Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Inhoudsopgave 1. Veiligheidsinstructies ....................... 1 2. Algemene beschrijving ......................3 2.1. Kenmerken ........................3 2.2. Interfacing en communicatie ....................3 2.3. Instellingsopties ......................4 3. Installatie ..........................5 3.1. Locatie van de MPPT ....................... 5 3.2. MPPT-aarding en detectie van isolatiefouten in de PV-reeks ............5 3.3.
Pagina 3
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 5.5.1. Accuvoltage-instelling te hoog ................. 30 5.5.2. Acculaadvoltages zijn te hoog ................. 30 5.5.3. Accu kan egalisatie niet aan ................... 30 5.5.4. Accu oud of kapot ....................31 5.6. Zonne-problemen ......................31 5.6.1. PV-Tegenstroom te hoog ..................31 5.6.2.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 1. Veiligheidsinstructies GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product installeert en in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest in overeenstemming met internationale normen. De apparatuur mag alleen voor de aangewezen toepassingen worden gebruikt.
Pagina 6
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Dit is een product van Veiligheidsklasse I (geleverd met een beschermende aardingsterminal). Het chassis moet worden geaard. Wanneer het waarschijnlijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product worden uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld gebruik; gelieve contact op te nemen met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Omgeving en toegang Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste omgevingsomstandigheden.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 2. Algemene beschrijving De MPPT RS is een zonnelaadregelaar bedoeld om te werken met een PV-spanning tussen de 80 - 400 V en is ontworpen om een 48 V-accubank op te laden. 2.1. Kenmerken Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT) Vooral in het geval van bewolking, wanneer de lichtintensiteit voortdurend verandert, zal een snel MPPT-algoritme de energieopbrengst verbeteren met maximaal 30 % in vergelijking met PWM-laadcontrollers en met tot 10 % in vergelijking met langzamere MPPT-regelaars.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 2.3. Instellingsopties Adaptief opladen in drie stappen De MPPT-laadregelaar is geconfigureerd voor een laadproces in drie stappen: Bulk — Absorptie — Druppel. Er kan ook een regelmatige egalisatielading worden geprogrammeerd. Bulk- Tijdens deze fase levert de regelaar zoveel mogelijk laadstroom om de accu's snel op te laden. Absorptie - Wanneer de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt, schakelt de regelaar over naar de constante spanningsmodus.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 3. Installatie 3.1. Locatie van de MPPT Voor de beste bedrijfsresultaten moet de MPPT op een vlak verticaal oppervlak worden geplaatst. Om een probleemloze werking te garanderen, moet het worden gebruikt op locaties die aan de volgende vereisten voldoen: a) Niet blootstellen aan water, regen of vocht.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS De positieve en negatieve geleiders van de PV-reeks moeten van de grond af worden geïsoleerd. Aard het frame van de PV-reeks volgens lokale vereisten. De aardingsnok op het chassis moet worden aangesloten op de gemeenschappelijke aarding. De geleider van de aardingsnok op het chassis van de eenheid naar de aarde moet ten minste de doorsnede hebben van de geleiders die voor de PV-reeks worden gebruikt.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS U moet de afzonderlijke tracker ingangen geïsoleerd van elkaar houden. Dat betekent één PV-reeks per ingang, probeer niet dezelfde reeks aan te sluiten op meerdere trackeringangen. Wanneer de MPPT overschakelt naar de druppellaadfase vermindert de laadstroom van de accu door het verhogen van de spanning van het PV Power Point.