▪ U moet mogelijk de voordruk van het expansievat aanpassen.
Minimum watervolume
Controleer of het totale watervolume in de installatie minimum
10 liter bedraagt voor EHVZ04+08 en 20 liter voor EHVZ16, waarbij
het watervolume in de binnenunit NIET inbegrepen is. Verdeel het
minimum watervolume NIET over de 2 temperatuurzones.
Het volstaat om het minimale watervolume te voorzien in de
hoofdzone. In geval van vloerverwarming kan dit eenvoudig worden
voorzien met 1 vloerverwarmingslus die nooit zal worden gesloten
door een (op afstand) bediende klep.
Het is NIET vereist om het minimale watervolume te voorzien in de
secundaire zone.
INFORMATIE
Voor kritieke processen of in kamers met een grote
warmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.
OPMERKING
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
geregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is het
belangrijk dat dit minimum watervolume behouden blijft,
zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
a
b c
d
e
h
h
M
f
g
h
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone)
f
Bijkomende pomp
g
Hoofdpomp
h
Afsluiter
i
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
j
Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
HPC1...3
Warmtepompconvector (te plaatse te voorzien)
T1...3
Individuele kamerthermostaat (optioneel)
M1...3
Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen van lus
FHL1...3 en HPC1...3 (ter plaatse te voorzien)
Maximum watervolume
Gebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor de
berekende voordruk te bepalen.
a
2.5
2
1.5
1
0.5
0.3
0 20
50
100
150
200
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVZ16S18CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401677-1A – 2016.02
i
j
T1
T2
T3
M2
M3
M1
HPC1
HPC2
HPC3
i
j
T1
T2
T3
M1
M2
M3
h
FHL1
FHL2
FHL3
250
300
350
400
450
a
Voordruk (bar)
b
Maximum watervolume (l)
Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in het
expansievat
Hoogteversc
hil
(a)
installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪ Verhoog de voordruk.
▪ Controleer
watervolume
groter
maximum toegestaan
watervolume.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van
het watercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op
het hoogste punt van de installatie bevindt, bedraagt de
installatiehoogte 0 m.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming)
in
omstandigheden in elke zone afzonderlijk.
OPMERKING
Wanneer
de
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Minimum vereist debiet tijdens ontdooien/back-upverwarming
04+08 modellen
16 model
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
tijdens inbedrijfstelling" op
6.4.4
De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
expansievat aanpassen.
Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar)
bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende
richtlijnen:
▪ Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat
bij te regelen.
▪ Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidt
tot storingen in de installatie.
Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoog
de druk van het stikstof via de schräderklep van het expansievat.
b
6 Voorbereiding
Watervolume
≤280 l
>280 l
Doe het volgende:
▪ Verlaag de voordruk.
▪ Controleer
watervolume
groter
is
maximum
watervolume.
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor
de installatie. In dit geval
of
het
wordt er geadviseerd om
NIET
een extra vat buiten de
is
dan
het
unit te installeren.
de
installatie
gegarandeerd
circulatie
in
alle
of
12 l/min
15 l/min
pagina 67.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
of
het
NIET
dan
het
toegestaan
is
in
alle
bepaalde
"9.4 Checklist
21