Gegevenspunten
Groeps
KO
1)
-adr.
2)
Naam
Ongem. HK-
23
5/0/18
ruimtetem-
peratuur
Ingestelde
26
5/0/7
ruimtetem-
peratuur
Ongem. HK-
32
5/0/44
bedrijfs-
modus
Ongem. HK-
33
5/0/38
aanwezig-
heidsobject
Verwarmen/
35
5/0/3
Koelen
(status)
Ongem.
Gew. HK-
50
5/0/32
ruimtetem-
peratuur
1)
Nummer van het communicatieobject (KO)
2)
Fabrieksinstelling van de groepsadressen (GA)
3)
Gegevenspunt-omschrijving /
5)
Gegevenspunt grootte
6)
Communicatiemarkeringen:
K = Communicatie / L = Lezen / S = Schrijven / Ü = Overdragen
Grootte
3)
DPT
4)
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
-273 °C ...
670 /760 °C
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
-273 °C ...
670 /760 °C
DPT 20.102
(DPT_HVAC-
Mode)
(0) Auto
(1) Comfort
(2) Stand-by
(3) Nacht
(Eco)
(4) Veilig-
heidsbedrijf
(vorst/hitte)
DPT 1.018
(DPT_Occu-
pancy)
(0) afwezig
(1) aanwezig
DPT 1.100
(DPT_Heat-
Cool)
(0) koelen
(1) ver-
warmen
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
-273 °C ...
670 /760 °C
4)
Gegevenspunt type (DPT)
Communicatie-
5)
markering.
6)
2 byte
K
L
-
2 byte
K
-
S
1 byte
K
-
S
1 bit
K
-
S
1 bit
K
-
S
2 byte
K
L
-
Functieomschrijving
De ruimtetemperatuurrege-
laar brengt de werkelijke
Ü
temperatuur bij wijziging
over aan de Smart-Control
regelaar.
De Smart-Control regelaar
brengt de basis-instel-
-
waarde over aan de ruimte-
temperatuurregelaar.
De Smart-Control regelaar
brengt de bedrijfsmodus
(HVACMode) bij wijziging
-
(bijv. afhankelijk van het
aanwezigheidsobject) over
naar de ruimtetemperatuur-
regelaar.
De ruimtetemperatuurrege-
laar brengt het aanwezig-
heidsobject (met elke druk
Ü
op de aanwezigheidstoets
afwisselend) over aan de
Smart-Control regelaar.
De Smart-Control regelaar
brengt de bedrijfsmodus
-
(HeatCool) bij wijziging over
naar de ruimtetemperatuur-
regelaar.
De ruimtetemperatuurrege-
laar brengt de gewenste
ruimtetemperatuur bij wijzi-
Ü
ging (bijv. via het stelwiel of
bij neerlaten) over aan de
Smart-Control regelaar.
23