4 Installatie
Aardgeleiding (massa)
Aardegeleiding (massa) moet worden gedaan conform alle lokale codes en
voorschriften.
GEVAAR: Elektrisch gevaar
Alle elektrische apparatuur moet geaard worden (van massa worden voorzien).
Test de aarde om er zeker van te zijn dat deze correct is aangesloten en dat het
pad naar de aarde ononderbroken is.
WAARSCHUWING: Elektrisch gevaar
Als de stroomkabels is losgetrokken, dan moet de aardgeleider (massa) als
laatste geleider van de aansluiting worden losgemaakt. Zorg dat de aardgeleider
(massa) aan beide uiteinden van de kabel langer is dan de fasengeleiders.
WAARSCHUWING: Elektrisch gevaar
Risico van elektrische schok of brandwonden. U moet een extra
aardlekbeveiliging op de geaarde aansluitklemmen aansluiten als personen
waarschijnlijk in contact komen met vloeistoffen die ook in contact met de pomp
of de gepompte vloeistof komen.
Lengte aardegeleider
De grond- (aarde-) geleider moet 150 mm (6.0 in) langer zijn dan de
fasegeleiders aansluitdoos van de eenheid.
4.2.1 Productspecifieke voorzorgsmaatregelen
Kortsluitingsbeveiliging
De kortsluitingsbeveiliging moet overeenkomstig de op het gegevensplaatje
weergegeven specificaties zijn. Gebruik zekeringen met een tijdvertraging van
1,5 x de nominale stroom voor de feitelijke pomp.
Pompen zonder ingebouwde motorbeveiliging
De volgende vereisten zijn van toepassing:
• De thermische overbelastingsbeveiligingsschakelaar/relais moet in
overeenstemming zijn met de nominale stroom en de motorstroominvoer van
de feitelijke pomp. De overbelastingsrelais moet als volgt worden ingesteld:
Startoptie
DOL starten
Y/D starten
• De pomp moet zijn uitgerust met een externe motorstarter met een
beveiligingssysteem. Gebruik een van de volgende alternatieven:
– Aan/uit-schakelaar, magnetische beveiligingsschakelaar/relais voor
– Aan/uitschakelaar en beveiligingsschakelaar/relais voor thermische
Verbinding van de pomp met een lokale stroombron
De volgende aanbevelingen zijn toepassing:
• Zorg ervoor dat de lokale stroombron de feitelijke pomp kan starten en laten
draaien. De volgende maximale kVA-waarden zijn aanbevolen voor de
generator:
16
Instelling overbelastingsrelais
1,1 x nominale stroom (lijnstroom)
0,58 x nominale stroom (fasestroom)
thermische overbelasting en een geïntegreerd thermisch
bewakingssysteem (voor verbinding van het thermische contactcircuit van
de motor T1/T2)
overbelasting
8115.390 Minette Inox Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
info@pompdirect.nl www.grindexpompen.nl
Tel. 0294-457712