REMKO Smart-Com
1)
3)
KOM
Naam
Buiten-
6
temperatuur
Gewenste
7
ruimtetemper.
Ontdooiing
8
(status)
Gewenste
9
WW-tempera-
tuur
Werkelijke
10
WW-tempera-
tuur
1x WW
11
verwarmen
Alarmsignaal
12
(Status)
Ongem. Werk.
13
HK-temperat.
1. gem. werk.
14
HK-temperat.
14
4)
DPT
Grootte
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
2 byte
-273 °C ...
670 760 °C
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
2 byte
-273 °C ...
670 760 °C
DPT 1.001
(DPT_Switch)
1 bit
(0) Uit
(1) Aan
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
2 byte
-273 °C ...
670 760 °C
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
2 byte
-273 °C ...
670 760 °C
DPT 1.017
(DPT_Trigger
)
1 bit
(0,1) Triggers-
ignaal
DPT 1.005
(DPT_Alarm)
(0) Geen
1 bit
alarm
(1) Alarm
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
2 byte
-273 °C ...
670 760 °C
DPT 9.001
(DPT_Value_
Temp)
2 byte
-273 °C ...
670 760 °C
Communica-
5)
6)
tiemark.
Functieomschrijving
De Smart-Control regelaar
K
L
-
Ü
brengt de buitentemperatuur
over op de KNX-bus.
De Smart-Control regelaar zet de
parameterinstelling "warmer/
kouder" in een gewenste waarde
(+2K komt overeen met 22 °C)
K
L
S
Ü
en stuurt deze naar de KNX-bus.
Kan door een KNX-ruimtetempe-
ratuurregelaar als gewenste
basiswaarde worden gebruikt.
De Smart-Control regelaar
brengt de ontdooiingsstatus van
K
L
-
Ü
de buitenmodule over op de
KNX-bus (1 = ontdooiing actief).
Door de KNX-bus wordt de
gewenste WW-temperatuur aan
K
-
S
-
de Smart-Control regelaar over-
gedragen.
De Smart-Control regelaar
K
L
-
Ü
brengt de werkelijke WW-tempe-
ratuur over op de KNX-bus.
Een triggerimpuls activeert/deac-
K
-
S
-
tiveert de functie (ongeacht de
ontvangen waarde)
De Smart-Control regelaar geeft
K
L
-
Ü
bij een storing een signaal af op
de KNX-bus.
De Smart-Control regelaar geeft
de warmwatertemperatuur
K
L
-
Ü
(gemiddelde waarde uit voor- en
teruglooptemperatuur) af op de
KNX-bus.
De Smart-Control regelaar geeft
de warmwatertemperatuur
K
L
-
Ü
(gemiddelde waarde uit voor- en
teruglooptemperatuur) af op de
KNX-bus.