^ Maak een gat in de muur C 185 mm.
^ Schuif de telescopische muurdoorvoe-
ring naadloos door het gat in de muur.
Met de telescopische muurdoorvoe-
ring is het later gemakkelijker om de
besturingskabel en de flexibele lucht-
afvoerslang door de muur heen te
schuiven.
^ Houd de houder van het apparaat te-
gen de buitenmuur aan. De aanslui-
ting van de besturingskabel moet
aan de onderkant zitten.
^ Markeer de 3 boorgaten.
^ Boor de 3 gaten C 8 mm.
^ Druk de pluggen S8 in de gaten.
^ Buig de montagevoeten aan de be-
vestigingsgaten van de houder van
het apparaat naar elkaar toe.
^ Houd de houder van het apparaat te-
gen de buitenmuur aan en schuif de
besturingskabel met de zespolige
stekker door de telescopische muur-
doorvoering naar binnen.
^ Als er een aarding nodig is, trek dan
de kabel die daarvoor nodig is door
het daarvoor bestemde gat.
Een aarding is nodig wanneer de be-
sturingskabel niet alleen met het bijge-
voegde verlengsnoer, maar ook met
een extra verlengsnoer langer wordt
gemaakt.
Zie: "Elektrische aansluiting".
Montage
9