Voor de start
BELANGRIJK!
Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de
bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv.
kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid.
Dat verslechtert de koeling van de motor. Risico van
ernstige motorbeschadigingen.
•
Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de
plaats van de hendels en functies door voordat u start.
•
Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het
Onderhoudsschema.
Stel de zitting af in de gewenste stand.
Starten van de motor
1 FR 2312 MA Zorg ervoor dat de ontkoppelingshendel
ingedrukt is. (In bedrijf)
2 Til het maaielement op door de hendel naar achteren te
trekken naar de vergrendelstand.
3 Trek de parkeerrem aan. Dat doet u als volgt:
2
1
- Druk het parkeerrempedaal (1) in.
- Druk de vergrendelknop (2) op de stuurkolom in.
- Laat het rempedaal opkomen terwijl de knop ingedrukt
wordt gehouden.
De blokkering van de handrem wordt automatisch
uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingedrukt.
Bij FR 2312 MA bevinden het rempedaal en de
vergrendelknop zich links.
Rijden
De motor kan niet opnieuw worden gestart, als de
parkeerrem niet wordt ingedrukt.
4 FR 2311 M
Zet de versnellingspook in stand "N" (vrij).
Bij koude motor:
5 Schuif de gashendel naar stand 3 (chokestand). In deze
stand krijgt de motor een rijker mengsel, waardoor de
motor makkelijker start.
1
Bij warme motor:
6 Zet de gashendel midden tussen stand 1 en 2.
1
7 Draai de contactsleutel naar de startstand.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Als de motor niet start wacht dan ca. 15 seconden voordat
de volgende startpoging wordt gedaan. Wanneer de motor
niet start, moet u ca. 1 minuut wachten voor u de volgende
poging doet.
8 Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen
terug springen naar de neutrale stand.
9 Schuif de chokebediening geleidelijk naar voren als de
motor is gestart. Laat de motor 3-5 min op laag toerental
"halfgas" lopen voordat hij zwaar belast wordt.
10 Stel het gewenste motortoerental in met de gasbediening.
WAARSCHUWING! Laat de motor nooit
!
binnenshuis lopen, in een gesloten of slecht
geventileerde ruimte. De uitlaatgassen van
de motor bevatten giftig koolmonoxyde.
3
2
2
3
– 13
Dutch