssignaal.
Om de vermogensstand van een kookzone of een tijd te kun-
nen instellen of wijzigen, moet de desbetreffende kookzone of
de timer ingeschakeld zijn.
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone of de
timer aan om de kookzone of de timer in te schakelen. Wan-
neer u de sensortoets aanraakt, begint het display van de
desbetreffende kookzone of het timerdisplay te knipperen.
Zolang het display knippert, is de kookzone of de timer inge-
schakeld en kunt u een vermogensstand of tijd instellen.
Uitzondering:
Als er slechts één kookzone in gebruik is, kan de vermogens-
stand worden gewijzigd zonder dat u eerst de sensortoets
van de desbetreffende kookzone hoeft aan te raken.
Hou het bedieningsveld altijd schoon. Leg er geen voor-
werpen op. Anders reageren de sensortoetsen niet of acti-
veert u onbedoeld functies. Ook is het mogelijk dat het
kookvlak dan automatisch wordt uitgeschakeld (zie rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
Zet in geen geval heet kookgerei op de sensortoetsen.
Hierdoor kan de elektronische besturing eronder bescha-
digd raken.