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Afbeelding 2. MPPT RS PV voorbeelddiagram 8 x 270W 60 cell panels in 11 x 270W 60 cell panels in series – 304 Voc series – 418 Voc 418V and 304V DC PV Distribution 3.5. Kabelaansluiting sequentie Ten eerste: Bevestig de juiste polariteit van de accu, sluit de accu aan.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS connectoren en de CAN-kabel in de andere. In het geval van een knooppunt (twee CAN-kabels, één in elke RJ45-connector), is geen beëindiging nodig. Voedingsspanning (V+ voeding): 9 V-70 V Maximale voedingsstroom: 500 mA Gegevenssnelheid: 250 Kbps CANH/CANL-spanningstolerantie: +/- 70 VDC ISO-specificatie CAN-zendontvanger: ISO 11898- 2:2016 Om maximale flexibiliteit te bieden, wordt de accuspanning gebruikt voor de V+ voedingslijn van VE.Can.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 3.9.4. Temperatuursensor Voor temperatuurgecompenseerd opladen kan de temperatuursensor (meegeleverd bij het apparaat) worden aangesloten. De sensor is geïsoleerd en moet op de negatieve pool van de accu worden aangebracht. De temperatuursensor kan ook gebruikt worden voor lage temperatuur-afsluiting bij het opladen van lithium accu's (geconfigureerd in VictronConnect). 3.9.5.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Opmerking: Deze instructies kunnen van toepassing zijn op verschillende producten en configuraties, waarbij de accuspanning in deze instructies is vermeld en een 12 V-accu wordt gebruikt als referentiepunt. Vermenigvuldig de gegeven waarden met 4 om te komen tot de instellingen voor een installatie die is geconfigureerd voor het 48 V-accusysteem.
Pagina 16
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Laadinstellingen - Accuvoorinstelling Met de accuvoorinstelling kunt u het accutype selecteren, fabrieksinstellingen accepteren of uw eigen vooraf ingestelde waarden invoeren die worden gebruikt voor het acculaadalgoritme. De instellingen voor absorptiespanning, absorptietijd, druppellaadspanning, egalisatiespanning en temperatuurcompensatie zijn allemaal geconfigureerd op een vooraf ingestelde waarde - maar kunnen ook door de gebruiker worden gedefinieerd.
Pagina 17
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS • 2 = om de dag • ... • 250 = elke 250 dagen Egalisatie wordt meestal gebruikt om de cellen in een loodzuuraccu te balanceren en om stratificatie van elektrolyts in natte accu's te voorkomen. Of (automatische) egalisatie noodzakelijk is of niet, hangt af van het type accu's en het gebruik ervan. Raadpleeg uw acculeverancier voor richtlijnen.
Pagina 18
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Wanneer een Smart Battery Sense is geïnstalleerd zal de werkelijke temperatuur van de accu gedurende de dag worden gebruikt voor compensatie. Loskoppeling bij lage temperatuur Deze instelling kan gebruikt worden om het laden bij lage temperaturen uit te schakelen zoals in het geval van Lithiumaccu’s. Voor lithiumijzerfosfaataccu's is deze instelling ingesteld op 5 graden Celsius, voor de andere accutypen is deze uitgeschakeld.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 3.10.3. Programmeerbaar relais Op sommige SmartSolar-modellen is een programmeerbare relaisschakelaar beschikbaar. Het gegevensblad van uw model zal u vertellen of dit al dan niet beschikbaar is. Het relais biedt drie aansluitingen: 1. NO (Normaal geopend) 2. C (Beide) 3.
Pagina 20
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Deze optie schakelt het relais AAN wanneer de paneelspanning boven de gekozen instelling “Te hoge paneelspanning” komt en schakelt het relais uit wanneer de paneelspanning onder de gekozen instelling van “Paneelspanning niet meer te hoog” valt. Zorg er natuurlijk voor dat de instelling “Te hoge paneelspanning”...
