5.1.2. Instellingen via het MPPT Control beeldscherm.
Het MPPT Control beeldscherm kan worden gebruikt om de instellingen van de zonnelader te configureren, met uitzondering van
geavanceerde instellingen zoals RX- en TX-poortinstellingen. Voor meer informatie over hoe dit te doen zie het
beeldscherm
handleiding.
5.2. Alle instellingen uitgelegd
Dit hoofdstuk bevat alle instellingen van de zonnelader die door de gebruiker kunnen worden geconfigureerd en legt ook uit hoe
de firmware van de zonnelader kan worden bijgewerkt.
Wijzig de instellingen alleen als u weet wat ze zijn en wat het effect is van het wijzigen van deze instellingen.
Incorrecte instellingen kunnen problemen in het systeem veroorzaken waaronder schade aan de accu's.
Vraag bij twijfel advies aan een ervaren Victron Energy-installateur, -dealer of -distributeur.
5.2.1. Accu-instellingen
Accuvoltage
Het accuvoltage wordt automatisch gedetecteerd bij de allereerste keer opstarten van de zonnelader en het accuvoltage wordt
dienovereenkomstig ingesteld. Verdere automatische detectie is uitgeschakeld. Als het accuvoltage lager is dan 7 V tijdens
automatische detectie, wordt de accuspanning tijdelijk ingesteld op 12 V en wordt de automatische detectie opnieuw gepland
voor de volgende inschakeling.
Nadat automatische detectie heeft plaatsgevonden, kan het accuvoltage worden gewijzigd en ingesteld op 12 of 24 V indien
nodig .
Pagina 14
MPPT zonnelader handleiding
Het MPPT Control beeldscherm
MPPT Control
Configuratie en instellingen