11.5 Positionering van de plint (enkel op sommige modellen)
De plint moet steeds correct gepositioneerd en bevestigd
worden op het toestel.
1 Los de 4 schroeven (A) die zich op de achterkant van het
vlak bevinden (2 per kant).
2 Positioneer de plint zodanig boven het vlak dat de 4
openingen van de plint (B) overeenkomen met de
schroeven (A).
3 Bevestig de plint op het vlak door de schroeven (A) vast te
draaien.
11.6 Plaatsing en nivellering van het toestel
Nadat de gas- en/of de elektrische aansluiting is uitgevoerd,
moeten die vier bijgeleverde pootjes van het toestel
vastgedraaid worden. Plaats eerst de voorste pootjes en
daarna de achterste.
Voor een betere stabiliteit moet het toestel absoluut
noodzakelijk correct genivelleerd zijn; draai het onderste deel
van het pootje vast of los tot het toestel genivelleerd en
gestabiliseerd is op de vloer.
Om eventuele schade aan het toestel te vermijden, wordt aanbevolen om eerst de voorste pootjes en
daarna de achterste pootjes vast te draaien.
34
Aanwijzingen voor de installateur