TRANSACTIERAPPORTEN AFDRUKKEN
De machine kan zo worden ingesteld dat er na elke verzending, ontvangst en/of storing een transactierapport wordt afgedrukt.
De afdrukvoorwaarde kan afzonderlijk geselecteerd worden voor drie soorten transactierapporten: "VERZENDLIJST",
"MULTIZENDLIJST", en "ONTVANGSTLIJST". Selecteer een van de onderstaande voorwaarden voor het afdrukken van elk type
rapporten:
"ALTIJD AFDRUKKEN" .............................Na elke transactie, ontvangst of foutmelding.
" FOUT ALLEEN".......................................Alleen afdrukken na een foutmelding.
" NOOIT AFDRUKKEN".............................Geen afdrukken.
Een gedeelte van het verzonden faxbericht kan worden afgedrukt op het transactierapport (AFB.GEH. AFDRUK instelling).
Opmerking
Volgt de onderstaande stappen om de machine in te stellen voor het afdrukken van transactierapporten:
1
Druk op de [MENU] toets.
2
Druk op de [
]-toets (
(
) tot "4:GEBRUIKERSPROGRAM."
verschijnt, en druk vervolgens op de
[OK]-toets.
Selectie
"4:GEBRUIKERSPROGRAMMA"
3
Druk op de [
] toets (
(
) totdat "7:SELECTIE AFDRUKKEN"
verschijnt en druk vervolgens op de [OK]
toets.
Selectie
"7:SELECTIE AFDRUKKEN"
4
Druk op de [
] toets (
(
) om het type transactierapport te
selecteren en druk op de [OK] toets.
"4: AFB.GEH. AFDRUK" kan worden ingeschakeld om een
gedeelte van het verzonden faxbericht af te drukken op het
transactierapport.
) of de [
]-toets
) of [
] toets
) of [
] toets
De onderstaande selecties
zijn mogelijk:
1:TRANSACTIE
2:MULTI VERZENDEN
3:ONTVANGST
4:AFB.GEH. AFDRUK
5
Druk op de [
] toets (
(
) om de afdruk voorwaarde te
selecteren en druk op de [OK] toets.
6
Druk op de [MENU] toets.
PROBLEEMOPLOSSING
) of [
] toets
De onderstaande selecties
zijn mogelijk:
1 : ALTIJD AFDRUKKEN
2 : FOUT ALLEEN
3 : NOOIT AFDRUKKEN
Druk op de toets [MENU]
om het menu te verlaten.
37