5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
5.2.1
Meerdere kamers – Twee AWT-zones
Deze unit is ontworpen om water te leveren aan 2 verschillende
temperaturen. Een typische installatie bestaat uit vloerverwarming
aan een lagere temperatuur en radiatoren aan een hogere
watertemperatuur.
In dit document:
▪ Hoofdzone = Zone met de laagste ontwerptemperatuur
▪ Bijkomende zone = Zone met de hoogste ontwerptemperatuur
Typisch voorbeeld:
Kamer (zone)
Woonkamer (primaire zone)
Slaapkamers (secundaire zone)
Opstelling
a
b c
d
e
h
h
M
f
g
h
A
Aanvoerwatertemperatuur secundaire zone
B
Kamer 1
C
Kamer 2
D
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
E
Kamer 3
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone)
f
Bijkomende pomp
g
Hoofdpomp
h
Afsluiter
i
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
j
Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren (ter
plaatse te voorzien)
k
Gebruikersinterface (ter plaatse te voorzien)
HPC1...3
Warmtepompconvectoren (te plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslussen (ter plaatse te voorzien)
▪ Voor de hoofdzone: de kamertemperatuur wordt geregeld door de
gebruikersinterface, die als kamerthermostaat gebruikt wordt.
▪ Voor de secundaire zone:
▪ De externe thermostaat is rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪ De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de externe
thermostaat en de thermostatische kleppen van de radiatoren in
elke kamer.
▪ Het signaal voor vraag naar verwarming van de externe
thermostaat is in parallel op de digitale input van de binnenunit
aangesloten (X2M/1 en X2M/4). De binnenunit zal alleen de
gewenste
secundaire
wanneer dit werkelijk gevraagd wordt.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
Warmteafgevers:
ontwerptemperatuur
Vloerverwarming: 35°C
Warmtepompconvectoren: 45°C
i
A
C
B
HPC1
HPC2
HPC3
j
j
i
D
E
h
FHL1
FHL2
FHL3
k
aanvoerwatertemperatuur
leveren
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪ #: [A.2.1.7]
▪ Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [A.2.1.8]
▪ Code: [7-02]
In geval van
warmtepompconvectoren:
Externe kamerthermostaat voor
de secundaire zone:
▪ #: [A.2.2.5]
▪ Code: [C-06]
Output afsluiter
Voordelen
▪ Comfort. De slimme kamerthermostaatfunctie kan de gewenste
aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de
werkelijke kamertemperatuur (aanpassing).
▪ Efficiëntie.
▪ Afhankelijk van de vraag zal de binnenunit verschillende
aanvoerwatertemperaturen leveren om aan de gewenste
temperatuur van de verschillende warmteafgevers te voldoen.
▪ Vloerverwarming levert de beste prestaties met Altherma LT.
5.3
De tank voor warm tapwater in/
opstellen
5.3.1
Systeemlayout – Ingebouwde
warmtapwatertank
UI
k
f
i
M
M
a
b c d
e
h
g
i
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
Waarde
2 (Best. kmrthrmst): De unit
werkt op basis van de
omgevingstemperatuur van de
gebruikersinterface.
Opmerking:
▪ Primaire
kamer
gebruikersinterface
gebruikt
als kamerthermostaatfunctie
▪ Andere
kamers
=
externe
kamerthermostaatfunctie
1 (2 AWT-zones): Primair +
secundair
1 (Thermo AAN/UIT): Als de
gebruikte externe
kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan
sturen.
Ingesteld om de thermovraag
van de primaire zone te volgen.
j
HPC1
HPC2
HPC3
i
j
i
FHL1
FHL2
FHL3
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVZ16S18CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401677-1A – 2016.02
=