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 4. Bediening 4.1. Apparaatscherm Het apparaat heeft een LCD-scherm dat operationele informatie weergeeft. Het scherm loopt om de paar seconden door de relevante displays heen. Opstartscherm Wanneer de eenheden voor het eerst worden ingeschakeld, worden de firmware, het serienummer en de modelspecificaties voor meerdere apparaten weergegeven terwijl het apparaat zelf tests uitvoert.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 4.2. STATUS - Live Data-informatie • MPPT [modelnummer] bevestigt het aangesloten apparaat. Een aangepaste naam kan desgewenst ook worden ingesteld. • Het “Zonnemeter”-pictogram geeft het dynamische vermogen van de zonnepanelen realtime weer. Wat de zonnepanelspanning betreft, moet u er rekening mee houden dat de zonnelader pas in werking zal treden als de paneelspanning meer dan 5 V boven de accuspanning is gestegen.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS U kunt alleen zien of dat het geval is met laadregelaars waarbij alle belastingen zijn aangesloten op de belastingsuitgangsaansluitingen. Let op: alle belastingen die rechtstreeks op de accu zijn aangesloten, kunnen niet worden gemonitord door de zonnelader. 4.3.
Pagina 24
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Afbeelding 4. MPPT Tracker-weergave Het is ook mogelijk om een specifiek rendement, maximaal vermogen en maximale spanning voor de individuele trackers te zien door het tabblad Tracker in de geschiedenisweergave te selecteren (aantal trackers verschilt per model -zie productgegevensblad).
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Fouten Toont het aantal fouten (indien van toepassing) van een bepaalde dag. Om de foutcodes te zien, klikt u op het oranje puntje. Zie foutcodes voor MPPT-zonneladers. (Mogelijk moet u het scherm op uw apparaat omhoog schuiven om de fouten te kunnen zien.) Totaal Dit toont de totale energie die door de installatie wordt omgezet en is niet opnieuw instelbaar.
Mocht dit het probleem niet oplossen, neem dan contact op met het verkoop punt voor technische ondersteuning. Wanneer het verkoop punt onbekend is, ga naar de Victron Energy support webpagina. 5.2. De controller is niet in werking Om de controller te laten werken, moet deze worden ingeschakeld.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Accuvoltage Operationele status Te ondernemen actie Herstel de accuvoeding. Geen voltage Niet gevoed Zie hoofdstuk: “probleem accuvoeding” Er is wellicht een fout in de controller. Juist voltage Niet gevoed Neem contact op met uw Victron-dealer of -distributeur. Gevoed, maar niet aan het Verbind PV-voeding en controleer of het laden van de accu begint.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Gebruik een multimeter om de spanning aan de accupolen te meten. Vergelijk de twee voltages. Als het accuvoltage en het controllervoltage niet hetzelfde zijn, onderzoek dan waarom dit zo is. Volg het pad van de controller naar de accu om te onderzoeken wat de oorzaak kan zijn. Controle accuvoeding Controleer en verifieer of alle bekabeling correct is aangesloten en dat er geen bedradingsfouten zijn gemaakt.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Controleer altijd de accupolariteit voordat u de accudraden weer op de zonnelader aansluit. 5.3.3. PV-voltage te laag De zonnelader zal beginnen met laden wanneer het PV-voltage 5 V hoger is dan het accuvoltage. Zodra het laden begonnen is, moet het PV-voltage 1 V hoger blijven dan het accuvoltage om te blijven laden.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS • Het positieve en negatieve zijn verwisseld bij aansluiting op de controller, lees de volgende paragraaf: “Omgekeerde PV- polariteit". 5.3.4. Omgekeerde PV-polariteit In het geval van omgekeerd PV-voltage zal de zonnelader geen fout aangeven. De enige manier om dat te zien is door de volgende tekens: •...
