Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin ERHQ011-014-016BA Uitgebreide Handleiding Voor De Gebruiker pagina 52

Inhoudsopgave

Advertenties

8 Configuratie
#
Code
[7.7.2.1]
[0-00]
<< vervolg
[0-01]
▪ [0-03]:
buitenomgevingstemperatuur.
[0-02]
40°C~+5°C (standaard: –10°C)
[0-03]
▪ [0-02]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C (standaard: 15°C)
▪ [0-01]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
eronder
(standaard: 45°C).
Opmerking:
hoger zijn dan [0-00], omdat bij lage
buitentemperaturen
nodig is.
▪ [0-00]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
erover
[9‑06])°C (standaard: 35°C).
Opmerking:
lager zijn dan [0-01], omdat bij hoge
buitentemperaturen
water nodig is.
Aanvoerwatertemperatuur: Delta T bron
Wanneer beide temperatuurzones een vraag om ruimten te
verwarmen hebben, zullen beide pompen aan volle snelheid werken.
Wanneer slechts 1 temperatuurzone een vraag om verwarming
krijgt, zal er slechts 1 pomp werken en zal de stroom worden
geregeld om een temperatuurverschil te realiseren tussen het
retourwater en het aanvoerwater van [9‑09] op die zone. Er kan
slechts 1 temperatuurverschil [9‑09] worden geselecteerd, dat dan
van toepassing is voor beide temperatuurzones.
#
Code
[A.3.1.3.1]
[9-09]
Verwarming: vereist
temperatuurverschil tussen retour- en
aanvoerwater. Gebied: 3°C~10°C (in
stappen van 1°C; standaardwaarde:
5°C).
De aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruikt
wordt, moet de gebruiker de gewenste kamertemperatuur instellen.
De unit zal warm water aan de warmteafgevers leveren en de kamer
zal
verwarmd
worden.
Daarbij
aanvoerwatertemperatuur geconfigureerd worden: wanneer de
aanpassing
aangezet
wordt,
aanvoerwatertemperatuur automatisch berekenen (op basis van
voorgeprogrammeerde temperaturen, als weersafhankelijk werd
geselecteerd, zal de aanpassing gebeuren op basis van de
gewenste weersafhankelijke temperaturen); wanneer de aanpassing
uitgezet wordt, kunt u de gewenste aanvoerwatertemperatuur op de
gebruikersinterface instellen. Bovendien wordt, met ingeschakelde
aanpassing, de gewenste aanvoerwatertemperatuur verlaagd of
verhoogd in functie van de gewenste kamertemperatuur en het
verschil tussen de werkelijke en de gewenste kamertemperatuur. Dit
resulteert in volgende zaken:
▪ stabiele kamertemperaturen die exact overeenkomen met de
gewenste temperatuur (hoger niveau van comfort)
▪ minder
AAN/UIT-cycli
(stiller,
effectiviteit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
52
Beschrijving
Lage
Hoge
Gewenste
als
de
omgevingstemperatuur
of
valt.
[9‑05]°C~[9‑06]°C
Deze
waarde
moet
warmer
water
Gewenste
als
de
omgevingstemperatuur
of
komt.
[9‑05]°C~min(45,
Deze
waarde
moet
minder
warm
Beschrijving
moet
ook
de
gewenste
zal
de
unit
de
gewenste
groter
comfort
en
grotere
▪ zo laag mogelijke watertemperaturen om met de gewenste
temperatuur overeen te stemmen (grotere effectiviteit)
#
Code
[A.3.1.1.5]
[8-05]
Aangepaste AWT:
▪ Nee (standaard): uitgeschakeld.
Opmerking:
aanvoerwatertemperatuur moet op
de
worden.
▪ Ja: ingeschakeld.
Opmerking:
aanvoerwatertemperatuur kan alleen
op de gebruikersinterface gelezen
worden
INFORMATIE
Alleen van toepassing voor de primaire zone.
INFORMATIE
Wanneer modulatie van de aanvoerwatertemperatuur is
ingeschakeld, moet de weersafhankelijke curve hoger
worden ingesteld dan [8-06] plus het instelpunt van de
minimum aanvoerwatertemperatuur nodig om een stabiele
toestand voor het comfortinstelpunt voor de kamer te
bekomen. Voor meer efficiëntie kan modulatie het
instelpunt van de aanvoerwatertemperatuur verlagen. Door
de weersafhankelijke curve hoger te plaatsen kan deze
verlaging niet onder het minimuminstelpunt vallen. Zie
onderstaande afbeelding.
T t
+[8-06]
−[8-06]
a
Weersafhankelijke curve
b
Instelpunt minimum aanvoerwatertemperatuur vereist om
een stabiele toestand te bekomen voor het
comfortinstelpunt voor de kamer.
Aanvoerwatertemperatuur: Afgiftesysteem
Deze instelling is alleen van toepassing op de primaire zone. Alleen
van toepassing in het geval van een regeling via kamerthermostaat.
Afhankelijk van het systeemwatervolume en het type van
warmteafgiftesystemen kan het langer duren om een ruimte te
verwarmen. Deze instelling kan een langzaam of een snel
verwarmingssysteem compenseren tijdens de verwarmcyclus.
Opmerking: De instelling van het afgiftesysteem zal invloed hebben
op
de
maximummodulatie
aanvoerwatertemperatuur.
Het is daarom belangrijk deze waarde correct in te stellen.
#
Code
[A.3.1.1.7]
[9-0B]
Afgiftesysteem:
Ingesteld voor de temperatuur van de
primaire zone.
Reactietijd van het systeem:
▪ Snel Voorbeeld: Klein watervolume
en kleine ventilatorconvectoren.
▪ Langzaam
watervolume,
vloerverwarminglussen.
Beschrijving
De
gewenste
gebruikersinterface
ingesteld
De
gewenste
a
b
T a
van
de
gewenste
Beschrijving
Voorbeeld:
Groot
grote
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVZ16S18CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401677-1A – 2016.02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Erlq011-014-016caEhvz16s18cbAltherma erhq011-014-016baAltherma erlq011-014-016caAltherma ehvz16s18cb

Inhoudsopgave