8.2.6
Het warm tapwater regelen
De gewenste tanktemperatuur configureren
Het warm tapwater kan op 3 verschillende manieren bereid worden.
Deze manieren verschillen onderling door de manier waarop de
gewenste tanktemperatuur ingesteld wordt en hoe de unit hierop
reageert.
#
Code
[A.4.1]
[6-0D]
Warm tapwater Instelpuntstand:
▪ 0
warmhouden is toegestaan.
▪ 1
warmtapwatertank wordt opgewarmd
volgens een programma en tussen de
geplande
warmhouden is toegestaan.
▪ 2 (Uitsl geprog): De tank voor warm
tapwater kan ALLEEN volgens een
programma opgewarmd worden.
Zie
"8.3.2 Het warm tapwater regelen: geavanceerd" op pagina 56
voor meer informatie.
INFORMATIE
De
kans
bestaat
ruimteverwarmingscapaciteit
comfortproblemen voorkomen (wanneer regelmatig warm
tapwater
bereid
wordt
ruimteverwarmingsonderbrekingen zich voordoen) bij het
selecteren
van
[6‑0D]=0
Instelpuntstand=Uitsl warmhoudn).
Instelpunt voor de maximumwarmtapwatertemperatuur
De maximumtemperatuur die gebruikers kunnen selecteren voor het
warm tapwater. U kunt deze instelling gebruiken om de
temperaturen uit de warmwaterkranen te beperken.
INFORMATIE
Tijdens de desinfectie van de warmtapwatertank kan de
warmtapwatertemperatuur deze
overtreffen.
INFORMATIE
Beperk de maximumtemperatuur van het warm water
volgens de geldende wetgeving.
#
Code
[A.4.5]
[6-0E]
Maximaal instelpunt
De maximumtemperatuur die gebruikers
kunnen selecteren voor het warm
tapwater. U kunt deze instelling
gebruiken om de temperatuur uit de
warmwaterkranen te beperken. Gebied:
40°C~60°C (standaard: 60°C).
De maximumtemperatuur wordt NIET
toegepast tijdens de desinfectiefunctie.
Zie desinfectiefunctie.
8.2.7
Contact/helpdesknummer
#
Code
[6.3.2]
Nvt
Nummer waarnaar gebruikers kunnen
bellen wanneer problemen zich
voordoen.
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVZ16S18CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401677-1A – 2016.02
Beschrijving
(Uitsl
warmhoudn):
Enkel
(Warmh
+
gprog):
De
opwarmcycli,
het
dat
er
te
weinig
is
en
er
dus
of
regelmatig
langdurige
([A.4.1]
Warm
tapwater
maximumtemperatuur
Beschrijving
Beschrijving
8.3
De geavanceerde configuratie/
optimalisatie
8.3.1
De ruimteverwarming: geavanceerd
De voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur
U kunt voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperaturen bepalen:
▪ economisch (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuur
zorgt ervoor dat het energieverbruik het laagst is)
▪ comfort (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuur
zorgt ervoor dat het energieverbruik het hoogst is).
Voorgeprogrammeerde waarden zorgen ervoor dat de zelfde waarde
gemakkelijk in het programma gebruikt kan worden of dat de
gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur aangepast kan worden (zie modulatie). Indien u
later de waarde wilt wijzigen, hoeft u dit maar op ÉÉN plaats te
doen. Bepaal de gewenste omschakelwaarden of de absolute
gewenste
aanvoerwatertemperatuur
aanvoerwatertemperatuur al dan NIET weersafhankelijk is.
OPMERKING
De
voorgeprogrammeerde
kunnen ALLEEN voor de primaire zone gebruikt worden,
omdat het programma voor de secundaire zone uit AAN/
UIT-acties bestaat.
OPMERKING
Selecteer
aanvoerwatertemperaturen die overeenstemmen met de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers om het
evenwicht tussen de gewenste kamertemperatuur en
aanvoerwatertemperatuur te bewaren.
#
Code
Voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone wanneer NIET weersafhankelijk
[7.4.2.1]
[8-09]
Comfort (verwarming)
[9‑01]°C~[9‑00]°C (standaard: 35°C)
[7.4.2.2]
[8-0A]
Eco (verwarming)
[9‑01]°C~[9‑00]°C (standaard: 33°C)
Voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur
(omschakelwaarde) voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone wanneer weersafhankelijk
[7.4.2.5]
Nvt
Comfort (verwarming)
–10°C~+10°C (standaard: 0°C)
[7.4.2.6]
Nvt
Eco (verwarming)
–10°C~+10°C (standaard: –2°C)
De temperatuurbereiken (aanvoerwatertemperaturen)
Deze instelling dient om te voorkomen dat een verkeerde
aanvoerwatertemperatuur (nl. te warm of te koud) geselecteerd zou
worden. Daarom kan het beschikbare bereik voor de gewenste
verwarmingstemperaturen geconfigureerd worden.
OPMERKING
Bij een toepassing met vloerverwarming is het belangrijk
om
de
maximale
verwarmen te beperken volgens de specificaties van de
vloerverwarmingsinstallatie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
gemakkelijk
aan
naargelang
de
gewenste
aanvoerwatertemperaturen
voorgeprogrammeerde
Beschrijving
uitlaatwatertemperatuur
bij
de
het
53