Kenmerken van een KNX-IP-interface
Een KNX-IP-interface biedt de volgende ken-
merken:
n
Eenvoudige koppeling aan bovengelegen sys-
temen door gebruik van het internetprotocol
(IP)
n
Directe toegang van elk punt in het IP-netwerk
Gebouw- en vestigingsoverlappende communi-
n
catie (koppeling van vestigingen)
Eenvoudige koppeling naar de REMKO SMT-
n
regelaar
n
Eenvoudige installatie via ETS (ETS = Engi-
neering Tool Software)
KNXnet/IP interface naar de bus
Via een gegevensnetwerk en de IP-interface wordt
een directe verbinding van de REMKO SmartCon-
trol-regelaar naar de bus tot stand gebracht.
Hiermee is toegang tot de KNX-groepsadressen
mogelijk.
Toewijzing van het IP-adres
Bij vragen voor het instellen van het IP-paramete-
radres van het apparaat en het subnetvenster
alsook bij DHCP moet de lokale netwerkbeheerder
worden geraadpleegd.
Wij adviseren om aan het MAC-adres van de
SMT-regelaar via de configuratie van de net-
werkrouter (DHCP-server) een vast IP-adres
toe te wijzen.
REMKO Smart-Control Touch
Het IP-adres van de REMKO-SMT-regelaar wordt
statisch via de configuratie van de regelaar of
automatisch door een DHCP-dienst in het IP-net-
werk toegewezen. De DHCP-dienst maakt de toe-
wijzing van de netwerkconfiguratie door de router
(DHCP-server) mogelijk. Voor de configuratie van
de DHCP-dienst is wellicht het MAC-adres van het
apparaat nodig, die in het informatiemenu "Basisin-
formatie/status/netwerk (USB)" wordt weerge-
geven.
Functie bij uitlevering
Bij uitlevering zijn, afhankelijk van de fabrikant, de
volgende parameters ingesteld:
n
fysiek adres 15.15.255
n
Toewijzing IP-adres via DHCP
4
Installatie van de
Smart-Com software
Met de Smart-Com functie heeft u de mogelijkheid
om bedrijfsparameters van uw REMKO-warmte-
pomp via een KNX/EIB-systeem aan te sturen.
Op de volgende pagina's wordt de installatie van
de Smart-Com functie op de REMKO Smart-Con-
trol regeling beschreven.
AANWIJZING!
Voor het verwijderen en voor het plaatsen van
de SD-kaart moet de installatie stroomloos
worden geschakeld!
1.
Nadat u de installatie stroomloos hebt
geschakeld, verwijdert u de SD-kaart uit de
I/O-module.
Afb. 2: SD-kaart verwijderen
2.
Plaats de SD-kaart voor het vrijschakelen
van de Smart-Com functie in en schakel de
stroom van de installatie weer in. De instal-
latie start vervolgens zelfstandig.
3.
De installatie van de Smart-Com functie is
afgesloten als de basisweergave in het dis-
play weer te zien is.
Na een softwareupdate resp. een nieuwe inge-
bruikname moet de vrijschakeling met dezelfde
SD-kaart wellicht herhaald worden.
AANWIJZING!
BELANGRIJK!
Als de complete SmartControl-regelaar moet
worden vervangen, is een nieuwe SmartCom
SD-kaart vereist.
9