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Houd er rekening mee dat het ook mogelijk kan zijn dat de zonnelader denkt dat de accu vol is, terwijl de accu in werkelijkheid niet vol is. Dit kan gebeuren wanneer de laadvoltages te laag zijn ingesteld, waardoor de zonnelader voortijdig overschakelt naar de absorptie- of float-fase.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Als de laadtoestand van de accu onbekend is en de stroom daalt terwijl de zon nog schijnt, kan dit ten onrechte worden geïnterpreteerd als een defecte zonnelader. De eerste stroomreductie vindt plaats aan het einde van de absorptiefase, wanneer de accu voor ongeveer 80 % is opgeladen. De stroom zal blijven afnemen tijdens de float-fase, wanneer de batterij ongeveer 80 tot 100 % is opgeladen.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Controleer of the acculaadvoltages (absorptie en float) correct zijn ingesteld. Raadpleeg de informatie van de accufabrikant voor de correcte laadvoltages. 5.4.6. Accukabel spanningsval Als er een spanningsval over de accukabels komt, zal de zonnelader het juiste voltage leveren, maar zullen de accu's een lager voltage krijgen.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Dit hoofdstuk is niet van toepassing als de zonnelader is aangesloten op een VE.Smart-netwerk met een accutemperatuurmeting of is voorzien van een temperatuursensor (MPPT RS). De zonnelader meet aan het begin van de dag de omgevingstemperatuur, zodra er stroom wordt opgewekt door de zonnepanelen.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 5.5.4. Accu oud of kapot Een accu die aan het einde van zijn levensduur is of die door onjuist gebruik is beschadigd, kan worden overladen. Een accu bevat een aantal cellen die in serie zijn geschakeld. Wanneer een accu oud of beschadigd is, is een waarschijnlijk scenario dat een van deze cellen niet meer werkt.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 5.6.2. PV-Opbrengst minder dan verwacht Controleer de zonneladerhistorie in de VictronConnect-app. Controleer het maximale vermogen (Pmax) voor elke dag. Komt dit overeen met het vermogen van de reeks? Gebruik de MPPT-maatcalculator op de productpagina van de zonnelaadcontroller om de potentiële zonne-opbrengst per dag te vinden voor een specifieke PV-reeks grootte in een specifieke geografische locatie.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Overweeg voor zeer warme omgevingen mechanische luchtafzuiging of zorg voor airconditioning. Het maximale PV-uitgangsvermogen heeft betrekking op het accuvoltage De uitgangsstroom van de zonnelader is beperkt tot de gespecificeerde stroomsterkte. Dit betekent dat het uitgangsvermogen zal variëren, afhankelijk van het voltage van de accu.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 5.6.8. Aardingsstroom Het systeem mag bij normaal gebruik geen stroom naar aarde laten lopen. Als er een aardstroom wordt gedetecteerd, onderzoek dan eerst alle apparatuur die op dat systeem is aangesloten en controleer op aardingsfouten. Controleer vervolgens hoeveel aardeaansluitingen het systeem heeft. Er mag maar één punt in het systeem zijn dat met aarde is verbonden.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Navigeer naar de apparatenlijst van de VictronConnect-app. Voer de unieke PUK-code van de zonnelader in zoals afgedrukt op de productinformatiesticker. Klik op het optiesymbool naast de lijst met zonneladers. Er wordt een nieuw venster geopend waarmee u de pincode terug kunt zetten naar de standaardinstelling: 000000. •...
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Statusscherm - Instellingenscherm - Productinformatiescherm 5.8.3. Onderbroken firmware-update Dit kan worden hersteld en is niks om zich zorgen over te maken. Probeer gewoon de firmware opnieuw bij te werken. 5.9. Werkingsproblemen In dit hoofdstuk worden alle overige suggesties voor probleemoplossing beschreven die niet in voorgaande hoofdstukken zijn behandeld.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 5.10.1. Fouten via LED's Afhankelijk van het zonnelader model zijn er 2 of 3 LED's die de controller status of foutstatus weergeven. Fouten worden aangegeven via een combinatie van LED's die aan zijn, uit zijn of knipperen. Elke LED-combinatie heeft een betekenis, die ofwel een normale werkingsmodus aangeeft, ofwel een fout aangeeft.
Deze beperkte garantie dekt geen schade, verslechtering of storingen als gevolg van reparaties die door iemand zijn uitgevoerd, die niet door Victron Energy is geautoriseerd om dergelijke reparaties uit te voeren. Het niet naleven van de instructies in deze handleiding maakt de garantie ongeldig.
Pagina 43
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Pagina 39 Gids voor probleemoplossing - MPPT...
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 6. Technische specificaties Geïsoleerde SmartSolar MPPT 450/100 450/200 ACCULADER Programmeerbaar Minimaal: 36 V laadspanningsbereik Maximum: 62 V Laadspanning “absorptie” Standaard: 57,6 V Laadspanning “druppelladen” Standaard: 55,2 V Maximale laadstroom 100 A 200 A Accutemperatuursensor Inbegrepen ZONNE-ENERGIE Maximale DC PV-spanning 450 V Opstartspanning...
Pagina 45
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Geïsoleerde SmartSolar MPPT 450/100 450/200 MPPT-werkbereik wordt ook beperkt door accuspanning - De PV Voc mag de 8 x accudruppellaadspanning niet overschrijden. Een 52,8 V druppellaadspanning resulteert bijvoorbeeld in een maximale PV Voc van 422,4 V. Zie de producthandleiding voor meer informatie.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 7. Bijlage 7.1. Bijlage A: Overzicht van de verbinding Afbeelding 5. MPPT RS 450|100 Voorzijde Voorste bodemafdekkingsplaat verwijderd om het aansluitingsgebied te tonen Afbeelding 6. MPPT RS 450|100 Aansluitingen onderkant Overzicht van het aansluitingsgebied van onderaf bekeken Pagina 42 Bijlage...
Pagina 47
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Afbeelding 7. I/O gebruiker De I/O-aansluiting voor de gebruiker bevindt zich linksonder in het aansluitgebied, het diagram toont 3 perspectieven. Linkerzijde - Boven - Rechterzijde Tabel 3. Gebruiker I/O-functies - Zie Installatiesectie voor meer informatie. Nummer Aansluiting Omschrijving Relais_NO...
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 7.3. Bijlage C: Voorbeeld systeemoverzicht en bedradingsschema 8 x 270W 60 cell panels in 11 x 270W 60 cell panels in series – 304 Voc series – 418 Voc AC Input Supply - Either Grid Generator Critical AC Loads MultiPlus ACin...
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 7.4. Bijlage D: Afmetingen Dimension Drawing - SS MPPT 450/100 SCC145110410 SmartSolar MPPT 450/100-Tr VE.Can 6.2(3x) 32.5 87.5 87.5 103.5 Dimensions in mm 7.5. Foutcodes 7.5.1. Fout 2 - Accuvoltage te hoog Deze fout wordt automatisch gereset nadat het accuvoltage is gedaald. Deze fout kan voorkomen door andere met de accu verbonden laadapparatuur of bij een fout in de laadcontroller.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS Na drie herstarts gevolgd door een uitschakeling vanwege een hoge DC-rimpel binnen 30 seconden na het opnieuw opstarten, zal de omvormer worden uitgeschakeld en zal het opnieuw proberen te stoppen. Om de omvormer te herstarten, schakelt u hem uit en vervolgens weer in.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 7.5.15. Fout 28 - Probleem met vermogensfase Deze fout wordt niet automatisch gereset. Koppel alle draden los en sluit vervolgens alle draden weer aan. Als de fout blijft, is de laadcontroller waarschijnlijk defect. Merk op dat deze fout is geïntroduceerd in v1.36. Dus als u een update uitvoert, kan het lijken alsof de firmware-update dit probleem heeft veroorzaakt;...
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 7.5.23. Fout 42 - Omvormer uitgeschakeld (aardingsfout) De aardlekstroom is hoger dan het toegestane 30 mA limiet. Controleer de PV-reeksbekabeling en paneel-isolatie. Deze fout wordt niet automatisch gereset. Controleer de installatie en herstart de unit door middel van de aan- / uitschakelaar. 7.5.24.
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS 7.5.32. Fout 67 - BMS-Verbinding verbroken De lader is geconfigureerd om te worden bestuurd door een BMS, maar ontvangt geen besturingsberichten van een BMS. De lader is uit veiligheidsoverwegingen gestopt met laden. Deze foutmelding wordt alleen weergegeven als er zonne-energie beschikbaar is en de zonnelader dus gereed is om met laden te beginnen.